Workbench gebiedsplanning (tsspc8351m000)

Met de gebiedsplanning kunt u simulaties uitvoeren om het gewenste gebied of de gewenste medewerker te selecteren. Het doel is om de reistijd te reduceren door uitwisselbaar werk te clusteren in een geografisch gebied. De gebied-machine vergelijkt de benodigde capaciteit voor de seriedragende artikelen met de beschikbare capaciteit (van de (gesimuleerde) medewerkers). De machine berekent de best mogelijke combinatie van de benodigde capaciteit voor het seriedragende artikel en de beschikbare capaciteit. Er kan ook worden gekozen om een medewerker verantwoordelijk te maken voor een gebied en tevens de optimale gebieden te berekenen.

Aan de hand van gedefinieerde selectiecriteria kan de planner seriedragende artikelen selecteren waarvoor in een bepaald geografisch gebied servicewerk moeten worden uitgevoerd (benodigde capaciteit). Het systeem berekent de benodigde capaciteit op basis van historische en/of al bekende gegevens. Om een controle op de beschikbare capaciteit uit te voeren, heeft de gebruiker de flexibiliteit om zowel bestaande als gesimuleerde servicemedewerkers op te geven. Als de kalender- en beschikbaarheidssoort van een medewerker gedefinieerd zijn, berekent het systeem de beschikbare capaciteit. De gebruiker kan de simulatieresultaten gebruiken om de voorkeursmedewerker voor het seriedragende artikel en/of het gebied te wijzigen.

De volgende opties zijn beschikbaar:

1. Toewijzing ongedaan maken: Hiermee wordt de toewijzing van een medewerker aan het geselecteerde seriedragende artikel ongedaan gemaakt. Deze knop is ingeschakeld:
   • Wanneer er seriedragende artikelen worden geselecteerd die al aan een medewerker zijn toegewezen.
   • Wanneer de selectie geen artikelen bevat van zowel Plan A als Plan B.
2. Weer te geven artikelen: Hiermee wordt onder andere een lijst van kaartlagen weergegeven. Wanneer u een artikel selecteert/deselecteert, wordt voor het artikel de betreffende laag op de kaart weergegeven/verborgen. Alle weergaven worden default geselecteerd. Artikelfilter: Deze waarde kan worden ingesteld op Toegewezen en/of Niet-toegewezen. Zowel Toegewezen als Niet-toegewezen wordt default geselecteerd. Wanneer de gebruiker een artikel deselecteert, bijvoorbeeld Toegewezen, worden alleen de niet-toegewezen artikelen zichtbaar op de workbench (op de kaart en ook op Raster).
3. Vernieuwen: Met deze optie vernieuwt u de gegevens voor de geselecteerde gebiedsplannen.
4. Passend maken: Met deze optie wordt de kaart zo weergegeven, dat alle seriedragende artikelen zichtbaar zijn op de kaart.
5. Inzoomen, Uitzoomen: Met deze optie kunt u op de medewerker op de kaart inzoomen en uitzoomen.
6. Punaisegrootte: Deze optie wordt gebruikt om de punaise op de kaart te vergroten of verkleinen.
7. Werkruimte Menu: Dit omvat verschillende menu's met betrekking tot de layout van de interface van de workbench.
8. Instellingen en Help: Het instellingenmenu biedt opties voor default instellingen en instellingen voor de layout. Met de optie Help wordt de online Help geopend.

De volgende pictogrammen worden in de workbench gebiedsplanning gebruikt.

Pictogram	Toelichting
	Dit pictogram staat voor de locatie van de medewerker (indien opgegeven in de gebiedsplanning). Alle aan de medewerker toegewezen seriedragende artikelen worden in dezelfde kleur weergegeven en het pictogram heeft de kleur van de seriedragende artikelen die zijn toegewezen aan de medewerker. NB: Dit pictogram toont ook de afbeelding van de medewerker, indien beschikbaar in de sessie Medewerkers - Algemene gegevens (tccom0101m000).
	Dit pictogram staat voor het referentiepunt dat is opgegeven voor de medewerker. Dit moet dezelfde kleur hebben als de medewerker waaraan het is toegewezen.
	Dit pictogram staat voor het middelpunt van de artikelen die bij hetzelfde gebied horen.
	Dit pictogram staat voor een seriedragend artikel (of in latere versies ook een installatiegroep). Het oranje deel geeft aan dat het artikel is gekoppeld aan een gebiedsplanning die is opgegeven in plan A, en dat het artikel is toegewezen aan een gebied of een voorkeursmedewerker (de kleur van het gebied of de medewerker is dan oranje). Het blauwe deel geeft aan dat het artikel is gekoppeld aan een gebiedsplanning die is opgegeven in plan B, en dat het artikel is toegewezen aan een gebied of een voorkeursmedewerker (de kleur van het gebied of de medewerker is dan blauw).
	Dit pictogram staat voor het seriedragende artikel dat is opgegeven in plan A van de workbench, waarbij het seriedragende artikel niet is gekoppeld aan een voorkeursmedewerker of gebied in plan B.
	Dit pictogram staat voor het seriedragende artikel, waarbij slechts één gebiedsplanning is geselecteerd in plan A of plan B.