Een fysieke specificatie aanmaken op basis van een projectspecificatiestructuur

U kunt een fysieke specificatiestructuur aanmaken door gegevens te kopiëren van een projectstructuur, met de onderliggende elementen- of activiteitenstructuur en de materiaalregels van de structuur. In dit proces kunt u ook de onderliggende materiaalregels kopiëren van de elementen of activiteiten die worden gekopieerd. U kunt een fysieke specificatie aanmaken op basis van een projectspecificatiestructuur in de sessie Projectspecificatiestructuur kopiëren (tscfg2210m200).

In deze sessie kunt u een fysieke specificatie aanmaken op basis van:

  • Een elementenstructuur.
  • Een activiteitenstructuur.

NB

U kunt deze sessie alleen gebruiken als Project is geïmplementeerd.

  1. Project-veld

    Selecteer het project of voer het in. Voor het ingevoerde project moet het veld Koppeling met project in de sessie Algemene projecten (tcmcs0552m000) op de waarde Project ( Project) staan. Als u vrije projecten gebruikt, moet u er rekening mee houden dat wijzigingen die u in het project aanbrengt nadat u dit hebt gekopieerd, niet worden doorgevoerd in Service.

  2. Herkomststructuur-veld

    Selecteer uit de volgende waarden:

    • Activiteitenstructuur

      Het actuele plan wordt gebruikt (zie het tabblad Planning in de sessie Projecten (tppdm6100m000)). De activiteitenstructuur die in de sessie Activiteiten (tppss2100m000) wordt weergegeven, wordt gebruikt als invoer voor de fysieke specificatie. LN maakt voor elke activiteit een seriedragend artikel aan. Het top-element wordt gebruikt als het top-seriedragende artikel in de fysieke specificatie. Het serienummer van het seriedragende artikel wordt aangemaakt op basis van het masker.
    • Elementenstructuur

      Het top-element voor de begroting wordt gebruikt (zie het tabblad Begroting in de sessie Projecten (tppdm6100m000)). De elementenstructuur die in de sessie Opbouw structuurbegroting (tpptc1509m000) wordt weergegeven, wordt gebruikt als invoer voor de fysieke specificatie. LN maakt voor elk structuurdeel een seriedragend artikel aan. Het top-element wordt gebruikt als het top-seriedragende artikel in de fysieke specificatie. Het serienummer van het seriedragende artikel wordt aangemaakt op basis van het masker.
  3. Installatiegroep-veld

    Voer de code in van de installatiegroep waarbij de nieuwe fysieke specificatie hoort. LN maakt in de sessie Installaties (tsbsc1110m000) een installatie aan die het nieuwe top-seriedragende artikel aangeeft. U kunt de default installatiegroep opgeven in het Project en in dat scenario wordt deze waarde automatisch opgehaald uit het project.