Default relatie voor order

Calls

Wanneer een call wordt geregistreerd in de sessie Call (tsclm1100m000), wordt de default Relatie opgehaald uit de sessie Installatiegroepen (tsbsc1100m000) of de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000). Het veld Defaultrelatie voor order in de sessie Installatiegroepen (tsbsc1100m000) of de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) geeft de rollen van de relatie aan die wordt gebruikt als de Relatie voor de call.

Als de rol In gebruik-door relatie wordt gebruikt als de default relatie, moet de waarde in het veld Contactpersoon in gebruik-door relatie worden gecontroleerd om te bepalen of deze waarde kan worden gebruikt als de default voor het veld Contactpersoon locatie (verkopen-aan contactpersoon).

Als de installatiegroep of het seriedragende artikel voor de call niet het eigendom is van de Relatie van de call, wordt de gebruiker daarvan op de hoogte gesteld.

LN geeft die notificatie niet weer als de Relatie niet de eigenaar is van het seriedragende artikel of de installatiegroep, maar wel als een van de relatierollen is gedefinieerd.

Serviceorders

Wanneer een serviceorder wordt aangemaakt in de sessie Serviceorders (tssoc2100m000), wordt de default Relatie opgehaald uit de installatiegroep of het seriedragende artikel. Het veld Defaultrelatie voor order in de sessie Installatiegroepen (tsbsc1100m000) of de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) geeft de rol van de relatie aan die wordt gebruikt als de Relatie voor de serviceorder.

LN waarschuwt de gebruiker als een installatiegroep of seriedragend artikel wordt gebruikt in de serviceorder die niet het eigendom is van de Relatie van de serviceorder. Als de default Relatie is opgehaald uit het seriedragende artikel of de installatiegroep, wordt die notificatie niet weergegeven.

LN waarschuwt de gebruiker niet (niet-blokkerende notificatie) als de Relatie niet de eigenaar is van het seriedragende artikel of de installatiegroep, maar wel aanwezig is als een van de gedefinieerde rollen.

Serviceorder genereren

Serviceorders kunnen gegenereerd worden vanuit verschillende bronnen. De default Relatie moet worden opgehaald uit de bron, op basis van het mechanisme voor het ophalen van de default Relatie/eigenaar voor het seriedragende artikel en de installatiegroep.

  • Projecten (TP): Wordt opgehaald uit de installatiegroep of het project.
  • Geplande activiteiten: Wordt opgehaald uit het seriedragende artikel.
  • Call: Wordt opgehaald uit de call.
  • Field Change Orders: Wordt opgehaald uit de Field Change Order of het seriedragende artikel.
  • Inspecties Wordt opgehaald uit het seriedragende artikel.
  • Gereedschap: Wordt opgehaald uit het seriedragende artikel.
  • Offertes: Wordt opgehaald uit de offerte.
  • Seriedragend artikel: Wordt opgehaald uit het seriedragende artikel.
  • Medewerker op locatie: Wordt opgehaald uit medewerker op locatie.

In andere gevallen moet de waarde in dit veld worden gewist.

Reparatieverkooporders

De velden Installatiegroep, Artikel en Serienummer zijn toegevoegd aan de sessie Reparatieverkooporders (tsmsc1100m000). Deze velden worden gebruikt om default waarden op te halen voor de velden Servicebureau, Servicetype en verkopen-aan Verzenden-aan relatie.

Deze velden worden niet gebruikt voor contractgerelateerde default waarden en mogen niet worden gebruikt als default waarden voor de artikelregels van de reparatieverkooporder.

Het veld Defaultrelatie voor order in de sessie Installatiegroepen (tsbsc1100m000) of de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) geeft de relatierol aan die wordt gebruikt als de verkopen-aan Verzenden-aan relatie op de reparatieverkooporder.

LN waarschuwt de gebruiker (niet-blokkerende notificatie) als een installatiegroep of seriedragend artikel wordt gebruikt in de reparatieverkooporder die niet het eigendom is van de Relatie van de reparatieverkooporder. Als de default verkopen-aan Verzenden-aan relatie is opgehaald uit het seriedragende artikel of de installatiegroep, wordt de notificatie niet weergegeven.

LN waarschuwt de gebruiker niet (niet-blokkerende notificatie) als de verkopen-aan Verzenden-aan relatie niet de eigenaar is van het seriedragende artikel of de installatiegroep, maar wel aanwezig is als een van de gedefinieerde rollen.

Reparatieverkooporder genereren

Wanneer een reparatieverkooporder wordt gegenereerd vanuit een call of een geplande activiteit, worden default waarden opgehaald voor de velden InstallatiegroepArtikel en Serienummer. Deze velden mogen alleen worden gewijzigd als de geplande activiteiten van de order worden gegroepeerd op afdeling en/of tijd.

Wanneer een nieuwe order wordt aangemaakt in de sessie Seriedragend artikel (tscfg2600m000), worden voor de velden Installatiegroep, Artikel en Serienummer default waarden opgehaald uit de sessie Seriedragend artikel (tscfg2600m000).

Klantvorderingen

Wanneer een klantvordering wordt aangemaakt, wordt voor de Relatie een default waarde opgehaald op basis van de Installatiegroep of het seriedragende Artikel. Het veld Defaultrelatie voor order veld in de sessie Installatiegroepen (tsbsc1100m000) of de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) geeft aan welke van de relatierollen wordt gebruikt als Relatie voor de vordering.

LN waarschuwt de gebruiker (niet-blokkerende notificatie) als een installatiegroep of seriedragend artikel wordt gebruikt in de reparatieverkooporder die niet het eigendom is van de Relatie van de reparatieverkooporder. Als de default verkopen-aan Verzenden-aan relatie is opgehaald uit het seriedragende artikel of de installatiegroep, wordt de notificatie niet weergegeven.

LN waarschuwt de gebruiker niet (niet-blokkerende notificatie) als de verkopen-aan Verzenden-aan relatie niet de eigenaar is van het seriedragende artikel of de installatiegroep, maar wel aanwezig is als een van de gedefinieerde rollen.

Deze nieuwe functionaliteit is alleen van toepassing voor artikelen die worden opgegeven in de kop van de vordering.