Service-inspecties en simulaties voor preventief onderhoud

Metingen worden gebruikt om in een specifieke situatie de waarde van de variabele van een artikel (meetwaarde) te bepalen. Voorbeeld: de profieldiepte van een band. Als tijdens inspecties metingen voor seriedragende artikelen worden geregistreerd, worden op basis van een vooraf gedefinieerde onderhoudstrigger onderhoudsnotificaties gegenereerd.

Het type meting bepaalt of een trend (geschat gedrag) en een meeteenheid worden gebruikt. Als alfanumerieke typen metingen, die worden gebruikt voor het meten van condities en niet voor absolute waarden, kunnen geen trend en meeteenheid worden gedefinieerd.

Typen metingen worden gebruikt voor:

  • Inspecties van werkorders voor seriedragende artikelen
  • Inspecties van serviceorders voor seriedragende artikelen
  • Inspecties van alleen seriedragende artikelen
  • Verwachte metingen van geplande activiteiten voor preventief onderhoud
  • Tellerwaarde voor seriedragende artikelen die in servicecontracten op contractdekkingsregels kunnen worden gebruikt

Onderhoudstriggersets

Een onderhoudstriggerset is een set onderhoudstriggers die gebruikt wordt om tijdens het uitvoeren van metingen onderhoudsnotificaties te triggeren. Een onderhoudstriggerset wordt aan een type meting gekoppeld. U kunt een onderhoudstriggerset koppelen aan een tellerstand die aan een seriedragend artikel is gekoppeld.

Onderhoudstriggers

Een onderhoudstrigger bepaalt wanneer er onderhoud aan een artikel moet worden uitgevoerd. Een onderhoudstrigger wordt aan een type meting gekoppeld en bestaat uit één of meer onderhoudstriggers. De relatie tussen het type meting en een onderhoudstriggerset is een één-op-veel relatie. Als een meting wordt uitgevoerd (met een type meting), controleert LN of een onderhoudstrigger voor de meting is gedefinieerd. Als een onderhoudstrigger is gedefinieerd en wordt getriggerd, wordt een onderhoudsnotificatie gegenereerd. U kunt de onderhoudsnotificatie aan een persoon toewijzen die verantwoordelijk is voor vervolgacties van de notificatie.

Opdrachten op basis van onderhoudstriggers worden gebruikt om tijdens het uitvoeren van een meting voor een specifieke positie te bepalen welke triggerset van toepassing is op welk artikel, welke artikelgroep, enzovoort. Een onderhoudstriggerset is een regelboek met een ingangsdatum en vervaldatum. De volgorde waarin triggersets worden geselecteerd is als volgt:

  • Onderhoudstriggerset die voor de tellerstand van een seriedragend artikel is opgegeven.
  • Regelboek voor opdrachten op basis van onderhoudstriggers.
  • Onderhoudstrigger voor een type meting van een referentieactiviteit.
  • Type meting.

U kunt de sessie Onderhoudstriggerset-regels simuleren (tsmdm0276m000) gebruiken om te bepalen welke triggerset wordt gebruikt.

Inspecties

Tijdens het plannen van serviceorders/werkorders kunt u inspecties handmatig aanmaken (rechtstreeks voor een artikel) of via webservices genereren.

U kunt in de sessie Inspectiesjablonen (tsacm3160m000) voor combinaties van artikelen en referentieactiviteiten inspecties (typen metingen) definiëren. Bij het definiëren van een referentieactiviteit, met inspecties voor een serviceorderactiviteit of werkorderactiviteit, worden in de sessie Inspecties (tscfg3100m000) inspecties gegenereerd.

Inspecties kunnen worden:

  • Gegenereerd op basis van een meting, hetgeen betekent dat een inspectie moet worden uitgevoerd.
  • Opgehaald uit de fysieke-specificatiestructuur.
  • Opgehaald uit een ander seriedragend artikel.
  • Opgehaald uit een andere tellerstand.
NB

Voor geavanceerde inspecties moeten naast het instellen van typen metingen en onderhoudstriggersets ook tellerstanden worden gedefinieerd.

