Servicecontracten (tsctm3100m000)

De code van het servicecontract.

Een alternatieve vorm van een omschrijving die het zoeken eenvoudiger maakt. Een zoekargument wordt meestal gevormd door een afkorting, een acroniem of een handig alternatief voor een volledige omschrijving.

Een manier om contracten te categoriseren op basis van overeenkomsten en gemeenschappelijke kenmerken.

Elke contractsoort wordt geïdentificeerd door een alfanumerieke code van maximaal drie tekens.

De startdatum van het contract.

De datum waarop het contract vervalt.

Vrij

Dit is de beginstatus. Het is mogelijk het servicecontract te wijzigen.

Actief

Er kunnen in het servicecontract geen wijzigingen meer via de procedure voor contractverlenging worden aangebracht.

Vervallen

De vervaldatum van het contract is verstreken.

Geannuleerd

Het servicecontract is geannuleerd om de reden die daarvoor is opgegeven.

Afgesloten

Het servicecontract is financieel verwerkt en kan naar de historie worden verplaatst.

De relatie die goederen of diensten bestelt bij uw organisatie, die de eigenaar is van de configuraties die u onderhoudt of waarvoor u een project uitvoert. Doorgaans de afdeling Inkoop van een klant.

De overeenkomst met de verkopen-aan relatie kan het volgende omvatten:

• Default prijs- en kortingsovereenkomsten
• Defaults van verkooporders
• Leveringscondities
• De gerelateerde verzenden-aan en factureren-aan relatie

De code van het adres.

De persoon waarmee u zakelijke transacties bespreekt. U richt bijvoorbeeld uw vragen, offertes, vervolgcalls, direct mailings en relatiegeschenken aan de contactpersoon. De gegevens van de contactpersoon omvatten de naam, het telefoonnummer, het e-mailadres en andere details.

Een referentieveld voor aanvullende informatie die in diverse servicecontractdocumenten en lijsten kan worden afgedrukt.

Dit is een referentieveld voor aanvullende informatie die in diverse servicecontractdocumenten en lijsten kan worden afgedrukt.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er contracttekst afgedrukt op het servicecontractdocument.

De serviceafdeling of het verkoopbureau dat verantwoordelijk is voor het servicecontract of de servicecontractofferte.

Een medewerker van uw bedrijf die verantwoordelijk is voor het onderhouden van het contact met de verkopen-aan relatie. Het medewerkersnummer van de vertegenwoordiger wordt ook gebruikt als een sorteercriterium in de verkoopstatistiek.

Een groep klanten, leveranciers of medewerkers die in dezelfde bedrijfstak werken.

Branches kunnen gebruikt worden als selectiecriterium bij het genereren van verslagen of overzichten van statistische en historische gegevens.

Het hoogste niveau dat gebruikt wordt om prijzen en kortingen vast te leggen voor een groep klanten en/of leveranciers. De prijs en korting kunnen bepaald worden door een prijslijstcode te koppelen aan een verkooporder.

Project

Het project waaraan de kosten zijn gepegd.

NB

De projectkostenrekening waaraan de kosten zijn gepegd, is een combinatie van Project, Structuurdeel en Activiteit.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Structuurdeel

Het structuurdeel dat aan het project is gekoppeld.

NB

De projectkostenrekening waaraan de kosten zijn gepegd, is een combinatie van Project, Structuurdeel en Activiteit.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Activiteit

De activiteit die aan het project is gekoppeld.

NB

De projectkostenrekening waaraan de kosten zijn gepegd, is een combinatie van Project, Structuurdeel en Activiteit.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een koptekst afgedrukt op het servicecontractdocument.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een voettekst afgedrukt op het servicecontractdocument.

De relatie waarnaar u facturen stuurt. Meestal is dit de crediteurenadministratie bij de debiteur. De definitie omvat de default valuta en wisselkoers, de factureermethode en frequentie, informatie over de kredietlimiet van de debiteur, de betalingsvoorwaarden en de wijze van betalen, en de gerelateerde betalen-door relatie.

Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.

