aangenomen werk

Een contract dat wordt uitgevoerd voor een overeengekomen vaste prijs, ook wel een bedrag in één keer genoemd.

aanneemsom

Het totaalbedrag van het projectcontract.

Bij een tijdsgefaseerde begrotingsversie wordt de aanneemsom uitgedrukt als:

Aanneemsom = winstbedrag + managementreserve + gedistribueerde begroting+ niet-gedistribueerde begroting.

Met de aanneemsom wordt het maximum factuurbedrag bepaald.

activiteit

Het kleinste deel van de activiteitenstructuur dat wordt gebruikt voor een tijdsgefaseerde begroting. Een entiteit die wordt gebruikt om een deel van een project in een activiteitenstructuur te vertegenwoordigen.

LN maakt onderscheid tussen de volgende soorten activiteiten:

  • WBS-element
  • Verzamelrekening
  • Werkpakket
  • Planningspakket
  • Mijlpaal

activiteit/activiteitenbegroting

De projectbegroting is een activiteitenbegroting waarbij de bewaking plaatsvindt op het niveau van de activiteitenbegroting. Dit betekent dat een activiteitenstructuur moet worden ingevuld en dat de planning kan worden gebruikt.

activiteitenbegroting

Een activiteitenbegroting functioneert op ongeveer dezelfde wijze als een structuurbegroting waarvoor de begrotingsmethode afhankelijk is van de wijze waarop het project is gestructureerd.

De voordelen van een activiteitenbegroting ten opzichte van een structuurbegroting zijn als volgt:

  • Een activiteitenbegroting is vastgelegd op basis van een tijdshorizon.
  • U kunt een activiteitenbegroting gebruiken voor planningsdoeleinden in externe planningspakketten.
  • U kunt een activiteitenbegroting kopiëren naar een top-down begroting.
  • U kunt Earned Value-methoden gebruiken om de projectprestaties te meten.

U kunt activiteitenbegrotingsregels aanmaken in LN of in een extern planningspakket.

activiteitenrelatie

Activiteiten worden op volgorde gezet op basis van werkzaamheden en specifieke datums om tot een realistische planning te komen. Een activiteitenrelatie geeft aan dat een volgende activiteit pas kan starten of eindigen als de voorgaande activiteit (eerste activiteit) is gestart of geëindigd.

Tussen twee opeenvolgende activiteiten kunt u de volgende afhankelijkheden definiëren:

  • Einde-start

    De eerste activiteit kan pas starten als de volgende activiteit gereed is
  • Einde-einde

    De volgende activiteit kan pas eindigen als de eerste activiteit gereed is
  • Start-start

    De taak voor de volgende activiteit kan pas aanvangen als de taak voor de eerste activiteit is aangevangen.
  • Start-einde

    De taak voor de volgende activiteit kan pas worden beëindigd als de taak voor de eerste activiteit is aangevangen.

activiteitenstructuur

Een hiërarchische structuur waarin de totale scope van het project is ingedeeld en vastgelegd. Elk niveau vertegenwoordigt een steeds meer gedetailleerde definitie van een werkproject. In tegenstelling tot de elementenstructuur is de activiteitenstructuur georiënteerd op activiteitstijd.

activum

De vaste activa die uitsluitend door een organisatie worden gebruikt gedurende een vastgelegde levensduur.

algemene gegevens

Gegevens die niet projectgebonden zijn. Het gaat hierbij om algemene gegevens over relaties, landen, structuurdelen, enzovoort. Deze gegevens kunt u invoeren in Projectdefinitie of LN Algemeen.

algemene projectgegevens

Gegevens die projectspecifiek zijn.

Voorbeeld:

  • Projectkostendrager
  • Projectdefinitie
  • Projectloontarieven

Gegevens voert u in in de module Projectdefinitie.

assemblageorder

Een order voor het assembleren van een product op een of meer assemblagelijnen.

assemble-to-order

Een omgeving waar een product of service kan worden geassembleerd na de ontvangst van de order van een klant.

ATO

available-to-promise

Een berekening waarmee wordt bepaald hoeveel producten op een bepaald moment in de toekomst beschikbaar zijn (voor verkoop of gebruik in een project).

bankgarantie

Een garantie van de bank die waarborgt dat de verplichtingen van de relatie worden voldaan.

baseline (planning)

De baseline is een momentopname van de start- en einddatums van geplande activiteiten van het actieve plan voor een specifieke datum en tijd.

bedrijfssector

Een regio binnen de commerciële markt. Projecten kunnen worden ingedeeld op de bedrijfssector waartoe ze behoren.

begin- en eindpercentage

Een Earned Value-methode waarbij percentages worden toegekend aan het begin en aan het einde van de activiteiten. Met andere woorden: aan het begin van de activiteit wordt aangenomen dat een bepaald percentage van het project gereed is. Op basis van deze percentages worden vervolgens tijdsgefaseerde begrotingsbedragen vrijgegeven.

begroting einde werk

Het totale begrotingsbedrag van het/de voltooide project, activiteit of organisatiestructuurdeel.

Begroting einde werk

begrotingsdatum

De datum van een begrotingsregel.

Deze datum wordt gebruikt voor:

  • Valutaconversies die betrekking hebben op het project. Een valutaconversie is datumafhankelijk. De begrotingsdatum bepaalt welke valutakoers wordt gebruikt.
  • Prijzen. Prijzen kunnen ook datumafhankelijk zijn. Met de begrotingsdatum van een bottom-up begrotingsregel wordt de prijs of het tarief van de kostendrager bepaald.

begrotingsmethode

Een manier om de verwachte productiviteit te begroten en te meten.

