Seriedragend artikel afhandelen bij het genereren/aanmaken van een serviceorder

Serviceorder handmatig aanmaken

Wanneer u een serviceorder handmatig aanmaakt in de sessie Serviceorders (tssoc2100m000), kunt u de Installatiegroep en/of het seriedragende Artikel alleen opgeven als de Orderstatus van de serviceorder op Vrij of Gepland staat. U kunt het seriedragende artikel ook genereren via de optie Genereren in het menu Acties.

Als de Installatiegroep is opgegeven voor de serviceorderkop, kunt u alleen gebruikmaken van een seriedragend artikel dat is gekoppeld aan de installatiegroep Installatiegroep uit de sessie Serviceorderactiviteiten (tssoc2110m000). Als u het seriedragende Artikel opgeeft in de sessie Serviceorderactiviteiten (tssoc2110m000) en de Installatiegroep niet is opgegeven in de serviceorderkop, wordt voor de installatiegroep een default waarde opgehaald uit de gerelateerde Installatiegroep van het Artikel, zoals gedefinieerd in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000).

De default waarde van het veld Relatie die is opgegeven in de sessie Serviceorders (tssoc2100m000), wordt als default opgehaald uit het Artikel / Installatiegroep, zoals gedefinieerd in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000). U kunt die default waarde wijzigen. Als u de waarde van het seriedragende Artikel / Installatiegroep bijwerkt in de sessie Serviceorders (tssoc2100m000), wordt de waarde voor de Verkopen-aan relatie op basis van uw wijziging bijgewerkt.

Als het seriedragende artikel of de installatiegroep is gewijzigd in de sessie Seriedragende artikelen (tscfg2100m000) en de verkopen-aan relatie niet dezelfde is als de verkopen-aan relatie in de serviceorderkop, meldt LN dat aan de gebruiker.

Serviceorder genereren

• Project

  Het artikel en het serienummer zijn niet opgegeven in de serviceorderkop of de serviceorderactiviteit. De default waarde voor het veld Installatiegroep in de serviceorderkop wordt opgehaald uit het project.

• Geplande activiteiten

  Geplande activiteiten kunnen worden gegroepeerd:

  • Voor dezelfde serviceorder (op basis van afdeling, relatie, servicecontract, geplande starttijd, enzovoort).
  • Per artikel. Dat wil zeggen dat activiteiten met hetzelfde artikel, dezelfde verkopen-aan relatie van het seriedragende artikel, hetzelfde contract en dezelfde geplande starttijd worden gegroepeerd in één serviceorder.
  • Per activiteitengroep. Dat wil zeggen dat activiteiten met dezelfde referentieactiviteitengroep, dezelfde verkopen-aan relatie van het seriedragende artikel, hetzelfde contract en dezelfde geplande starttijd worden gegroepeerd in één serviceorder.
  • Per locatie. Dat wil zeggen dat activiteiten met dezelfde geplande starttijd, dezelfde verkopen-aan relatie van het seriedragende artikel, hetzelfde contract en dezelfde locatie (van de installatiegroep of van het seriedragende artikel) worden gegroepeerd in één serviceorder.
  • Per verschil in starttijd. Dat wil zeggen dat activiteiten die binnen het opgegeven tijdsverschil vallen, worden gegroepeerd met de eerste geplande activiteit.

  Voor het (seriedragende) artikel wordt in de serviceorderkop een default waarde gebruikt die is gebaseerd op de groepering van geplande activiteiten. Het seriedragende artikel wordt opgegeven in de serviceorderkop als de geplande activiteiten niet zijn gegroepeerd of als de geplande activiteiten zijn gegroepeerd per artikel en serienummer. Als de geplande activiteiten zijn gegroepeerd per artikel, wordt het artikel opgegeven in de serviceorderkop en wordt het seriedragende artikel opgegeven in de serviceorderactiviteiten. Als de geplande activiteiten niet zijn gegroepeerd per artikel of serienummer, wordt het seriedragende artikel niet opgegeven in de serviceorderkop.

• Call

  Het artikel en serienummer worden opgegeven in de serviceorderkop, hoewel de call en de serviceorder zijn gekoppeld op het niveau van de serviceorderactiviteit. Wanneer een call wordt overgezet naar een serviceorder, vraagt LN de gebruiker om de call te koppelen aan de bestaande serviceorder op basis van de verkopen-aan relatie.