De persoon waarmee u zakelijke transacties bespreekt. U richt bijvoorbeeld uw vragen, offertes, vervolgcalls, direct mailings en relatiegeschenken aan de contactpersoon. De gegevens van de contactpersoon omvatten de naam, het telefoonnummer, het e-mailadres en andere details.

Het type verkoop dat op de factureren-aan relatie van toepassing is.

Een attribuut van orderkop en orderregels waarmee u uitzonderingen op de belasting voor de mutaties kunt definiëren. LN haalt de default belastingclassificatie op uit de factureren-door en factureren-aan relaties.

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is het servicecontract vrijgesteld van belastingclassificatie.

De identificatiecode van de termijnsjabloon.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de termijnsjabloon opgegeven voor elke configuratieregel waaraan dekkingsvoorwaarden zijn gekoppeld.

De sjabloon waarin het percentage is gedefinieerd waarmee het contractbedrag moet worden geïndexeerd.

Overeenkomsten met betrekking tot de manier waarop facturen worden betaald.

De betalingscondities omvatten:

• De periode waarbinnen de facturen moeten worden betaald.
• De verleende korting als een factuur wordt betaald binnen de aangegeven periode.

De betalingscondities stellen u in staat om het volgende te berekenen:

• De datum waarop moet worden betaald
• De datum waarop de kortingsperioden vervallen
• Het kortingsbedrag

Het percentage dat wordt geheven over het goederenbedrag of over het bedrag aan geleverde diensten, dat de ontvanger van de factuur moet betalen als de factuur niet binnen de aangegeven periode wordt betaald.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt er een tekst afgedrukt op termijnfacturen.

De valuta die in het servicecontract is opgegeven.

Een manier om valutakoersen te groeperen. U kunt verschillende valutakoersen toekennen aan verschillende factureren-aan relaties en/of aan verschillende soorten mutaties (inkoop, verkoop, enzovoort).

Documentdatum

LN gebruikt de koers die geldt op de datum en tijd waarop de documenten zijn aangemaakt. De koersbepaling Documentdatum is van toepassing op alle soorten mutaties. U kunt de koers handmatig wijzigen.

De koers wordt bijgewerkt door Facturering wanneer de factuur wordt geboekt.

Handmatig ingegeven

U kunt de koers handmatig invoeren. LN gebruikt default de koers die geldt op de datum en tijd waarop de documenten zijn aangemaakt. De koersbepaling Handmatig ingegeven is van toepassing op alle soorten mutaties.

Leverdatum

Als de goederen nog niet zijn geleverd, gebruikt LN de koers die geldt op de orderdatum. Als deze orderdatum echter in het verleden valt, gebruikt LN de koers die geldt op de huidige datum.

Als de goederen zijn geleverd, gebruikt LN de koers die geldt op de werkelijke leverdatum.

De koersbepaling Leverdatum is alleen van toepassing op verkooporders, serviceorders en verkoopfacturen. U kunt de koers niet handmatig wijzigen.

Ontvangstdatum

LN gebruikt de koers die geldt op de datum en tijd waarop u de goederen verwacht. De koersbepaling Ontvangstdatum is alleen van toepassing op inkooporders en verkoopfacturen. U kunt de koers niet handmatig wijzigen.

Verwachte betaaldatum

LN gebruikt de koers die geldt op de datum en tijd waarop betaling van de verkoop- of inkoopfactuur wordt verwacht.

Verwachte betaaldatum = verwachte lever-/ontvangstdatum + betalingstermijn 

De betalingstermijn wordt opgegeven in de sessie Betalingscondities (tcmcs0113s000). De koersbepaling Verwachte betaaldatum is van toepassing op alle soorten mutaties. U kunt de koers niet handmatig wijzigen.

De koers wordt bijgewerkt door Facturering wanneer de factuur wordt geboekt.

Vast

U kunt deze koersbepaling alleen voor een dependent- of single-currency systeem gebruiken. De koersbepaling Vast is van toepassing op alle soorten mutaties.

