Capaciteitstoewijzingen berekenen (tsspc4200m000)

De unieke ID van de gebiedsplanning.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

De methode om capaciteitstoewijzingen te berekenen.

Dit veld kan de volgende waarden hebben:

• In rechte lijn, Reistijd in rechte lijn Indien dit selectievakje is ingeschakeld, berekent LN de doorbelasting op basis van de hemelsbrede afstand. Aan het einde van de doorbelasting worden de afstand en reistijden ook berekend op basis van het middelpunt (en/of locatie van medewerker) en de hemelsbrede afstand.
• In rechte lijn, Reistijd over de weg Indien dit selectievakje is ingeschakeld, berekent LN de doorbelasting op basis van de hemelsbrede afstand. Aan het einde van de doorbelasting worden de afstand en reistijden opnieuw berekend met behulp van de webservice die in de sessie Parameters serviceplanning (tsspc0100m000) is geselecteerd.
• Over de weg, Reistijd over de weg Indien dit selectievakje is ingeschakeld, gebruikt LN een webservice voor de berekening van de reistijd. Deze optie is alleen toegestaan als bij alle beschikbare capaciteiten een vast referentiepunt wordt gebruikt.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, en beschikbare capaciteiten aanwezig zijn binnen de gebiedsplanning waarvan de totale capaciteit berekend is op basis van een kalender, dan berekent LN de beschikbare totale capaciteit opnieuw voor die beschikbare capaciteiten.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zet LN toegekende seriedragende artikelen van de ene medewerker over naar een andere om het toewijzingsproces te optimaliseren. Bijvoorbeeld: als de capaciteit van een resource wordt gebruikt en er bevinden zich veel seriedragende artikelen in de buurt van het gebied van die resource die nog steeds moeten worden toegekend.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wijst LN de resource toe die zich het dichtst bij de locatie van de seriedragende artikelen zonder bezoeken bevindt.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, LN een foutenverslag. Dit verslag bevat gegevens over fouten die optreden tijdens de berekening van capaciteitstoewijzingen.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, genereert LN een rapport met waarschuwingen. Dit rapport bevat gegevens over waarschuwingen die optreden tijdens de berekening van capaciteitstoewijzingen.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, genereert LN een rapport voor alle seriedragende artikelen die zijn toegekend aan een resource.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, genereert LN een rapport voor alle seriedragende artikelen die zijn toegekend aan een resource in een order (per resource).

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, genereert LN een rapport voor alle seriedragende artikelen die niet zijn toegekend aan een resource.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, slaat LN de resultaten van de berekende capaciteitstoewijzing op in een XML-bestand, als de berekening zonder fouten is verlopen.

De locatie waar het XML-bestand wordt opgeslagen.

De directory waarin het XML-bestand moet worden opgeslagen.

De naam van het XML-bestand.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, maakt LN een logbestand aan voor het totale aantal toegekende seriedragende artikelen samen met de totale reistijd in groepsplanning.

De locatie waar het logbestand wordt opgeslagen.

Toegestane waarden

Lokaal systeem

• Als deze optie is geselecteerd en de HTML5-client niet wordt gebruikt, wordt het logbestand in het systeem van de gebruiker aangemaakt. U kunt de directory selecteren waar het bestand moet worden opgeslagen.
• Als deze optie is geselecteerd en de HTML5-client wordt gebruikt, hebt u geen toegang tot de directorystructuur, omdat de bestanden in een HTML5-omgeving automatisch worden gedownload naar de downloadmap. De gebruiker wordt echter gevraagd het downloaden te bevestigen. LN genereert de bestandsnaam die een tijdstempel, de gebruikersnaam en de herkomst-sessiecode bevat.

Server

Als deze optie is geselecteerd en de multi-tenant cloudomgeving wordt gebruikt, hebt u alleen toegang tot de directory $BSE\Appdata op de server. U moet een subdirectorynaam opgeven waarop LN controleert of de subdirectory bestaat.

Als deze optie is geselecteerd en de multi-tenant cloudomgeving niet wordt gebruikt, kan het besturingssysteem een van de volgende twee zijn:

• UNIX: als LN wordt uitgevoerd op een UNIX-server, gaat LN voor het opslaan van het bestand eerst uit van de basisdirectory van de gebruiker die toegang tot de sessie tsspc4200m000 krijgt. Als de basisdirectory niet beschikbaar is, neemt LN de bse.tmp.dir$(), wat de $BSE/tmp-directory is. LN beschouwt deze directory als het volledige pad of als een relatief pad om het bestand op te slaan.
• Windows: als LN wordt uitgevoerd op een Windows-server, is de basisdirectory niet beschikbaar en neemt LN de bse.tmp.dir$(), wat de $BSE/tmp-directory is. LN beschouwt deze directory als het volledige pad of als een relatief pad om het bestand op te slaan.

Niet van toepassing

De directory waarin het logbestand moet worden opgeslagen.

Het volledige pad van de locatie van de directory waar de bestanden worden opgeslagen.

De naam van het logbestand.