Tijdgebaseerde afvlakking en planning van de werklast

Voor de op tijd gebaseerde afvlakking van de werklast worden de geplande start- en eindtijden van de activiteiten gebruikt om de activiteiten te verdelen over de groepen binnen een verzameling groepen.

LN sorteert de activiteiten op basis van de laatste eindtijd en wijst de activiteiten met de 'vroegste' einddatum als eerste toe.

Voorbeeld

Er zijn zeven activiteiten (gesorteerd op de laatste eindtijd) waarvoor de planning van de werklast moet worden uitgevoerd. Er zijn drie medewerkers beschikbaar om aan deze activiteiten te werken.

Order 1035 heeft de vroegste einddatum, dus deze activiteit wordt toegewezen aan groep 1.

Vervolgens worden activiteiten toegewezen aan groep 2 en 3. Elke keer dat een activiteit wordt toegewezen aan een groep, wordt gekeken naar de eindtijd van de groep.

De eindtijd van groep 1 is de vroegste. Daarom wordt de volgende activiteit toegewezen aan groep 1.

De eindtijd van groep 2 is de vroegste, gevolgd door groep 3. Daarom worden de volgende activiteiten toegewezen aan groep 2 en 3, in die volgorde.

Tijdgebaseerde planning met optimale speling en 'Rekening houden met vroegste'

Als de selectievakjes Rekening houden met vroegste starttijd in de sessie Parameters resourceplanning (tsspc0101m000) zijn ingeschakeld voor serviceorders, werkorders en geplande activiteiten, kan er een interval of speling in de planning ontstaan. U kunt de speling tot een minimum beperken. Op het moment dat activiteiten worden toegevoegd aan de groep, krijgt de groep met de minste speling de voorkeur. Daarom kan de selectie van de groep afwijken van de selectie die wordt aangegeven in het bovenstaande voorbeeld.

Voorbeeld

De activiteit van order 567 kan worden toegewezen aan groep 1, 2 of 3. Wanneer de activiteit wordt toegewezen aan groep 2, is de speling kleiner dan voor groep 1 en 3. Daarom krijgt groep 2 de voorkeur en wordt de activiteit aan die groep toegewezen.

Dit kan echter leiden tot meer speling als geen rekening wordt gehouden met andere mogelijkheden. Daarom controleert LN of voor de andere opties de speling ook geminimaliseerd kan worden. De andere opties zijn het toewijzen van de activiteiten aan de startdatum van de spelingsperiode en voorafgaand aan:

  • - de vroegste starttijd van order 567
  • - de laatste starttijd van order 567 (waarbij laatste starttijd = laatste eindtijd - duur).

Order 567 kan worden toegewezen aan groep 1, 2 of 3 met speling. Stel nu dat order 567 niet naar de toekomst kan worden verschoven op grond van de laatste eindtijd.

LN Controleert 3 opties:

  • De speling die resteert nadat LN de speling in groep 1 heeft opgevuld - de speling die resteert nadat de spelingsperiode is gevuld met andere activiteiten die in de spelingsperiode passen
  • De speling die resteert nadat LN de speling in groep 2 heeft opgevuld - het is niet mogelijk de te plannen activiteiten te plannen in de spelingperiode van groep 2. De resterende speling is 1 uur.
  • De speling die resteert nadat LN de speling in groep 3 heeft opgevuld - order 1288 past precies omdat de resterende speling 0 minuten is en dus krijgt groep 3 de voorkeur voor order 1288, gevolgd door de beperkte order 567.

Nadat de speling is geminimaliseerd, wordt de normale logica hervat:

Rekening houden met laatste

De optie Rekening houden met laatste eindtijd heeft minder gevolgen voor de planning dan de optie Rekening houden met vroegste starttijd, aangezien de planningslogica gebaseerd is op “vooruit plannen“.

  • Als de selectievakjes Rekening houden met laatste eindtijd in de sessie Parameters resourceplanning (tsspc0101m000) zijn ingeschakeld voor serviceorders, werkorders en geplande activiteiten, wijst LN de activiteit toe aan de planning en wordt een waarschuwing weergegeven wanneer de laatste eindtijd wordt overschreden.
  • LN wijst de activiteit alleen toe aan de planning wanneer rekening kan worden gehouden met de laatste eindtijd. Is dat niet het geval, dan wordt de activiteit vermeld als uitzondering.