Activiteiten (tppss2100m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om het volgende te bekijken en te muteren:

De activiteiten van de activiteitenstructuur van een willekeurig projectplan.
De start- en einddatum zodat u de Earned Value-methode aan de activiteit kunt koppelen.

Als u op Nieuw klikt, is het volgende van toepassing:
- Als u al een bestaande regel geselecteerd hebt, wordt die activiteit de parent van de nieuwe regel. (Vergelijkbaar met het gebruik van de optie Child toevoegen.)
- Als u geen regel hebt geselecteerd, is de nieuwe activiteit een topactiviteit. De topactiviteit wordt de parent van de vorige topactiviteit. (Vergelijkbaar met het gebruik van de optie Topactiviteit invoeren.)
Als u de optie Topactiviteit invoeren gebruikt, wordt de nieuwe activiteit de parent van de vorige topactiviteit.
Als u de optie Child toevoegen gebruikt, wordt de parent van de nieuwe activiteit automatisch aan de geselecteerde activiteit gelijkgesteld.
Als u de optie Inspringen gebruikt, wordt de geselecteerde activiteit de child van de hogere activiteit.
Als u de optie Uitspringen gebruikt, wordt de parent van de huidige parent de parent van de geselecteerde activiteiten.
Bij gebruik van termijnmotivering kunt u geen gebruikmaken van activiteiten van de soort Werkpakket of Planningspakket.

U kunt deze opties gebruiken om een activiteitenrelatie aan te maken door de vorige en volgende activiteiten te definiëren. Deze opties zijn alleen ingeschakeld, als u een activiteit selecteert.

Relatie met volgende activiteit aanmaken: Wanneer u deze optie selecteert, wordt de sessie Activiteitenrelatie (tppss2110m000) gestart. Om een volgende activiteitenrelatie aan te maken, wordt de vorige activiteit als default gebruikt voor de geselecteerde activiteit. U moet de volgende activiteit opgeven.
Relatie met vorige activiteit aanmaken: Wanneer u deze optie selecteert, wordt de sessie Activiteitenrelatie (tppss2110m000) gestart. Als u een vorige activiteitenrelatie wilt aanmaken, wordt de volgende activiteit als default gebruikt voor de geselecteerde activiteit. U moet de vorige activiteit opgeven

Project

De unieke identificatiecode van het project.

Status

De projectstatus.

Plan

De unieke identificatiecode van het plan.

Positie activiteit

Het positienummer van de activiteit.

Activiteit

De unieke identificatiecode van de activiteit.

Activiteit

Algemeen

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Zoekargument

Het zoekargument.

Eenheid

De unieke identificatiecode van de eenheid waarin u de hoeveelheid van de activiteit opgeeft.

Soort activiteit

De soort activiteit.

Toegestane waarden

WBS-element: Een soort activiteit die meestal gebruikt wordt om de scope van het project op te splitsen in kleinere delen. U kunt werk vastleggen voor een WBS-element. U kunt de kosten van verzamelrekeningen of werkpakketten aggregeren. Op deze soort activiteit kunt u geen kosten boeken.
Verzamelrekening: De enige soort activiteit die aan een organisatiestructuur kan worden gekoppeld. Op dit niveau kan functionele verantwoordelijkheid voor werk en kosten worden toegekend. U kunt details van verzamelrekeningen invoeren met werkpakketten.
Planningspakket: Planningspakketten worden tijdens de planning geïdentificeerd om belangrijke activiteiten binnen een verzamelrekening in de tijd te faseren. Op deze soort activiteit kunt u geen kosten boeken en ook is er geen bottom-up begroting mogelijk.
Werkpakket: Een soort activiteit. In werkpakketten kunt u details invoeren van korte-termijntaken en deze gebruiken om een project uit te voeren.
Mijlpaal: Een activiteit met een duur van nul die meestal een belangrijke gebeurtenis in het project aangeeft. In veel gevallen is de mijlpaal de voltooiing van een fase of een belangrijke deliverable. Met mijlpalen kan bijvoorbeeld het moment van factureren en de berekening van de Earned Value worden bepaald.

LN gebruikt alle soorten activiteiten alleen als het selectievakje Alle activiteitensoorten in de sessie Parameters Project (tppdm0100s000) is ingeschakeld. Als het selectievakje niet is ingeschakeld, worden alleen de activiteiten van de soort Werkpakket gebruikt.