Indien u handmatig de koersen invoert tussen de mutatievaluta en de referentievaluta's is de koers vast. Indien u de koersen niet handmatig invoert, is de koers niet vast en gebruikt LN de koers die geldt op de datum en tijd waarop de documenten zijn aangemaakt.

Vaste koers in rapporteringsvaluta

U kunt deze koersbepaling alleen gebruiken voor een independent-currency systeem. De koersbepaling Vaste koers in rapporteringsvaluta is van toepassing op alle soorten mutaties.

Indien u handmatig de koers invoert tussen de mutatievaluta en de rapporteringsvaluta's, zijn de koersen vast. De lokale valutakoers is gebaseerd op de documentdatum van het werkelijke document.

Indien u niet handmatig de koers invoert tussen de mutatievaluta en de rapporteringsvaluta's, zijn de koersen niet vast en gebruikt LN de koersen die gelden op de datum en tijd waarop de documenten zijn aangemaakt.

Vaste koers in lokale valuta

U kunt deze koersbepaling alleen gebruiken voor een independent-currency systeem. De koersbepaling Vaste koers in lokale valuta is van toepassing op alle soorten mutaties.

Indien u handmatig de koers invoert tussen de mutatievaluta en de lokale valuta, is de koers vast. De overige koersen zijn gebaseerd op de documentdatum van het werkelijke document.

Indien u de koersen van de lokale valuta niet handmatig invoert, is de koers niet vast en gebruikt LN de koers die gelden op de datum en tijd waarop de documenten zijn aangemaakt.

Vaste koers in lok. val. of rapport.val.

U kunt deze koersbepaling alleen gebruiken voor een independent-currency systeem. De koersbepaling Vaste koers in lok. val. of rapport.val. is van toepassing op alle soorten mutaties.

Indien u handmatig de koers invoert tussen de mutatievaluta en de eigen valuta's, zijn de koersen vast. De lokale valutakoers is gebaseerd op de documentdatum van het werkelijke document.

Indien u niet handmatig de koersen invoert tussen de mutatievaluta en de eigen valuta's, zijn de koersen niet vast en gebruikt LN de koersen die gelden op de datum en tijd waarop de documenten zijn aangemaakt.

De koers voor één valutabasiseenheid.

Het land waarin u BTW moet betalen of aangeven. Het belastingland kan afwijken van het land waar de service is verleend of de goederen zijn geleverd.

Default waarde

Als de belastingcode aan het locatieadres wordt ontleend, is het land uit het locatieadres de default waarde. Als dat niet het geval is, is het land uit het adres van de verkopen-aan relatie de default waarde.

Het belastingnummer van de serviceverlener.

De belastingcode die van toepassing is voor het belastingland

LN stelt de default belastingcode als volgt vast:

Als er sprake is van een omzetbelasting op basis van bestemming, worden de belastingregels geraadpleegd op basis van:

• Verkopen-aan relatie
• Locatieadres

Als geen belastingcode wordt gevonden, worden de belastingregels geraadpleegd op basis van:

• Verkopen-aan relatie
• Verkopen-aan adres

Als er geen sprake is van omzetbelasting op basis van bestemming of als er geen belastingcode wordt gevonden, wordt de belastingcode gebruikt die is opgegeven voor de betreffende serviceafdeling.

NB

• Alleen de belastingcodes die in de sessie Belastingcodes per land (tcmcs0536m000) worden genoemd voor het land dat u hebt geselecteerd op het veld Belastingland, zijn toegestaan.

Het belastingland van de relatie.

De omschrijving van het belastingland van de relatie.

Het belastingnummer van de relatie.

De relatie waarvan u betalingen ontvangt. Meestal is dit de crediteurenadministratie bij de debiteur. De definitie omvat de default valuta en de valutakoers, de bankrelatie van de debiteur, de soort aanmaningen die u naar de relatie stuurt en de frequentie van het versturen van aanmaningen.

De code van het adres.

De persoon waarmee u zakelijke transacties bespreekt. U richt bijvoorbeeld uw vragen, offertes, vervolgcalls, direct mailings en relatiegeschenken aan de contactpersoon. De gegevens van de contactpersoon omvatten de naam, het telefoonnummer, het e-mailadres en andere details.