Tellergroepen

U kunt tellergroepen gebruiken ter ondersteuning van geavanceerde meetscenario's. Tellergroepen worden alleen gebruikt voor numerieke typen metingen. U kunt tellergroepen gebruiken voor het volgende:

  • Trends berekenen voor toekomstig onderhoud
  • Metingen van andere artikelen of andere metingen ophalen
  • Meerdere triggersets definiëren voor een meting

De tellergroep wordt gebruikt voor het instellen van default tellerstanden als een seriedragend artikel wordt aangemaakt. Voor een tellerstand is het mogelijk om te bepalen wat de bron van de inspecties is.

Via de tellerstand kunt u ook trendgegevens definiëren. U kunt de trendberekening gebruiken om te voorspellen wanneer onderhoud vereist is. Een trendberekening wordt:

  • Gebaseerd op een handmatig ingevoerde trend
  • Opgehaald uit een fysieke specificatie (alleen van toepassing als de teller wordt opgehaald uit de fysieke-specificatiestructuur).
  • Opgehaald uit een specifiek artikel (alleen van toepassing als de teller wordt opgehaald uit een ander seriedragend artikel).
  • Opgehaald uit een ander type meting van het type teller (met name als de slijtage gebaseerd is op het gebruik)

Tijdens het aanmaken van een seriedragend artikel wordt een default tellerstand voor het seriedragende artikel aangemaakt. LN haalt het default type meting op uit de serviceartikelgegevens. U kunt de tellerwaarde handmatig bijwerken of resetten. U kunt reset-regels definiëren om aan te geven hoe tellerwaarden moeten worden teruggezet.

Onderhoudsnotificaties

Onderhoudsnotificaties worden gegenereerd op basis van onderhoudstriggers die van toepassing zijn als tijdens een inspectie metingen voor seriedragende artikelen worden geregistreerd. Op basis van het type meting en de positie voor de meting, wordt de toepasselijke onderhoudstriggerset bepaald. LN gebruikt de volgende zoeklogica:

  1. De tellerstanden die zijn gedefinieerd voor seriedragende artikelen
  2. De opdrachten die horen bij een onderhoudstriggerset
  3. De referentieactiviteiten
  4. De typen metingen

Vervolgacties voor onderhoudsnotificaties

Op basis van de onderhoudsnotificatie kunt u de vervolgacties voor het onderhoud bepalen. Als een onderhoudsnotificatie wordt gegenereerd, kan de onderhoudsnotificatie worden ingesteld op:

  • Nu negeren
  • Altijd negeren
  • Overzetten naar een geplande activiteit, serviceorder/werkorder, enzovoort

Onderhoudsnotificaties overzetten

Voor onderhoudsnotificaties kan een vervolgactiviteit worden gedefinieerd waarin de volgende onderhoudstaak wordt aangegeven die voor een specifiek seriedragend artikel moet worden uitgevoerd. U kunt deze onderhoudsnotificaties overzetten naar verschillende objecten zoals serviceorders, interne werkorders, serviceorderoffertes en reparatieverkoopoffertes.

Scenario's voor preventief onderhoud

Scenario's voor preventief onderhoud worden gebruikt als basis voor het genereren van geplande activiteiten. Een onderhoudsscenario bevat scenarioregels op basis waarvan geplande activiteiten kunnen worden gegenereerd; op basis van tijd (bijvoorbeeld 12 keer per jaar), op basis van tijd volgens een vooraf gedefinieerd patroon (bijvoorbeeld na 2 maanden klein onderhoud, na 3 maanden groot onderhoud, na 5 maanden klein onderhoud), en op basis van gebruik (bijvoorbeeld na 10000 km, onderhoud uitvoeren of nadat bandprofiel minder dan 3 mm is).