Parent-activiteit

De activiteit waartoe de child- activiteit behoort.

Een activiteitenstructuur wordt gevormd door een activiteit aan een parent-activiteit te koppelen. Bij het selecteren van een parent moet u rekening houden met het volgende:

De parent van een WBS-element moet altijd een WBS-element zijn, tenzij de parent de top van de activiteitenstructuur is.
De parent van een verzamelrekening moet altijd een WBS-element zijn, tenzij de verzamelrekening de top van de activiteitenstructuur is.
De parent van een planningspakket moet een verzamelrekening of een planningspakket zijn. Als u geen organisatiestructuur gebruikt, moet de parent van het planningspakket een WBS-element zijn, of een planningspakket dat de top van de activiteitenstructuur is.
De parent van het werkpakket kan een ander werkpakket, een planningspakket of een verzamelrekening zijn. Als u geen organisatiestructuur gebruikt, kan het werkpakket een WBS-element, een planningspakket of een werkpakket als parent hebben. Het is ook mogelijk dat het werkpakket zelf de top van de activiteitenstructuur is.

Organisatiedeel

Het organisatiestructuurdeel dat u wilt koppelen aan een verzamelrekening.

Hiermee kunt u een organisatie-eenheid of een medewerker verantwoordelijk maken voor een subset van het totale project. Deze verantwoordelijkheid komt tot uitdrukking in de tijdsgefaseerde begroting, in de projectplanning en in de prestatiemeting.

U kunt een organisatiestructuurdeel alleen aan de activiteit koppelen als het selectievakje Organisatiestructuur gebruiken in de sessie Projecten (tppdm6100m000) is ingeschakeld.

Dit veld wordt alleen weergegeven als het selectievakje Alle activiteitensoorten in de sessie Parameters Project (tppdm0100s000) is ingeschakeld.

Verrekenpost

De verrekenpost.

Kritische capaciteitssoort

Op basis van de kritische capaciteitssoort wordt bepaald vanuit welke kostensoort het percentage gereed moet worden overgezet. Deze waarde wordt met de sessie Werk. productiestanden in planning genereren (tpppc1250m000) overgezet naar de tijdgerelateerde productiestand.

Selecteer een kritische capaciteitssoort om op te geven van welke kostensoort u de productiestand wilt uitwisselen. Dit is vereist omdat de productiestand in de module Projectvoortgang mogelijk meer gedetailleerd is dan de productiestand van de activiteit. Op basis van de begrotingssoort voor projectbeheer wordt bepaald welke productiestand wordt gebruikt: de productiestand die is ingevoerd voor structuurdelen of die voor activiteiten.

Begrotingsstatus

De begrotingsstatus van de activiteit. Alleen activiteiten met de status Actueel en Definitieve begroting kunnen worden gebruikt voor de historie en kunnen worden gefactureerd.

Tekst

Als dit selectievakje is ingeschakeld, is er tekst aanwezig.

Facturering

Termijnmotivering

U kunt zelf bepalen of u termijnen voor de activiteit wilt activeren en hoe dat moet gebeuren.

Productiestand voor factuur

Als de activiteit wordt gefactureerd, is de factuursoort Direct of Indirect. Anders is de factuursoort Niet van toepassing.

Kostengroep indirect werk

Het nummer van een groep kosten aan die aan indirect werk is gerelateerd.

Dit veld is alleen beschikbaar als het veld Termijnmotivering op Werkelijke productiestanden project staat. Hierdoor wordt het veld Productiestand voor factuur op Indirect gezet.

Tijdelijke inhouding gebruiken

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u tijdelijke inhouding gebruiken voor deze activiteit.

Te verrekenen

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u een verrekenprijs invoeren.

Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, kunnen de kosten van meerwerk (direct werk) niet worden verrekend.

Dit veld is alleen beschikbaar in een project als het veld Factuursoort op Termijnmotivering staat in de sessie Contractregels (tpctm1110m000).

Facturabel

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de activiteitkosten gefactureerd aan de klant.

Bewaking

Niveau werkelijke productiestand: Het default niveau waarop de productiestand wordt vastgelegd.
Kostenbewaking: Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u deze activiteit opnemen in (het overzicht van) de kostenbewaking.
Status werkuitvoering: De status werkuitvoering van de activiteit.
Blokkeerdatum: De datum waarna de uitvoering van het werk voor de activiteit moet worden opgeschort.