LN maakt in de bottom-up begroting onderscheid tussen twee methoden:

  • Productiesnelheid: het aantal productie-eenheden dat wordt geproduceerd per tijdseenheid.
  • Taaknormen: het aantal uren dat nodig is om één eenheid van de kostendrager uit te voeren.

begrotingsregel

Het meest gedetailleerde niveau van een bottom-up begroting. De structuurdelen of activiteiten in een begroting kunnen een onbeperkt aantal begrotingsregels bevatten. Elke begrotingsregel bevat een hoeveelheid van een kostendrager, de kostencomponent waaraan de kostendrager is toegekend en een begrotingsdatum.

Begrotingsregelstatus

De status van de begrotingsregel. De default status wordt opgehaald uit het bijbehorende structuurdeel of de bijbehorende activiteit.

LN maakt onderscheid tussen de volgende statussen:

  • Vrije begroting: de algemene gegevens van een begrotingsregel zijn vastgelegd en kunnen worden gewijzigd.
  • Actueel: u kunt de begrotingsgegevens nog steeds wijzigen en de bewakingsgegevens genereren. U kunt ook de begrotingshistorie in een logbestand vastleggen.
  • Definitieve begroting: u kunt de begrotingsstatus niet meer wijzigen. U kunt alleen begrotingsregels toevoegen of wijzigen via een begrotingscorrectie. U kunt ook de historie van de werkbegroting in een logbestand vastleggen.

begrotingsstatus

De begrotingsstatus van een structuurdeel of activiteit.

LN maakt onderscheid tussen de volgende statussen:

  • Vrije begroting: u kunt begrotingsregels invoeren en wijzigen.
  • Actueel: u kunt de begrotingsgegevens en de begrotingsregels wijzigen. Bovendien kan de bewakingsopbouw worden gegenereerd en kan ook de historie van de werkbegroting worden vastgelegd.
  • Definitieve begroting: u kunt de begrotingsgegevens niet wijzigen zonder gebruik te maken van begrotingscorrecties.

behoeftelijst

De relatie die een project heeft met verkooporderregels of verkoopofferteregels. De behoeftelijst wordt aangemaakt in Project en triggert de supply chain van orderprocessen.

behoefteplanning

Een LN-pakket waarmee de orders worden gepland en worden overgezet naar andere LN-pakketten om te voldoen aan de projectbehoeften.

In de planning kunt u het volgende genereren:

  • Een projectbehoefteplanning voor de inkoop van materiaal, materieel en onderaanneming, of om materialen te verzamelen in magazijnen.
  • Een behoeftelijst die wordt gebruikt voor maakartikelen die op order worden geproduceerd.

beloningspremie

Een bedrag dat eenmalig of in delen aan de aannemer wordt betaald op basis van prestaties van de aannemer.

berekend tarief

Het tarief gebruikt voor het berekenen van de interne overheadkosten van het contract of het project. Bijvoorbeeld administratieve kosten.

bestemmingsmagazijn

Het default projectmagazijn waarnaar goederen worden verzonden voordat deze in een project worden gebruikt.

bewakingscode

Een gemeenschappelijk parent-kostendragerniveau, op een hoger niveau dan de speciale kostendrager.

Een bewakingscode wordt gebruikt voor bewakingsdoeleinden. Voor analysedoeleinden kunt u kostendragers van dezelfde kostensoort groeperen onder een bewakingscode. Een kostendrager die u gebruikt om een groep kostendragers te categoriseren, kan dienen als bewakingscode. In een boomstructuur kunnen niet meerdere bewakingscodes voorkomen. De bewakingscode wordt gebruikt voor de bevroren bottom-up begroting.

bewakingsgegevens

Gegevens die worden gebruikt om een project te bewaken.

boete

Een bedrag dat door de aannemer aan de relatie wordt betaald als niet aan de voorwaarden van de contractuele overeenkomst wordt voldaan.

bottom-up begroting

Met deze begrotingsmethode wordt al het werk vastgelegd dat moet worden voltooid om de begroting gereed te melden. Een bottom-up begroting wordt opgesteld voor structuurdelen of activiteiten.

CAGE

Afkorting van Commercial And Government Entity. Een unieke identificatie toegekend aan leveranciers van verschillende overheids- of defensiekantoren, alsmede aan overheidskantoren zelf en verschillende organisaties. CAGE-codes worden internationaal gebruikt als onderdeel van het NAVO Codificatiesysteem (NCS), waarin deze soms NCAGE-codes worden genoemd.

calculatie

Een calculatie is het resultaat van een proces dat tot doel heeft de resources te bepalen die nodig zijn om een taak te voltooien. Een calculatie wordt uitgevoerd om kosten en/of verkoopprijs te berekenen. U kunt meerdere methoden gebruiken. Bijvoorbeeld: bottom-up of top-down. Een calculatie wordt ook gebruikt als startpunt voor een offerte aan een potentiële klant (interne of externe).

calculatieregel

Een gedetailleerde uitsplitsing van de calculatie. Als voor de calculatie bijvoorbeeld artikel A is vereist, voert u dit artikel en de specificaties ervan in op de calculatieregel.

calculatieserie

De calculatieserie wordt gebruikt voor het aanmaken van een uniek projectnummer. Organisaties kunnen de voorkeur geven aan afzonderlijke reeksen projecten voor het calculeren van projecten of gebruikmaken van calculaties als een fase van een project en calculatie in het gebruikte project opnemen voor uitvoering.

Calculatiesoort

De manier waarop de berekening van de calculatie wordt uitgevoerd. De calculatiesoort is top-down of bottom-up.

