Eén niet-toegewezen activiteit

Wanneer er één niet-toegewezen activiteit is geselecteerd, worden de volgende acties uitgevoerd:

  • De Gantt-grafiek toont de geplande tijden (indien van toepassing, gebaseerd op de herkomst) van de geselecteerde activiteit. U kunt dit voorkomen door de optie Gantt-schaal bevriezen in te schakelen.
  • De eerste en tweede rijen tonen eventuele beperkingen van de geselecteerde activiteit. Zie de sectie Activiteitsbeperkingen op pagina 17.
  • De lijst Kennisgebieden wordt ingevuld met de verplichte en optionele kennisgebieden die nodig zijn om de geselecteerde activiteit uit te voeren. Verplichte kennisgebieden worden met een rood sterretje (*) weergegeven.
  • De lijst van medewerkers met de kennisgebieden die voor de activiteit nodig zijn, is ingevuld in de Gantt-grafiek.
  • De optie Beschikbare resources weergeven biedt u de mogelijkheid om de lijst van medewerkers te bekijken die beschikbaar zijn om de activiteit tijdens de geplande tijd uit te voeren.
  • Met behulp van de optie Kennisgebieden en beschikbare resources negeren kunt u alle medewerkers weergeven waarbij u de functies 'kennisgebieden' en 'beschikbare resources' negeert.

De workbenchplanning is gebaseerd op de kalendergegevens. In sommige gevallen kan de planning echter zonder de kalender worden gedaan. Gebruik de optie Kalender negeren om de kalender te negeren en de taak tijdens de niet-beschikbare tijd van de medewerker toe te wijzen.

Een activiteit aan een medewerker toekennen:

  1. Op de beschikbaarheid van de medewerker gebaseerde planning: Controleer wanneer de medewerker de klant kan bezoeken. Sleep de geselecteerde niet-toegewezen activiteit uit het raster naar de Gantt-grafiek en wijs de activiteit toe aan de vereiste medewerker. De geplande starttijd en eindtijd van de activiteit zijn gewijzigd.
  2. Planning gebaseerd op de gevraagde tijd voor de activiteit: Controleer of een medewerker beschikbaar is voor de gevraagde datum/tijd. Selecteer de medewerker(s) uit de Gantt-grafiek en koppel deze aan het ordernummer van de geselecteerde activiteit, de activiteitnummerkolommen van de activiteit, of aan de medewerkerskolom in het raster, en gebruik daarbij de optie voor slepen en neerzetten. Het ordernummer en de gerelateerde niet-toegewezen activiteiten voor de order worden toegewezen aan de medewerker. U kunt de activiteiten in het raster ook naar de Gantt slepen, zodat deze aan een medewerker kunnen worden toegewezen.
NB

U kunt meerdere medewerkers selecteren als de activiteit moet worden gedeeld. U kunt meerdere activiteiten/bewerkingen selecteren die moeten worden toegewezen aan één medewerker.