NB
De default waarde is de huidige datum. Dit veld is een weergaveveld.
Reden: De reden waarom de uitvoering van het werk voor de activiteit moet worden geblokkeerd.

NB
Dit veld is alleen beschikbaar als het veld Status werkuitvoering op Geblokkeerd staat.

Begroting

Hoeveelheid

De hoeveelheid die benodigd is voor deze activiteit.

Tijdseenheid

De unieke identificatiecode van de tijdseenheid.

Productiesnelheid

De snelheid per productie-eenheid.

Aantal tijdseenheden

Het aantal tijdseenheden.

Werkelijke productiestand (hoeveelheid)

Dit veld wordt gebruikt ten behoeve van de kostenbewaking en het vastleggen van de productiestand.

Als de factureermethode voor het project Eenheidstarief of Termijnmotivering is, moet de hoeveelheid van de productiestand worden ingevuld. Deze hoeveelheid kan worden gebruikt als verkoophoeveelheid voor facturering op basis van eenheidstarief en termijnmotivering. Hiervoor moet u deze hoeveelheid vermenigvuldigen met de verkoopprijs.

Bij de methode Eenheidstarief kan de werkelijke hoeveelheid verschillen van de voorgecalculeerde hoeveelheid.
Bij de methode Termijnmotivering kunt u het werk alleen factureren als de hoeveelheid van de productiestand gelijk is aan het niveau van de werkelijke productiestand.

Activum

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de activiteit toegewezen aan een kapitaalproject.

Als het veld Begroting per in de sessie Project (tppdm6600m400) op Activiteit staat, kunnen alleen activiteiten worden geactiveerd.
Als een activiteit wordt geactiveerd, kunnen de child en de parent van de activiteit niet worden geactiveerd.

Activumnummer

Het activumnummer.

Infor LN schakelt de velden voor het nummer en de verrekenpost voor het activum alleen in voor projecten waarvoor het selectievakje Kapitaal in de sessie Project (tppdm6600m400) is ingeschakeld. Zie: kapitaalproject

Activumnummer

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Activumextensie

Het nummer van de verrekenpost voor het activum.

Prijsbeheer

Verkoopprijs

De default verkoopprijs per eenheid.

Verkoopprijs

De eigen valuta.

Verkoopprijs

Het bedrag in de eigen valuta.

Valutakoers/koersfactor

De koers.

Koersfactor verkoopprijs

De koersfactor.

Verrekenprijs

De eigen valuta van het kostenbedrag.

Verrekenprijs

Het eenheidstarief van meerwerk dat kan worden doorbelast tijdens de termijnmotiveringsprocedure. Deze prijs kan verschillen van de verkoopprijs voor het begrote werk. De verrekenprijs wordt op het overzicht in de sessie Specificaties termijnmotivering afdrukken (tppin1410m000) afgedrukt onder de kop Meerwerk.

U kunt alleen een waarde op dit veld invoeren als het selectievakje Te verrekenen ingeschakeld is.

Verrekenprijs

De eigen valuta.

Verrekenprijs

Het bedrag in de eigen valuta.

Valutakoers/koersfactor

De koers van de verrekenprijs.

Koersfactor verrekenprijs

De koersfactor.

Planning

Tracking

Geplande startdatum

Geplande startdatum van de activiteit.

Geplande einddatum

Geplande einddatum van de activiteit.

Werkelijke startdatum

Werkelijke startdatum van de activiteit.

De werkelijke startdatum van de activiteit wordt alleen bijgewerkt als:

Het veld Projectstatus is ingesteld op Actief in de sessie Project (tppdm6600m400).
De Soort activiteit is ingesteld als iets anders dan Mijlpaal in de sessie Activiteiten (tppss2100m000).
De Status werkuitvoering van de activiteit is ingesteld als Vrijgegeven in de sessie Activiteiten (tppss2100m000).
De activiteit geen andere child-activiteitcode heeft dan Mijlpaal.

Werkelijke einddatum

Werkelijke einddatum van de activiteit.

Percentage gereed planning

Dit is de geplande productiestand van de activiteit en niet hetzelfde als de werkelijke productiestand.