  • Top-down

    Bij het berekenen van het kosten- of verkoopbedrag in een top-down structuur, verdeelt u het bedrag op het hoogste niveau over de structuurdelen op de lagere niveaus.
  • Bottom-up

    Bij het berekenen van het kosten- of het verkoopbedrag in een bottom-up structuur, voert u exacte bedragen in voor de structuurdelen op het laagste niveau, die u vervolgens aggregeert om het bedrag op het hoogste niveau te vormen.

calculatieversie

Een manier om calculaties te vergelijken. Er kunnen verschillende versies van een calculatie voorkomen. Elke versie is zelfstandig en is niet afgeleid van de vorige versie. Een versie kan echter wel worden gekopieerd of vergeleken.

calculeren

Een proces om een calculatie te bepalen.

categorieën

Een door de gebruiker te definiëren classificatie van projecten.

contract

Een overeenkomst met de relatie die de voorwaarden en condities, zoals contractleveringen, het factureringsplan, de betalingscondities, enzovoort, bepalen. Een contract kan aan een of meer projecten worden gekoppeld.

contractfase

De identificatie van een stadium of fase tijdens de uitvoering van het contract, bijvoorbeeld offreren, afgedrukt, verzonden aan klant, enzovoort.

contractlevering

Een contractlevering is een materieel of immaterieel artikel dat wordt geproduceerd of ingekocht naar aanleiding van een contract.

contractregel

Een bedrag dat aan de aannemer ter beloning of stimulering wordt betaald op basis van de voorwaarden en condities van het contract.

correctie

In LN is dit een wijziging van een bevroren bottom-up begroting. Wijzigingen resulteren uitsluitend in een toename of een afname van de begroting. Voor verrekenposten wordt ook het contract gewijzigd.

creditnota

Het correctieformulier voor een ( gedeeltelijk ) geretourneerde inkoop- of verkooporder. Op de creditnota staan de hoeveelheid en waarde van de betreffende goederen en de reden voor creditretour.

DD 250

Afkorting van DD-form 250 of Materiaalinspectie en Ontvangstrapport.

directe arbeid

Het aantal uren dat werkelijk aan een taak of een dienst voor de relatie is besteed.

discrete regels

Bottom-up calculatieregels die niet zijn gekoppeld aan een primair structuurdeel.

documentsoorten

Een door de gebruiker te definiëren classificatie van projectgerelateerde documenten.

DoDAAC

Afkorting van Department of Defense Activity Address Code. Een code met zes posities die door de Amerikaanse overheid is toegekend aan een betrokken partij. Bij toekenning buiten het ministerie van Defense wordt meestal naar de codes verwezen als AAC's of FEDAAC's.

doorbelastingsbasis voor overhead

Een doorbelastingsbasis voor overhead bepaalt het project waarvoor overheadkosten moeten worden berekend en doorbelast.

DPAS

Afkorting van Defense Priorities and Allocation System. DPAS wordt gebruikt voor prioriteitsbeoordelingen voor contracten gerelateerd aan orders van het ministerie van Defensie van de VS. DPAS-beoordeelde orders hebben een hogere prioriteit dan niet-beoordeelde orders.

earned value

Het begrotingsbedrag gebaseerd op de productiestand van een project in een specifieke periode.

EV

Earned Value-concept

Een tijdsgefaseerde methode voor het meten van de prestaties van het project. Deze methode vergelijkt de hoeveelheid werk die is gepland met de werkelijke hoeveelheid die is voltooid, om te bepalen of de prestaties van de kosten en planning in overeenstemming met de planning zijn.

U kunt de Earned Value-methode op verschillende manieren gebruiken om te bepalen hoe begrotingsbedragen moeten worden verdiend:

  • Mijlpalen

    Aan de activiteit worden mijlpalen gekoppeld en aan elke mijlpaal wordt een percentage of bedrag van de begroting toegekend. Elke keer dat een mijlpaal is bereikt, is de toegekende begroting verdiend.
  • Begin- en eindpercentage

    aan de begin- en het eindpunten van de activiteiten worden percentages toegekend. Met andere woorden: het beginpercentage wordt verdiend als de activiteit begint en het resterende percentage als de activiteit gereed is.
  • Percentage gereed

    de begrotingsbedragen worden verdiend op basis van de procentuele voortgang van de activiteit.
  • Mate van inspanning

    begrotingsbedragen worden vrijgegeven in verhouding tot de inspanning. Deze methode is geschikt voor tijdgerelateerde activiteiten, waarbij wordt aangenomen dat er geen verschil bestaat tussen gepland (PV) en uitgevoerd werk (EV).
  • Verdeeld

    Gerelateerde inspanningen zijn inspanningen met een intrinsieke prestatierelatie met een andere discrete activiteit. Begrotingsbedragen worden op dezelfde wijze verdiend als voor het gekoppelde kostenelement.

eenheidstarief

Een factureermethode die is gebaseerd op productiestanden en het verkooptarief van structuurdelen of activiteiten per eenheid. Facturen worden geboekt op basis van de aanneemsom met termijnen.

elementenstructuur

De multi-level hiërarchische boomstructuur van structuurdelen met meerdere parents die de basis van de begroting kan vormen.

factureringscyclus

Het tijdsinterval dat is gedefinieerd voor het genereren van factuuroverzichten voor het contract.

factureringsmethode

Deze methode wordt alleen gebruikt voor contractprojecten om aan Financiële administratie te factureren.

Kapitaalprojecten worden niet gefactureerd. Voor de facturering van verkooporderprojecten wordt gebruikgemaakt van Facturering.

factureringstarief

Het tarief gebruikt voor het berekenen van de externe overheadkosten die factureerbaar zijn voor de relatie. Het factureringstarief wordt gebruikt om de relatie te factureren.

factuursoort

De manier waarop projectfacturen voor een bepaalde contractsoort worden berekend. De factureringsmethode bepaalt wanneer facturen worden verzonden naar de verkopen-aan relatie.