De periode waarvoor het contract actief is. Toets een numerieke waarde in en selecteer een tijdseenheid om de contractduur te definiëren. De volgende tijdseenheden zijn mogelijk:

• Dag
• Week
• Maand
• Kwartaal
• Jaar

Voorbeeld: Een contract kan actief zijn voor 1 jaar, 1 kwartaal enzovoort.

Numerieke waarde: Nr. 1

Tijdseenheid: Dag, Week enzovoort.

De tijdseenheid waarmee de periode gedurende welke het contract actief is, wordt gedefinieerd. De volgende tijdseenheden zijn mogelijk:

• Dag
• Week
• Maand
• Kwartaal
• Jaar

Voorbeeld: Een contract kan actief zijn voor 1 jaar, 1 kwartaal enzovoort.

Numerieke waarde: Nr. 1

Tijdseenheid: Dag, Week, enzovoort.

De methode waarmee de manier wordt bepaald waarop de contractprijs wordt vastgesteld.

De volgende prijsmethoden zijn beschikbaar:

• Verkoopwaarde van configuratie
• Begrote servicekosten
• Prijsbepaling installatie/artikel

Als de gebruikte prijsmethode Verkoopwaarde van configuratie is, is een waarde voor het percentage vereist.

Een offerte voor een relatie ten behoeve van een servicecontract.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u overuren gebruiken bij de implementatie van het servicecontract.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u een servicecontract met de status Actief of Vervallen verlengen.

Als u dit selectievakje uitschakelt, wordt het veld Verlengingsperiode gedeactiveerd.

De periode waarvoor het contract actief is. Toets een numerieke waarde in en selecteer een tijdseenheid om de periode te definiëren. De volgende tijdseenheden zijn mogelijk:

• Dag
• Week
• Maand
• Kwartaal
• Jaar

Voorbeeld: Een contract kan actief zijn voor 1 jaar, 1 kwartaal enzovoort.

Numerieke waarde: Nr. 1

Tijdseenheid: Dag, Week enzovoort.

De tijdseenheid waarmee de periode gedurende welke het contract actief is, wordt gedefinieerd. De volgende tijdseenheden zijn mogelijk:

• Dag
• Week
• Maand
• Kwartaal
• Jaar

Voorbeeld: Een contract kan actief zijn voor 1 jaar, 1 kwartaal enzovoort.

Numerieke waarde: Nr. 1

Tijdseenheid: Dag, Week enzovoort.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt dit contract tijdens een collectief verlengingsproces genegeerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u een indexering toepassen op de servicecontractprijs. Dankzij indexering kunt u de servicecontractprijs met een bepaald interval verlagen of verhogen.

De ingangsdatum voor de indexering.

De periode waarna de indexering plaatsvindt.

Voorbeeld

Als de duur van het servicecontract twee (2) jaar bedraagt en de indexeringsperiode zes maanden bedraagt, vindt er viermaal indexering plaats.

De periode-eenheid van de indexeringsperiode.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u in dit servicecontract incidentele wijzigingen aanbrengen.

Als in een actief servicecontract incidentele wijzigingen worden aangebracht, kunt u hier een boete invoeren die door de verkopen-aan relatie moet worden betaald.

Aantal dagen per periode

Als basis bij de toerekening van opbrengsten per periode fungeert het aantal dagen per boekingsperiode. Het aantal dagen dat het contract gedurende de boekingsperiode van kracht is, bepaalt het bedrag dat voor die boekingsperiode moet worden toegerekend. De basis voor de contractprijs per dag wordt gevormd door de duur van het contract in dagen, gerekend vanaf de startdatum van het contract tot en met de einddatum ervan. De volgende formules worden gebruikt:

bedrag dat moet worden toegerekend = (netto contractbedrag / totaalaantal contractdagen) * aantal dagen dat contract of configuratie bij de boekingsperiode hoort

netto contractbedrag = (totale verkoopbedrag contract) * (100 - p)%

Hierbij staat 'p' voor het percentage dat op het veld Voorziening in de contractkop is opgegeven. Als 'p' gelijk is aan nul, komt het netto contractbedrag overeen met het huidige totale verkoopbedrag van het contract.