Als u werkt met een extern planningspakket, wordt de geplande productiestand mogelijk door het planningspakket op dit veld ingevuld. U kunt deze productiestand met de sessie Werkelijke productiestanden vanuit planning genereren (tpppc1240m000) kopiëren naar de fysieke productiestand.

Geplande startdatum is gewijzigd

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, hebt u de geplande startdatum van de activiteit gewijzigd. Als u de behoeftedatum voor de bewakingsgegevens opnieuw wilt berekenen, moet u de sessie Geplande PRP-orders genereren (tppss6200m000) uitvoeren.

Als u in deze sessie andere wijzigingen hebt aangebracht, moet u ook de sessie Bewakingsopbouw genereren (tpptc1230m000) uitvoeren.

Nadat u de sessie Bewakingsopbouw genereren (tpptc1230m000) hebt uitgevoerd, wordt dit selectievakje uitgeschakeld.

Planning

Planningsmethode

De planningsmethode wordt gebruikt voor het berekenen van de vroegste en laatste start- en einddatum voor het project. Met de waarde die is opgegeven op dit veld, wordt de methode uit de sessie Project (tppdm6600m400) weergegeven.

Toegestane waarden

Vooruit

Voor een productieorder: de planning van de productieorder is gebaseerd op een vaste startdatum. Een leverdatum wordt berekend op basis van de stuktijd van de order.

Voor een project: de netwerkplanning voor het project wordt uitgevoerd op basis van een vaste startdatum. Wanneer u de planning start in de sessie Netwerkplanning genereren (tppss2240m000), bepaalt LN de leverdatum van het project met de planningsmethode Vooruit.

Achteruit

Voor een productieorder: de planning van de productieorder is gebaseerd op een vaste leverdatum. Een startdatum wordt berekend op basis van de stuktijd van de order.

Voor een project: de netwerkplanning voor het project wordt uitgevoerd op basis van een vaste leverdatum. Wanneer u de planning start in de sessie Netwerkplanning genereren (tppss2240m000), bepaalt LN de startdatum van het project met de planningsmethode Achteruit.

Vroegste startdatum

De vroegste datum waarop de activiteit kan worden gestart.

Vroegste einddatum

De vroegste datum waarop de activiteit kan worden voltooid.

Meest recente startdatum

De laatste datum waarop de activiteit kan worden gestart.

Laatste einddatum

De laatste datum waarop de activiteit kan worden voltooid.

Inplanning

Kalender

De kalender waarmee de werktijden van de Activiteiten worden opgegeven.

/

De identificatiecode van de beschikbaarheidssoort waarvoor u de kalender kunt gebruiken.

Dit veld is alleen beschikbaar als het veld Kalender is opgegeven.

Actuele kalender

Dit veld geeft de kalendercode aan evenals de beschikbaarheidssoort die aan het project is gekoppeld.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Kalenderherkomst

Dit veld geeft de entiteit aan waar de Actuele kalender is gedefinieerd.

Tijdsduur

De verwachte duur van de activiteit.

Tijdseenheid duur

De tijdseenheid waarin de duur wordt uitgedrukt.

Tijdseenheid duur

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Soort beperking

De beperkingen/controles die worden geïmplementeerd voor het Microsoft Project XML-bestand van het externe planningspakket.

Er zijn drie soorten beperkingen:

Flexibel: de activiteit kan zo spoedig mogelijk of zo laat mogelijk worden uitgevoerd.
Semi-flexibel: de activiteit moet starten of eindigen vóór/na de opgegeven datum.
Niet-flexibel: de activiteit moet starten/eindigen op de opgegeven datum.

Default waarde

Dit veld staat default op Zo spoedig mogelijk.