LN maakt onderscheid tussen de volgende factureermethoden:

  • Regie

    Het bedrag is gebaseerd op de financiële bedragen die zijn ingevoerd op het niveau van de kostendrager plus een winst. Deze methode is alleen beschikbaar als de contractsoort Tijd & materialen of Kostenvergoeding is.
  • Eenheidstarief

    Het bedrag is gebaseerd op de financiële bedragen per eenheid die zijn ingevoerd op element- of activiteitsniveau. Eenheidstarieffacturering heeft betrekking op de contractsoorten Vaste prijs en Tijd & materialen.
  • Termijn

    Het factuurbedrag is een onderverdeling van de waarde. Deze methode is alleen beschikbaar als de contractsoort Vaste prijs is.
  • Termijnmotivering

    Het factuurbedrag is gebaseerd op de productiestand voor het structuurdeel of de activiteit. Er zijn twee soorten structuurdelen toegestaan: direct en indirect. Het berekende bedrag van de directe structuurdelen hangt af van de eigen productiestand. Het berekende bedrag van de indirecte structuurdelen is gebaseerd op de productiestand van het project als geheel en kan nooit meer dan 100% zijn.
  • Op basis van levering

    De facturering is gebaseerd op de verkoopbedragen van de contractleveringen die aan de contractzendingen zijn gekoppeld.

fase

In Project is de fase een gebruikersspecifieke onderverdeling van het project. Een fase bestaat meestal uit een aantal projectactiviteiten die leiden tot een deliverable.

flow shop

Een soort productieorganisatie waarbij machines en medewerkers een gestandaardiseerde, meestal ononderbroken stroom van materialen bewerken. Een flow shop is een werkplaats voor massaproductie en heeft een continue productielayout.

gearchiveerde projecten

Projecten die in een archiefbedrijf zijn opgeslagen. Het projectarchiefbedrijf kan worden gebruikt als een bibliotheek voor historische projectgegevens.

gebruikersspecifiek

Een filterstatus waarmee wordt bepaald of verkoop- of kostenregelbedragen worden gebruikt in de berekening van de calculatietotalen en of de regel wordt opgenomen in de scope van de calculatie.

gedistribueerde begroting

Het deel van de top-down begroting dat wordt verdeeld over de activiteiten.

U kunt op verschillende niveaus naar een gedistribueerde begroting kijken:

  • Voor activiteiten: gedistribueerde begroting = de begroting die al is gedistribueerd over de activiteiten van lagere niveaus.
  • Voor de versie: gedistribueerde begroting = de begroting die is toegekend aan de topactiviteit van de activiteitenstructuur. Dit kan ten hoogste gelijk zijn aan de som van de aanneemsom - winstbedrag - managementreserve.

geplande factuurdatums

De datum waarop u van plan bent een factuur af te drukken en deze aan de relatie te sturen.

geplande waarde

Het geplande begrotingsbedrag voor een specifieke periode.

PV

geprojecteerd

De begrote kosten volgens de productiestand aan het einde van de huidige periode. Meestal berekent LN dit bedrag als volgt: geprojecteerd = begrotingsbedrag * productiestand

harde verplichting

Een zachte verplichting voor een project wordt een harde verplichting als een inkooporder daadwerkelijk ontvangen is en een factuur wordt verwacht.

independent multi-currency

Deze benadering is vereist voor bedrijven die werken in landen met een hoge inflatie.

inkoopbegroting

Een begroting waarmee een bepaalde vraag op een meer gedetailleerd niveau wordt vastgelegd dan in de bottom-up begroting. U kunt deze methode ook gebruiken om kostendragers in te kopen met een handmatig bestelsysteem.

inkoopbegrotingsregels

Een aantal begrotingsregels uit de projectbegroting dat is geselecteerd om bepaalde kostendragers in te kopen die nodig zijn voor het uitvoeren van een project.

inkoopbelasting als kosten

De interne inkoopkosten die kunnen worden geboekt op een niet-gejournaliseerd project. De aanschafwaarde wordt afzonderlijk geboekt als er een rechtstreekse levering plaatsvindt. Als de levering plaatsvindt via een projectmagazijn, wordt de inkoopbelasting als kosten opgenomen in de waarderingsprijs of in de vaste verrekenprijs (VVP).

inkoopcontract

Een overeenkomst met een leverancier voor de levering van goederen of diensten.

inkoopprijs

De prijs waarvoor u kostendragers inkoopt, uitgedrukt in de valuta waarmee u deze hebt ingekocht.

instantie

Een persoon of organisatie met een indirect of niet-contractueel belang bij een project, zoals een overheidsinstantie of regelgevingsinstantie.

intern project

Een projectsoort waarvoor geen verkopen-aan relaties zijn vastgelegd en geen facturering wordt uitgevoerd. De levering van artikelen is niet van toepassing. Een intern project kan optioneel worden geactiveerd, de waarde kan worden verzonden naar de module Vaste activa in Financiële administratie.

LN maakt onderscheid tussen twee projectsoorten:

  • Een kapitaalproject: deliverables kunnen worden geboekt als vaste activa, levering van goederen is niet mogelijk.
  • Een intern project: er kan niet worden geboekt op de balans en levering van goederen is niet mogelijk. Het resultaat is alleen zichtbaar in de winst- en verliesrekening.

kalenderbestand

Een bestand dat kalendergegevens bevat van één of meer kalenders.

kapitaalproject

Een project voor intern gebruik waarbij leveringen kunnen worden geboekt als vaste activa maar waarbij levering van goederen aan klanten niet mogelijk is. In een kapitaalproject bent u de relatie.

kostenartikel

Een administratief artikel dat bepaalde onkosten vertegenwoordigt. Het artikel is geen fysiek product en kan niet logistiek worden verwerkt.

kostenbasis opdrachten

Een kostenbasis van een opdracht is het onderdeel van een doorbelastingsbasis voor overhead waarin de kostensoorten, kostencomponenten of kostendragers gedefinieerd zijn waarover overheadkosten moeten worden berekend.

kostenbewaking

De methode die LN gebruikt om de projectkosten te bewaken.