Cumulatieve dagen

Het bedrag dat moet worden toegerekend, wordt gebaseerd op het aantal dagen dat is verstreken sinds de laatste toerekening voor het contract is uitgevoerd. De boekingsperiode waarin de aanmaakdatum van de contractopbrengsten valt, fungeert als boekingsperiode waarin het bedrag wordt toegerekend. De volgende formules worden gebruikt:

bedrag dat moet worden toegerekend = ((netto contractbedrag / totaalaantal contractdagen * cumulatieve dagen tot en met datum) - cumulatieve toegerekende opbrengsten tot en met datum)

netto contractbedrag = (totale verkoopbedrag contract) * (100 - p)%

Hierbij staat 'p' voor het percentage dat op het veld Voorziening in de contractkop is opgegeven.

Earned Revenue-factor (kosten/periode)

Als materiaalregels, taakregels en overige regels in Serviceorderbeheer, Callbeheer of Reparatieverkoopbeheer zijn nagecalculeerd, worden de kosten die voor het contract zijn gemaakt, overgeboekt naar Contractbeheer en in de boekingsperiode opgeslagen waarin de nacalculatie heeft plaatsgevonden. De volgende formules worden gebruikt:

ERF = totale verkoopbedrag contract / totaalbedrag kosten voorcalculatie dat moet worden toegerekend = (kosten die voor de periode zijn gemaakt * ERF)

netto contractbedrag = (totale verkoopbedrag contract) * (100 - p)%

netto configuratiebedrag = (totale verkoopbedrag configuratie) * (100 - p)%

Earned Revenue-factor (cum. kosten)

Het bedrag dat moet worden toegerekend, wordt gebaseerd op de kosten die zijn gemaakt sinds de laatste toerekening voor het contract is uitgevoerd. De boekingsperiode waarin de aanmaakdatum van de contractopbrengsten valt, fungeert als boekingsperiode waarin het bedrag wordt toegerekend. De volgende formules worden gebruikt:

ERF = totaal verkoopbedrag contract / totaalbedrag kosten voorcalculatie dat moet worden toegerekend = (A of B, de laagste waarde) - cumulatieve toegerekende opbrengsten tot en met datum

A = cumulatieve gemaakte kosten tot en met datum * ERF

B = netto contractbedrag

netto contractbedrag = (totale verkoopbedrag contract) * (100 - p)%

Als de toerekening op configuratieniveau plaatsvindt:

ERF = verkoopbedrag contractconfiguratie / bedrag voorgecalculeerde kosten voor configuratie dat moet worden toegerekend = (A of B, de laagste waarde) - cumulatieve toegerekende opbrengsten tot en met datum

A = cumulatieve gemaakte kosten tot en met datum * ERF

B = nettobedrag contractconfiguratie

netto bedrag contractconfiguratie = (totale verkoopbedrag contractconfiguratie) * (100 - p)%

Niet van toepassing

Met deze waarde in de vorm van een percentage hoeft een gedeelte van het totale contractbedrag pas na het einde van de periode te worden toegerekend. Nadat de contractperiode is verstreken, kan de voorziening worden toegerekend. Dankzij deze voorziening worden onvoorziene risico's, zoals annulering, afsluiting of wijziging van het contract, opgevangen. Deze kunnen van invloed zijn op de opbrengsten die moeten worden toegerekend. Om te voorkomen dat het bedrag aan voorziening overmatig wordt toegerekend, wordt meestal uitgegaan van een bepaalde voorziening. Op basis van de buffer die door het bedrijf noodzakelijk wordt geacht, wordt een bepaald voorzieningspercentage gehanteerd.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de toerekening van opbrengsten uitgevoerd voor elke configuratie in het contract. Met deze methode wordt aanvullende informatie gegenereerd over de mate waarin de contractconfiguraties hebben bijgedragen aan de totale opbrengst.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de toerekening van opbrengsten uitgevoerd voor het contract.