• Field Change Order

  Het artikel en het serienummer worden opgegeven voor de serviceorderkop en de serviceorderactiviteit. Voor elke FCO-regel wordt een serviceorder aangemaakt.

  NB

  Voor het veld Servicetype in de sessie Serviceorders (tssoc2100m000) wordt de default waarde opgehaald uit het veld Field Change Orders dat is gedefinieerd op het tabblad Servicetype in de sessie Parameters serviceorderbeheer (tssoc0100m000).

• Onderhoudsnotificaties

  Voor een onderhoudsnotificatie kan een nieuwe serviceorder worden aangemaakt of kan een nieuwe vervolgactiviteit worden aangemaakt (alleen voor onderhoudsnotificaties die afkomstig zijn uit een werkorder of serviceorder). Het artikel en serienummer worden opgegeven in de serviceorderkop.

  Een onderhoudsnotificatie kan worden gekoppeld aan een bestaande geplande activiteit, serviceorderactiviteit, werkorderactiviteit of reparatieverkoopofferteregel.

  NB De default waarde Servicetype wordt opgehaald uit het veld Inspecties op het tabblad Servicetype van de sessie Parameters serviceorderbeheer (tssoc0100m000).

• Gereedschapsreconditionering

  Wanneer een serviceorder wordt gegenereerd vanuit de sessie Gereedschapsnummers (titrp0102m000), worden de default waarden voor het artikel en serienummer opgehaald in de serviceorderkop en de serviceorderactiviteit. Voor één gereedschap kan één serviceorder worden gegenereerd en aan deze serviceorder kunnen meerdere activiteiten worden gekoppeld (opgegeven in de onderhoudsscenario die is gedefinieerd voor het gereedschap).

  NB De default waarde Servicetype wordt opgehaald uit het veld Gereedschapsreconditionering op het tabblad Servicetype van de sessie Parameters serviceorderbeheer (tssoc0100m000).

• Serviceofferte

  Als vanuit de sessie Configuratieregels serviceorderofferte (tsctm1110m400) een serviceorder wordt gegenereerd, worden voor het Artikel en het Serienummer in de serviceorderactiviteit default waarden opgehaald uit de serviceofferteregel. Het artikel en serienummer kunnen niet worden gedefinieerd in de serviceoffertekop, dus bij het genereren van een serviceorder voor een offerte voor een serviceorder worden geen default waarden opgehaald voor artikel en serienummer.

• Seriedragend artikel

  De serviceorder kan in de sessie Seriedragend artikel 360 (tscfg2100m100) worden gegenereerd met de optie Serviceorderactiviteit aanmaken. Deze optie wordt gebruikt om een nieuwe order aan te maken. Het Artikel en het Serienummer die zijn opgegeven in Seriedragend artikel 360 (tscfg2100m100) worden als default waarde voor de serviceorderkop en de serviceorderactiviteit gebruikt.

  NB Voor het type service wordt een default waarde opgehaald op basis van de gegevens van het seriedragende artikel.

  Wanneer u een serviceorder aanmaakt vanuit de sessie Seriedragend artikel (tscfg2600m000), kan het seriedragende artikel als default waarde worden opgehaald in de serviceorderkop. Wanneer de serviceorders worden gefilterd, moet rekening worden gehouden met dit seriedragende artikel.

• On-site medewerker - (opdracht on-site medewerker - buitendienst)

  De gebruiker kan een artikel en serienummer opgeven in de sessie Serviceorder aanmaken (tssoc2202m000). Dit artikel en serienummer zijn vervolgens beschikbaar in de serviceorderkop en de serviceorderactiviteit.

• Referentieactiviteiten

  De nieuwe serviceorderactiviteiten kunnen voor een hoofdrouting worden gegenereerd. In dit proces worden het artikel en serienummer uit een bestaande serviceorder als default voor de serviceorderactiviteit gebruikt.

Serviceorder kopiëren

Wanneer u een serviceorderkop kopieert, worden ook de installatiegroep, het artikel en het serienummer gekopieerd.

Voor de garantiegegevens in de servicekop worden default gegevens opgehaald op basis van het type service, het (seriedragende) artikel en de dekkingstijd. Dit komt omdat de dekkingstijd wordt ingesteld op de huidige tijd wanneer u de serviceorder kopieert.