Kostenbewaking omvat:

  • Het vastleggen van de werkelijke kosten ten opzichte van de verwachte kosten die zijn ingevoerd in de begroting.
  • Het vastleggen van de eventuele verschillen tussen begrote, geprognosticeerde en vastgelegde kosten en productiestanden. Als voor een structuurdeel of activiteit kostenbewaking wordt toegepast, worden de verwachte kosten van het afzonderlijke structuurdeel, zoals ingevoerd in de projectbegroting, doorgevoerd in de bewakingsbegroting. Als voor een structuurdeel of activiteit geen kostenbewaking wordt toegepast, worden de begrote kosten geaggregeerd naar het structuurdeel op het volgende hogere niveau in de begrotingsstructuur waarvoor kostenbewaking wel wordt toegepast.

kostenbewakingsperiodes

De periode waarin de projectgerelateerde kosten en opbrengsten worden geboekt.

kostencomponent

Een kostencomponent is een verzameling kostendragers met een bepaald kenmerk. Omdat een kostencomponent niet afhankelijk is van de kostensoort, kan een project bijvoorbeeld worden bewaakt vanuit een andere dimensie. U kunt bijvoorbeeld alle kosten die betrekking hebben op elektrowerk, zoals bekabelen en installatie, zichtbaar maken als u de desbetreffende kostendragers koppelt aan de kostencomponent Elektrowerk.

kostendrager

Een soort kostendrager voor de resources die in het project worden gebruikt.

De volgende kostendragers zijn beschikbaar:

  • Materiaal
  • Taken
  • Materieel
  • Onderaanneming
  • Overige kosten
  • Overhead

Dit kunnen standaardkostendragers zijn of kostendragers die specifiek van toepassing zijn op een project. Ten behoeve van de kostenbewaking is de kostendrager gerelateerd aan een bewakingscode.

kostenopbouw

Een analyse van de bottom-up begroting. Er kunnen verschillende kostenopbouwsessies worden uitgevoerd op dezelfde begroting. Elke begroting wordt opgeslagen met een gecombineerde projectcode en kostenopbouwcode, zodat u de begrotingen kunt vergelijken.

kostenopbouwcodes per project

Codes waarmee bedragen en tijdshoeveelheden van begrotingsregels worden berekend voor de kostenopbouw.

kostenprestatie-index (CPI)

Een maateenheid voor de rentabiliteit van een project.

De kostenprestatie-index wordt bepaald door de earned value (EV) af te zetten tegen de werkelijke kosten (AC):

CPI = EV / AC

Als de uitkomst kleiner is dan 1,0, zijn de kosten hoger dan begroot.

Als de uitkomst groter is dan 1,0, zijn de kosten lager dan begroot.

Voorbeeld

EV PV AC KPI SPI
270 335 250 1,08 0,81

KPI

kostensoort

Een manier om kostendragers en bewakingscodes in te delen naar de aard van de kosten waarop deze betrekking hebben.

LN Project maakt onderscheid tussen de volgende kostensoorten:

  • Materialen
  • Taken
  • Materieel
  • Onderaanneming
  • Overige kosten
  • Overhead

kostenverschil

Alle verschillen tussen de Earned Value van een activiteit en de werkelijke kosten van die activiteit.

EV - NC

kostprijs

De kostprijs van de kostendrager.

kostprijs verkopen

De onkosten die een bedrijf maakt om een product te ontwikkelen, te produceren of te verkopen. Voorbeelden hiervan zijn de inkoopprijs van grondstoffen en de kosten die worden gemaakt om de grondstoffen om te zetten in een product.

Kostprijs verkopen

leafknooppunt

Het laatste deel van een structuur. Als aan het leafknooppunt in de structuur een child wordt toegevoegd, wordt het leafknooppunt een parent en wordt deze parent een knooppunt genoemd.

maateenheid

De maateenheid van de kostendrager. Deze eenheid beïnvloedt de wijze waarop de hoeveelheden op de begrotingsregel worden berekend.

make-to-order

Een productieomgeving waar een product of service kan worden gemaakt na de ontvangst van de order van een klant. Het eindproduct is gewoonlijk een combinatie van standaardartikelen en klantspecifieke artikelen die voldoen aan de speciale eisen van de klant.

MTO

managementreserve

Een fonds voor onvoorziene uitgaven, waarmee het risico van scope-wijzigingen wordt verminderd. In een tijdsgefaseerde begrotingsversie is dit het bedrag dat voor bewakingsdoeleinden wordt achtergehouden. Dit bedrag wordt dus niet over de activiteitenstructuur verdeeld of als winstbedrag bestemd.

Managementreserve wordt als volgt uitgedrukt:

Managementreserve = aanneemsom - winstbedrag + gedistribueerde begroting + niet-gedistribueerde begroting

MAPAC

Afkorting van Military Assistance Program Address Code.

materieel

Een soort kostendrager die herbruikbare resources vertegenwoordigt die niet worden verbruikt tijdens de uitvoering van het project. Materieel kan bij derden zijn ingekocht (gehuurd) voor het project of intern in eigendom zijn. Voorbeeld: machines en gereedschap zoals kranen of lasmachines.

materieelgroep

Een speciale kostendrager voor materieel die fungeert als groep voor andere kostendragers voor materieel. Dit is een handige manier om overeenkomstige kostendragers voor materieel te groeperen.

mijlpaal

Een activiteit met een duur van nul dagen die meestal een belangrijke gebeurtenis in het project aangeeft. In veel gevallen is de mijlpaal de voltooiing van een fase van een belangrijke deliverable. Met mijlpalen kan bijvoorbeeld het moment van factureren en de berekening van de Earned Value worden bepaald.

mix-model flow

Een soort flow shop waarbij twee of meer verschillende producten worden geassembleerd met relatief kleine wijzigingen in tijd en omsteltijden. De productvolgorde kan variëren, bijvoorbeeld A-A-B-C-A-C-B-B-C-A, enzovoort.

motiveringsregels productiestanden

Een regel of specificatie in de termijnfacturering. Motiveringsregels of specificaties vormen de basis voor een termijn. Motiveringsregels of specificaties bevatten alle factureerbare bedragen en hoeveelheden.

mutatiedatum

De datum waarop de geplande order het laatst is gewijzigd.

nalooptijd

Nalooptijd is de wijziging van een logische relatie die leidt tot een vertraging in de volgende activiteit. Met een negatieve nalooptijd of doorlooptijd is een versnelling van de volgende activiteit mogelijk.

netto

Het kostenbedrag plus toeslagen.

niet-gedistribueerde begroting

Het deel van de projectbegroting dat nog niet is verdeeld over de structuurdelen.