Toegestane waarden

De soorten beperkingen voor het Microsoft Project XML-bestand zijn:

Flexibel
- Zo spoedig mogelijk:
  Het externe planningspakket plant de activiteit zo spoedig mogelijk op basis van de startdatum van de projectactiviteit. Dit is de default beperkingssoort die van toepassing is op alle activiteiten. De beperkingsdatum is niet van toepassing.
- Zo laat mogelijk:
  Het externe planningspakket plant de activiteit zo laat mogelijk op basis van de einddatum van de projectactiviteit. Dit is de default beperkingssoort die van toepassing is op alle activiteiten. De beperkingsdatum is niet van toepassing.
Semi-flexibel
- Niet eerder beginnen dan:
  De start van de activiteit is gepland op of na de opgegeven beperkingsdatum.
- Niet later beginnen dan:
  De start van de activiteit is gepland op of vóór de opgegeven beperkingsdatum.
- Niet eerder eindigen dan:
  Het einde van de activiteit is gepland op of na de opgegeven beperkingsdatum.
- Niet later eindigen dan:
  Het einde van de activiteit is gepland op of vóór de opgegeven beperkingsdatum.
Niet-flexibel
- Moet beginnen op:
  De start van de activiteit is gepland op de opgegeven beperkingsdatum.
- Moet eindigen op:
  Het einde van de activiteit is gepland op de opgegeven beperkingsdatum.

Beperkingsdatum

De datum die is opgegeven voor de soort beperking.

Dit veld is niet beschikbaar als het veld Soort beperking op Zo spoedig mogelijk of Zo laat mogelijk staat.

Deadline-datum

De datum waarop de geplande activiteit moet zijn gereedgemeld.

Dit veld wordt alleen door het externe planningspakket meegenomen.

Planningswijze

De modus waarin de taak naar XML wordt geëxporteerd.

Toegestane waarden

Automatisch gepland: De taak wordt naar XML geëxporteerd op basis van automatische planning. Wanneer deze optie wordt gebruikt, bevat de tag in de XML de waarde 0.
Handmatig gepland: De taak wordt naar XML geëxporteerd op basis van handmatige planning. Wanneer deze optie wordt gebruikt, bevat de tag in de XML de waarde 1.

NB
Als deze optie geselecteerd is, worden de handmatig ingevoerde startdatum, einddatum en duur ingesteld.

De default waarde wordt opgehaald uit het veld Planningswijze in de sessie Parameters projectplanning (tppss0100s000). U kunt de waarde echter wijzigen.

Speling

Vrije speling

De vrije speling tussen een activiteit en de activiteit die daarop volgt. Met de vrije speling wordt aangegeven hoeveel dagen de activiteit kan uitlopen zonder dat de voortgang van gerelateerde activiteiten wordt beïnvloed.

Totale speling

De totale speling van een activiteit is de maximumtijd, uitgedrukt in (werk)dagen, waarin die activiteit kan worden verschoven zonder dat de geplande opleverdatum van het betreffende project in gevaar komt.

De totale speling wordt als volgt berekend: Totale speling = laatste eindtijd - vroegste starttijd - activiteitsduur. De laatste einddatum en de vroegste begindatum worden uitgedrukt in projectdagen.

Tracking earned value

Earned Value-methode

Met de Earned Value-methode kunt u de geplande waarde en de earned value berekenen.

Gekoppelde activiteit

Als de Earned Value-methode Verdeeld is, moet u een activiteit koppelen aan deze activiteit.

Beginpercentage

De procentuele waarde die is toegekend aan het startpunt van de activiteit. Bij de start van de activiteit kan een opgegeven percentage van de projectactiviteit worden beschouwd als een earned value. De som van het begin- en eindpercentage moet 100% zijn.

Dit veld is alleen beschikbaar als het veld Earned Value-methode op Begin- en eindpercentage staat. Het percentage wordt gebruikt als default voor de Aan Earned Value-methode gerelateerde gegevens gebruiken als onderdeel van de tijdsgefaseerde begroting.

Eindpercentage

De procentuele waarde die is toegekend aan het eindpunt van de activiteit. De som van het begin- en eindpercentage moet 100% zijn.

Dit veld is alleen beschikbaar als het veld Earned Value-methode op Begin- en eindpercentage staat.

Perc. mijlpalen

Het Earned Value-percentage op het moment dat de gedefinieerde mijlpaal wordt bereikt. Dit percentage is gebaseerd op de Earned Value-methode van de soort Mijlpaal. Deze methode is gekoppeld aan de activiteit. Aan elke mijlpaal wordt een percentage of bedrag van de begroting toegekend. Telkens wanneer een mijlpaal is bereikt, wordt de toegekende begroting vrijgegeven.

Dit veld is alleen beschikbaar als het veld Soort activiteit op Mijlpaal staat. De som van alle mijlpaalpercentages die aan de activiteit zijn gekoppeld, moet 100% zijn.