Scenarioregels voor preventief onderhoud

Op basis van de scenarioregels voor preventief onderhoud wordt een onderhoudsplan voor het seriedragende artikel gegenereerd. U kunt de volgende soorten scenario's definiëren:

  • Scenario op basis van gebruik

    Voor een op gebruik gebaseerde onderhoudsscenarioregel wordt de scenarioregel gedefinieerd voor een specifiek child-artikel dat overeenkomt met het seriedragende artikel waarvoor het plan gegenereerd wordt. Tevens worden het type meting, de onderhoudstrigger en tellerstanden gedefinieerd. In de tellerstand moeten trendgegevens zijn opgenomen om de geplande activiteiten te kunnen berekenen. Er wordt een onderhoudstriggerset gedefinieerd en de van toepassing zijnde trendgegevens worden opgehaald. Voor de gedefinieerde tellerwaarde en startdatum wordt op basis van de trendgegevens en de onderhoudstriggerset het eerste verwachte onderhoudsmoment bepaald. Als deze geplande datum binnen de gedefinieerde time-fence ligt, wordt een geplande activiteit gegenereerd voor de vervolgactiviteit die voor de van toepassing zijnde onderhoudstrigger gedefinieerd is. Dit proces wordt herhaald met de nieuwe geplande datum als de startdatum van de teller voor de volgende iteratie. Als voor een teller reset-regels voor een default startwaarde worden gedefinieerd, wordt de tellerwaarde die gebruikt wordt voor het berekenen van het volgende onderhoudsmoment, teruggezet. Dit type kan alleen worden gebruikt voor geavanceerde inspectiescenario's.

  • Scenario op basis van tijd

    Een scenario op basis van tijd wordt gebruikt voor het definiëren van de referentieactiviteit die moet worden gepland en het aantal keren dat de referentieactiviteit binnen de periode moet worden uitgevoerd (bijvoorbeeld: inspectie 12 keer per jaar uitvoeren). In geval van een op tijd gebaseerde onderhoudsscenarioregel wijkt het proces voor het genereren van een plan op basis van een hoofdrouting af van dat van het genereren van het plan voor een referentieactiviteit. Tijdens het genereren van het plan op basis van de hoofdrouting, wordt de default optie gedefinieerd als er meerdere routingopties zijn. Is dat niet het geval, dan wordt er een foutenverslag gegenereerd in LN. De nieuwe startdatum wordt bepaald op basis van de waarde die in het veld Onderhoudscyclus starten in de sessie Onderhoudsplan genereren (tsspc2200m000) ingesteld is. Als de startdatum zich in de time-fence bevindt, worden de routingbewerkingen uit de hoofdrouting in aflopende volgorde gelezen en qua tijd gepland. Als het plan voor referentieactiviteiten wordt gegenereerd, wordt de geplande startdatum van de activiteit met dezelfde logica bepaald.

  • Scenario op basis van tijd met een patroon

    Dit scenario wordt gebruikt voor het definiëren van het patroon op basis van de relatieve momenten waarop een referentieactiviteit moet worden uitgevoerd en hiervoor een activiteit moet worden gepland. Bij het genereren van een onderhoudsplan dat is gebaseerd op een tijdgebaseerde patroonregel, wijkt het proces voor het genereren van een plan op basis van een hoofdrouting af van dat voor het genereren van het plan voor een referentieactiviteit. Tijdens het genereren van het plan op basis van de hoofdrouting, wordt de default optie gedefinieerd als er meerdere routingopties zijn. Is dat niet het geval, dan genereert LN een foutenverslag. De gedefinieerde kalendermomenten op de activiteitspatroonregel worden gebruikt om de startdatum van de geplande activiteit te bepalen. Dit proces wordt herhaald voor elke patroonregel tot de geplande datum binnen de time-fence ligt.

Patronen op scenarioregels voor preventief onderhoud

Soms wordt preventief onderhoud ook op onregelmatige tijden uitgevoerd. In dergelijke gevallen kunt u een op tijd gebaseerd patroon met relatieve momenten instellen om te bepalen wanneer het onderhoud moet worden uitgevoerd.

Onderhoudsplan genereren

U kunt de sessie Onderhoudsplan genereren (tsspc2200m000) gebruiken om onderhoudsplannen te genereren voor seriedragende artikelen waarvoor een preventief onderhoudsscenario van toepassing is. Het regelboek definieert de van toepassing zijnde scenario's.

NB

Er kan alleen maar een onderhoudsplan worden gegenereerd als er een onderhoudsscenario voor het seriedragende artikel gedefinieerd is.