U kunt op verschillende niveaus naar een niet-gedistribueerde begroting kijken.

  • Voor activiteiten: de niet-gedistribueerde begroting is gelijk aan het begrotingsbedrag - gedistribueerde begroting.
  • Voor de versie: de niet-gedistribueerde begroting is gelijk aan de aanneemsom - winstbedrag - managementreserve - gedistribueerde begroting

niveausoort

Een categorie voor de calculatiesoort waarmee wordt bepaald welke calculatieregels worden gebruikt bij het aggregeren van totalen.

niveau van inspanning

Een Earned Value-methode waarbij begrotingsbedragen worden vrijgegeven in verhouding tot de inspanning. Deze methode is geschikt voor tijdgerelateerde activiteiten waarbij wordt aangenomen dat er geen verschil zal zijn tussen gepland werk en uitgevoerd werk.

norm

Het aantal uren dat nodig is om één taakeenheid uit te voeren. Gebruikt in een activiteitenbegroting met de kostensoort TakenMaterieel of Onderaanneming.

Aantal uren = aantal taak	eenheden * norm 

Deze norm kan worden toegepast in situaties waarin de maateenheid voor de kostendrager voor een taak geen tijdseenheid is.

offerte

Een overzicht van prijzen, verkoopvoorwaarden en een omschrijving van de goederen en diensten die door een leverancier of aannemer aan een prospect-koper worden aangeboden. In de kop bevinden zich klantgegevens, offertewaarden en betalingscondities, terwijl de gegevens over de werkelijke goederen en diensten worden gespecificeerd in de offerteregels. Een offerte wordt meestal beschouwd als een aanbod om te verkopen wanneer een reactie op een offerteaanvraag of prijsopgave wordt gegeven.

OHW-magazijn project

Een magazijn waarin logistieke mutaties plaatsvinden, maar waarvoor geen integraties worden gelogd. In termen van projecten kan het voor financiële doeleinden worden beschouwd als een projectlocatie. In Magazijnbeheer moet de magazijnsoort Project zijn en moet het veld OHW-magazijn van project zijn geselecteerd.

onderaanneming

Een soort kostendrager die services aanduidt die zijn ingekocht bij een instantie voor gebruik in een project.

opbrengstcode

Een manier om gefactureerde bedragen van dezelfde factuursoort te categoriseren voor de analyse van de opbrengsthistorie.

orderlooptijd

De totale tijd die nodig is om een ingekocht artikel te verkrijgen, een service uit te besteden of materieel te huren. Bij die tijd zijn inbegrepen de voorbereiding van de orderdocumenten, de sourcing en de doorlooptijd van de leverancier.

organisatiestructuur

Een weergave van de structuur van een projectorganisatie, meestal in de vorm van een hiërarchische boomstructuur. De organisatiestructuur wordt meestal gebruikt om de verantwoordelijkheden van bepaalde projectdelen te koppelen, zoals het toekennen van een financiële begroting of het verbinden van projectactiviteiten aan een organisatiestructuurdeel. Elk organisatiestructuurdeel kan worden gekoppeld aan een medewerker. Het organisatiestructuurdeel is standaard, maar kan ook specifiek voor een project worden gemaakt.

Organisatiestructuur

overheadkosten

Overheadkosten zijn indirecte kosten (bijvoorbeeld elektriciteit) die invloed hebben op alle productiekosten, behalve directe arbeidskosten en directe materiaalkosten, die wijzigen op basis van het productievolume.

biedt u de mogelijkheid om drie soorten overheadkosten te definiëren:

  • Indirecte materialen

    Dit zijn kosten die indirect meetellen in de totale kosten van een artikel, zoals verlichting, verwarming, toezicht en onderhoud.
  • Indirecte arbeid

    Indirecte kosten zoals een arbeidsuur, administratie en algemene vergaderingen.
  • Diverse onkosten

    Belastingen, verzekering, afschrijving, reparaties, enzovoorts.

overige kosten

Indirecte kosten en kosten die niet behoren bij andere kostensoorten, worden geboekt als overige kosten, bijvoorbeeld verzekeringskosten of onkosten door medewerkers zoals maaltijden en hotelkosten.

overzetten

Een calculatieversie kopiëren naar een projectbegroting. De versiecalculatieregels worden gekopieerd naar de projectbegrotingsregels.

percentage gereed

Een Earned Value-methode waarbij tijdsgefaseerde begrotingsbedragen worden vrijgegeven in verhouding tot de procentuele productiestand van het project.

plannen

Hiermee geeft u de activiteitenstructuur, de planning en de start- en einddatums op. U kunt alternatieve plannen voor een enkelvoudig project muteren. Het actuele plan is het plan dat u gebruikt om de voortgang bij te houden.

planner

De persoon of organisatie-eenheid die bij een bepaald projectplan hoort.

planning met beperkte resources

Een planningsmethode waarbij u uw resources niet kunt overbelasten. Deze methode kan vertraging in het project tot gevolg hebben.

planningspakket

Een soort activiteit. Planningspakketten worden tijdens de planning geïdentificeerd om belangrijke activiteiten binnen een verzamelrekening in de tijd te faseren. Op deze soort activiteit kunt u geen kosten boeken.

planningsprestatie-index (SPI)

Een maateenheid voor de efficiënte planning van een project.

De planningprestatie-index wordt bepaald door de earned value (EV) af te zetten tegen de geplande waarde (PV):

SPI = EV / PV

Als de uitkomst kleiner is dan 1,0, ligt het project achter op schema.

Als de uitkomst hoger is dan 1,0, ligt het project vóór op schema.

