Instelling basisgegevens (PM)
Voordat u de module Preventief onderhoud (Serviceplanning en -concepten) gaat gebruiken, moet u bepaalde basisgegevens instellen of controleren. Dit proces bestaat uit het controleren van de planningparameters, het definiëren van de meetsoorten en het definiëren van de activiteitengroepen.
Sessies voor het instellen van Planning en concepten
In de volgende sessies kunt u de gegevens voor Planning en concepten invoeren:
- U kunt de planningsparameters instellen in de sessie Parameters serviceplanning (tsspc0100m000).
- U kunt de maateenheden definiëren in de sessie Maateenheden (tsmdm0160m000).
- U kunt de meetsoorten definiëren in de sessie Typen metingen (tsmdm0165m000).
- Definieer in de sessie Activiteitengroepen (tsacm0110m000) de activiteitengroepen.
- Definieer in de sessie Gebruiksklassen (tsspc0130m000) de gebruiksklassen.
In de volgende gedeelten vindt u een beschrijving van deze sessies.
Parameters serviceplanning en -concepten (tsspc0100m000)
Gebruik de sessie Parameters serviceplanning (tsspc0100m000) om de default instellingen te controleren, omdat de tijdseenheden in Planning en concepten (SPC) worden gebruikt. Als u van plan bent onderhoud op basis van tellerwaarden of onderhoud op basis van condities te gebruiken, moet u het selectievakje Metingen gebruiken inschakelen. Indien dit selectievakje niet is ingeschakeld, kunt u alleen gebruik maken van onderhoud op basis van gebruik.
- Bepalen welke tijdseenheden van toepassing zijn op de planningsbehoeften
- Controleer of de vereiste tijdseenheden en de bijbehorende omrekeningsfactoren zijn ingevoerd in de tabellen met logistieke gegevens van LN Common Data.
Maateenheden (tsmdm0160m000)
Deze sessie kunt u gebruiken om de maateenheden te definiëren die de tellers kunnen gebruiken voor het plannen van onderhoudsactiviteiten.
Voordat u gegevens in deze sessie invoert, controleert u of de vereiste eenheden in de tabellen met logistieke gegevens van Algemeen aanwezig zijn. U kunt eenheden toevoegen die niet aanwezig zijn in de sessie Eenheden (tcmcs0101m000). U kunt geen conversiefactoren definiëren voor de eenheden die u toevoegt.
Meetresultaten (tsmdm0165m000)
Onderhoudsbeleid op basis van tellerwaarden of op basis van condities is afhankelijk van het gebruik van meetsoorten. Met meetsoorten wordt bepaald op welke manier een meting wordt uitgevoerd. Voorbeelden van kenmerken die worden gebruikt om een meetsoort te definiëren, zijn:
- Onafhankelijke variabelen
- Afhankelijke variabelen
- Normwaarden
Voorbeeld
Een kopieerapparaat heeft een onderhoudsbeurt nodig na 15.000 kopieën en u moet schatten wanneer (onafhankelijke variabele) het kopieerapparaat dit punt van 15.000 kopieën (afhankelijke variabele) zal bereiken. Als u een meetsoort aan een artikel koppelt, geeft de meetsoort aan dat onderhoud op basis van een tellerwaarde moet worden uitgevoerd. Als u een meetsoort aan een referentieactiviteit koppelt, wordt periodiek inspectieonderhoud uitgevoerd.
Activiteitengroepen (tsacm0110m000)
Deze sessie kunt u gebruiken om activiteitengroepen te definiëren. Vergelijkbare referentieactiviteiten kunnen aan een algemene groep worden toegekend. Als u activiteiten toekent, kunt u een planning maken voor de activiteitengroep zodat u niet verschillende afzonderlijke activiteiten in een onderhoudsplan hoeft op te nemen.
Gebruiksklassen (tsspc0130m000)
Een gebruiksklasse is een categorisatie van het gebruik, gebaseerd op omgevingsfactoren. Met behulp van de gebruiksklasse kunt u meer dan één onderhoudsconcept definiëren voor een object of een model.
Voorbeeld
De gebruiksklasse van een vrachtwagen kan nationaal en internationaal zijn. Het benodigde onderhoud voor nationaal gebruik wijkt af van dat voor internationaal gebruik.