Installaties (tsbsc1110m000)
Deze sessie kunt u gebruiken om configuraties voor een geselecteerde installatiegroep te muteren.
Voorbeeld
Twee configuraties (engines), die elk van de code CF6 zijn voorzien en die bij uw relatie MACH Industries (MACHI) horen, worden beschouwd als één installatiegroep. De installatiegroep heet CF6-machine MACHI.
- Met de opdracht Sorteren op in het menu kunt u de manier kiezen waarop de gegevens van de installatiegroep worden weergegeven.
- Gebruik de optie Synchr. naar fysieke specificatiestructuur om de gewijzigde gegevens te synchroniseren met de gekoppelde seriedragende artikelen en fysieke specificaties.
In het betreffende menu kunt u de volgende opties kiezen:
- Fysieke specificatie aanmaken - Hiermee kunt u een fysieke-specificatiestructuur genereren op basis van:
- Artikelspecificatie
- As-built structuur
- Projectspecificatiestructuren
- - Hiermee kunt u de multi-level of single-level parent-/child-relaties opvragen of muteren tussen seriedragende artikelen die een fysieke specificatie vormen. Een fysieke specificatie wordt gedefinieerd voor een configuratie. Met behulp van de specificatie kunt u de built-up structuur en as-maintained structuur van de configuratie weergeven.
- artikelspecificatie vormen. - Hiermee kunt u de parent-/child-relaties opvragen of muteren tussen artikelen die een
- Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) gestart. - Hiermee wordt de sessie
- Installaties activeren - Hiermee wordt de sessie Installaties activeren (tscfg2210m500) gestart, waarin u de status van meerdere configuraties in één bewerking in Actief kunt wijzigen.
- Installatiegroep
-
De installatiegroep waaraan de configuraties, anonieme artikelen of seriedragende artikelen zijn gekoppeld.
- Omschrijving
-
De naam of omschrijving van de installatiegroep.
- Regel
-
Het identificatienummer van een anoniem artikel of seriedragend artikel in de installatiegroep.
- Artikel
-
Het anonieme artikel dat bij een artikelspecificatie kan horen en aan deze installatiegroep is gekoppeld. Met de waarde op het veld Installatie wordt het artikel (de specificatie) voor de installatiegroep geïdentificeerd.
NB- U kunt voor een anoniem artikel een hoeveelheid opgeven op het veld Aantal artikelen.
- Als u een seriedragend artikel aan de installatiegroep wilt koppelen, selecteert u het serienummer van het artikel op het veld Serienummer.
- Serienummer
-
Als u een seriedragend artikel aan deze installatiegroep wilt koppelen, voert u het serienummer van het artikel op dit veld in.
NBDit veld is niet beschikbaar als u een hoeveelheid voor het anonieme artikel hebt ingevoerd.
- Omschrijving
-
De omschrijving of naam van het artikel.
- Aantal artikelen
-
Het aantal anonieme artikelen voor deze installatie.
NBDit veld is niet beschikbaar als u een seriedragend artikel aan deze installatiegroep koppelt.
- Datum/tijd status
-
De tijd waarop het veld Status is ingesteld of gewijzigd.
- Status
-
De Status van de installatiegroepregel.