Voorbeeld

EV PV AC KPI SPI
270 335 250 1,08 0,81

SPI

planningsverschil

Het planningsverschil (Schedule Variance, SV) is het verschil tussen de geplande prestatie van een activiteit en de werkelijke voltooiing van die activiteit.

SV = Earned Value (EV) - geplande waarde (Planned Value, PV)

precariobelasting

Belasting of heffing die aan een lokale of gemeentelijke instantie moet worden betaald ter compensatie van de verstoring die tijdens de duur van een project is opgetreden. Het kan hierbij bijvoorbeeld gaan om een vergoeding voor het verwijderen van een trottoir of een deel van een straat voor de aanleg van waterleidingen of afvoerpijpen bij het bouwen van een appartementengebouw.

prijsbeleid

Met behulp van het prijsbeleid kunt u de kosten of de inkoopprijs van het materieel, het artikel en de onderaanneming berekenen. Voor een kostendrager voor overige kosten wordt dit beleid niet gebruikt. Taken hebben een eigen zoekpad voor prijzen.

primaire structuur

De enige aan de calculatieversie gekoppelde structuur die kan worden gebruikt om de calculatie te berekenen. Deze structuur wordt gebruikt om eventuele top-down beperkingen te controleren. De primaire structuur is een van de twee structuren die u kunt gebruiken om de calculatieregels te sorteren. Calculatieregels kunt u ook sorteren met de sorteringsstructuur.

primaire toeleverancier

Het bedrijf dat of de organisatie die het contract oorspronkelijk krijgt toegewezen.

productiestand

Het (deel van het) project dat of de resource die is voltooid of gebruikt.

productiestand

Het proces waarmee een structuurdeel of activiteit wordt voltooid tijdens de duur van het project. De productiestand kan worden vastgelegd op het niveau van de kostensoort, kostendrager of bewakingscode.

productiestand activiteit

De productiestand van een activiteit.

LN maakt onderscheid tussen twee soorten productiestanden:

  • Werkelijke productiestand
  • Productiestand planning (tijd/tijdsduur)

prognose kosten einde werk

De geprognosticeerde totale kosten van een project, activiteit of organisatiestructuurdeel wanneer de vastgelegde scope van het werk gereed is. De prognose kosten einde werk wordt als volgt berekend: werkelijke kosten + prognose restkosten

Prognose einde werk

prognose restkosten

Een realistische prognose van het resterende werk.

PRK

programma

Een groep van gerelateerde projecten die beheerd worden op een gecoördineerde manier voor extra voordelen en bewaking.

project

Een inspanning met een specifieke doelstelling die moet worden gehaald binnen de voorgeschreven tijd en financiële beperkingen en die is toegekend voor definitie of uitvoering.

projectbegroting

De begroting waarin u werkt. De bewakingsopbouw is de bevroren begroting met de registratie van de productiestand, facturering, kostenbewaking en invoer voor projectbehoefteplanning. Bovendien wordt de inkoopbegroting afgeleid van de projectbegroting.

projectlevering

Een materieel of immaterieel artikel dat is geproduceerd of ingekocht als gevolg van een project. De bedoeling van een projectlevering is dat deze wordt verzonden naar een interne of externe klant.

projectmagazijn

Een magazijn waarin alleen goederen worden opgeslagen die worden gebruikt voor projecten. In tegenstelling tot normale magazijnen worden de goederen beheerd voor een project en de bijbehorende details. De goederen in het default projectmagazijn vertegenwoordigen voorraadwaarde. De voorraadwaarde van een projectmagazijn maakt geen deel uit van de projectkosten. Goederen die zijn overgezet naar het project, worden toegevoegd aan de projectkosten. Een projectmagazijn kan door een of meerdere projecten worden gebruikt.

projectsoort

De manier waarop projecten kunnen worden gekenmerkt.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen de volgende projectsoorten:

  • Hoofdproject: de projectstructuur is samengesteld uit deelprojecten
  • Deelproject: het project is een deelproject van een hoofdproject.
  • Enkelvoudig project: het project is een zelfstandig project en maakt geen deel uit van een hoofdproject-/deelprojectstructuur.

projectstatus

De manier waarop een project kan worden gekenmerkt.

LN maakt onderscheid tussen de volgende statussen:

  • Vrij

    Er is een projectdefinitie vastgelegd, maar het project is nog niet uitgevoerd. Er zijn nog wijzigingen mogelijk.
  • Actief

    Tijdens het uitvoeren van een project kunt u kostenmutaties vrijgeven, inkopen en registreren.
  • Gereed

    Het project is gereed, maar is (nog) niet financieel afgesloten. U kunt nog steeds kostenmutaties registreren. Er kunnen voor het project geen werkelijke inkooporders aanwezig zijn.
  • Afgesloten

    Het project is financieel afgesloten; de projectdefinitie kan niet meer worden gewijzigd.
  • Gearchiveerd

    Het project wordt in een archiefbedrijf opgeslagen. Het projectarchiefbedrijf kan worden gebruikt als een bibliotheek voor historische projectgegevens.

projectvaluta

Als het project in een ander land wordt uitgevoerd, kunt u de projectvaluta gebruiken voor bewakingsdoeleinden. Deze valuta kan een externe valuta zijn die niet is opgegeven als een van de eigen valuta's.

referentieactiviteit

De kleinste eenheid van werk die voor de uitvoering van onderhoud nodig is.

regiecontract

Een contract dat is gebaseerd op de berekening van de hoeveelheid tijd en materiaal nadat delen van het project voltooid zijn. Voorafgaand aan de start van het project wordt een overeenkomst gesloten met betrekking tot de prijzen en taken.

regiecontract

Een contract dat wordt uitgevoerd op basis van een vergoeding voor gemaakte kosten plus een winstpercentage.

relatering

Een evenredige verdeling of uitsplitsing maken voor de Earned Value. Wanneer activiteit Y is gerelateerd aan activiteit X, is de Earned Value-methode van Y en X gelijk. Y kopieert X. X kan elke Earned Value-methode hebben.