Referentieactiviteit

De referentieactiviteit.

Alleen de referentieactiviteiten van de soort Algemeen en Service op locatie zijn van toepassing op de activiteiten.

Frequentie

Het aantal keren dat een referentieactiviteit optreedt als onderdeel van een projectactiviteit.

Frequentie toepassen op

De methode waarmee de frequentie van een referentieactiviteit als onderdeel van de projectactiviteit moet worden gebruikt.

Toegestane waarden

Hoeveelheid vermenigvuldigen: Geeft aan dat de frequentie wordt toegepast als vermenigvuldigingsfactor van de hoeveelheden van de referentieactiviteit.
Niet van toepassing
Serviceorderactiviteit aanmaken: Geeft aan dat extra serviceactiviteiten moeten worden aangemaakt.
Serviceorder aanmaken: Geeft aan dat een serviceorder moet worden aangemaakt.

Diversen

Activiteitenmanager

De activiteitenmanager die betrekking heeft op de activiteit.

De opgegeven gebruiker moet in de sessie Medewerkers - Algemene gegevens (tccom0101m000) worden gedefinieerd als een medewerker (activiteitenmanager).
Infor LN controleert de status van het dienstverband op basis van de Datum uit dienst die is opgegeven in de sessie Medewerkers - Medewerkersbeheer (bpmdm0101m000). Als de gebruiker geen medewerker is, geeft Infor LN een waarschuwingsbericht weer. De voormalig medewerker kan echter als activiteitenmanager worden toegevoegd.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Voorkeurmagazijn levering

Het magazijn waarin de leveringen voor meerdere projecten worden ontvangen. De goederen worden van het voorkeurmagazijn voor levering verzonden naar het projectmagazijn. De default waarde wordt opgehaald uit het veld Voorkeurmagazijn levering in de sessie Projecten (tppdm6100m000).

Als een projectactiviteit op meerdere locaties wordt uitgevoerd, is het eenvoudiger om goederen over te zetten als het magazijn ook op het niveau van de activiteit/het structuurdeel gedefinieerd is.

ERP gebruikt het volgende zoekpad om tijdens het genereren van PRP-orders de voorraad te controleren:

De voorraad in Voorkeurmagazijn levering die is gedefinieerd in de sessie Activiteit (tppss2100m000) / Structuurdelen (tpptc1100m000).
De voorraad in het Voorkeurmagazijn levering, gedefinieerd in de sessie Projecten (tppdm6100m000).

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Default projectmagazijn

Het projectmagazijn.

Afgeleid van standaard activiteit

Als voor de projectactiviteit die in deze sessie wordt ingevoerd, de vereiste gegevens ontbreken, worden de defaults van deze standaardactiviteit weergegeven.

Categorie

De categorie van de projectactiviteit.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Bedrijfssector

De bedrijfssector waarin de projectactiviteit wordt uitgevoerd.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Locatie

Geografische regio: De geografische regio van de projectactiviteit.
Projectlocatie: De locatie voor de activiteit van het project, Bijvoorbeeld een bouwlocatie.
Adres: Het adres waar de projectactiviteit wordt uitgevoerd. Dit wordt gebruikt voor de resourceplanning.
Naam: De naam van het adres.
GPS-breedtegraad (WGS84): De breedtegraad van de GPS-coördinaten waarop de projectactiviteit wordt uitgevoerd.
GPS-lengtegraad (WGS84): De lengtegraad van de GPS-coördinaten waarop de projectactiviteit wordt uitgevoerd.

Mijlpaal

Klantspecifiek artikel: Het klantspecifieke artikel (uit het PCS-project) dat is gekoppeld aan de mijlpaal.
Omschrijving: De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Inplanning

Mijlpaal is bereikt

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de mijlpaal bereikt.

U kunt de mijlpaal op de volgende manieren als gereed definiëren:

Handmatig in deze sessie
Via de productiestand die is ingevoerd in het externe planningspakket
Als de mijlpaal is gekoppeld aan een klantspecifiek artikel, door de sessie Controle op gereedkomen van klantspecifiek artikel (tppss2203m000) uit te voeren om na te gaan of het klantspecifieke artikel gereed is.

Opbrengsten

Verkoopprijs: De eigen valuta van het verrekende bedrag.