Afhankelijke variabele en normwaarde

Variabelen en normwaarden bepalen wanneer onderhoudsactiviteiten moeten worden uitgevoerd. De afhankelijke variabele is een maateenheid.

Voorbeeld

Een kopieermachine heeft een onderhoudsbeurt nodig na 15.000 kopieën. De afhankelijke variabele is het aantal kopieën. De afhankelijke normwaarde is 15.000.

  • In het geval van geprognosticeerde inspecties moet de waarde van de afhankelijke variabele worden gemeten en vergeleken met de normwaarden. Als de gemeten waarde buiten de grenzen van de normwaarden (boven-/ondergrens) ligt, moet een activiteit worden uitgevoerd. Dit kan onmiddellijk worden gedaan of als vervolgactiviteit.

Voorbeeld

De normwaarde is niet bereikt op het moment van onderhoud. De volgende keer dat de activiteit voor deze machine zal worden uitgevoerd, is één maand later. De prognose wordt gewijzigd.

  • In het geval van een tellerwaarde en geprognosticeerde activiteiten: Het onderhoud moet worden uitgevoerd als de normwaarde is bereikt. Dit betekent dat deze waarde bepaalt of de activiteit moet worden uitgevoerd. NB: als een auto elke 2.000 km moet worden geïnspecteerd, is de eerste normwaarde 2.000 km, de tweede 4.000 km, enzovoort.