reservering voor overhead

Reservering voor overhead is het proces waarbij indirecte kosten worden geïdentificeerd, geaggregeerd en toegekend aan activiteiten waarvoor organisaties de kosten afzonderlijk willen meten. De uitkomst van het proces van de reservering voor overhead wordt gevormd door de overheadtarieven. Voorgedefinieerde overheadtarieven worden berekend in Excel door de begrote of geschatte overhead te delen door de begrote activiteit en worden gebruikt om overhead door te belasten.

resultaten productiestand

De resultaten van de productiestandregistratie tijdens de uitvoering van een project. Binnen een project kunt u de tussenresultaten in- of uitschakelen per project of per kostendrager. Als u de tussenresultaten uitschakelt, kunt u alleen gereedmelden.

risicoverrekening

Een soort verrekenpost. De verrekening van de invloed van prijsschommelingen voor factureringsdoeleinden. Deze soort verrekenpost kunt u niet vastleggen voor Regie-contracten en voor contracten waarvoor de Factureermethode is ingesteld op Eenheidstarief.

routingbewerking

Een routingregel die bepalend is voor de afdeling, de tijdsduur en de omsteltijd van een taak in Productie.

scope-wijziging

Elke wijziging in de scope van het project. Bij een scope-wijziging is bijna altijd een correctie van de projectkosten of de planning vereist. Een scope-wijziging resulteert in meer of minder te factureren werk.

sjablonen voor projecten

Een gebruikersvriendelijke manier om een project vast te leggen.

soort actuele calculatie (LET)

De calculatiesoort van het structuurdeel.

  • Wanneer de soort actuele calculatie (LET) bottom-up is, berekent LN de totale soort actuele calculatie (LET) door de calculatieregelbedragen met hetzelfde soort niveau bij elkaar op te tellen.
  • Als de soort actuele calculatie (LET) voor het topstructuurelement top-down is, is de totale LET het structuurelementbedrag dat is vastgelegd als top-down. Top-down structuurelementen worden alleen gecontroleerd om na te gaan of de calculatiebedragen het bedrag van het parent-structuurelement niet overschrijden. De top-down structuurelementen worden niet daadwerkelijk gebruikt voor de totale calculatie.

LET

soorten boekingen

Een indicatie van herkomst van de boeking of de manier waarop de boeking is geboekt naar Financiële administratie. Boeking kan staan voor: een mutatie, een opbrengst, een order, kosten, enzovoort.

soort overeenkomst

Een contract met een bedrag in één keer of een contract op basis van gemaakte kosten. Bij een contract op basis van gemaakte kosten betaalt de klant alle acceptabele kosten tot een vast bedrag.

soort structuurdeel

Een manier om projectstructuurdelen te onderscheiden. Een project met de factureermethode Termijnmotivering kan twee soorten structuurdelen bevatten: direct en indirect. Als de productiestand meer dan 100% bedraagt, kan de productiestand van directe structuurdelen meer dan 100% zijn. De productiestand van indirecte structuurdelen kan nooit meer zijn dan 100%.

sorteringsstructuur

Een structuur waarmee u calculatieregels kunt sorteren als u het bedrag van de calculatieregels wilt sorteren.

stappen

Een stap in een projectprocedure. Een activiteit die overeenkomt met een sessie van het pakket Project. Voorbeeld: de activiteit 'bewakingsgegevens genereren' wordt uitgevoerd met de sessie Bewakingsopbouw genereren (tpptc1230m000).

status financiële resultaten

Een manier om de financiële resultaten van een project te kenmerken.

LN maakt onderscheid tussen drie verschillende statussen voor financiële resultaten:

  • Vrij

    deze status is van toepassing totdat het project is voltooid.
  • Resultaat bepalen

    Als de status van het project Gereed is, kunt u deze status voor de financiële resultaten selecteren.
  • Resultaat bepaald

    Het definitieve resultaat is bepaald en de projectstatus is gewijzigd in Afgesloten.

status werkuitvoering

Een formele autorisatieprocedure om te starten met een bepaalde activiteit. Met dit proces wordt ervoor gezorgd dat het geautoriseerde werk op het juiste moment en in de juiste volgorde wordt uitgevoerd.

De status voor de werkuitvoering kan de volgende waarden hebben:

  • Vrij

    er is geen autorisatie voor de uitvoering van het werk.
  • Vrijgegeven

    Het werk kan worden uitgevoerd. Deze status is alleen toegestaan voor activiteiten onder een actueel plan en voor structuurdelen die deel uitmaken van de actuele structuur. De parent-activiteit of het parent-structuurdeel en de soort activiteit kunnen niet worden gewijzigd.
  • Geblokkeerd

    het werk wordt uitgevoerd en moet als gevolg van bepaalde beperkingen worden opgeschort. De parent-activiteit of het parent-structuurdeel en de soort activiteit kunnen niet worden gewijzigd.
  • Gereed

    Het werk is uitgevoerd. De parent-activiteit of het parent-structuurdeel en de soort activiteit kunnen niet worden gewijzigd.
  • Afgesloten

    Het werk is uitgevoerd en alle gerelateerde financiële mutaties zijn afgesloten. De parent-activiteit of het parent-structuurdeel en de soort activiteit kunnen niet worden gewijzigd.

stelpost

Een soort verrekenpost die u moet gebruiken als u tijdens de ontwikkeling van een project niet zeker bent van een bepaald deel van de projectkosten. In een later stadium verrekent u de verschillen tussen de stelpostenbegroting en de werkelijke kosten:

Voorbeeld

U bouwt een huis met een standaard keuken, waarvoor u een stelpost van 10.000 euro hebt opgenomen. Als het huis bijna gereed is, kiest de klant toch voor een duurdere keuren, waardoor de uiteindelijke prijs 12.000 euro bedraagt. Het verschil van 2.000 euro wordt gefactureerd aan de klant.

structuurbegroting

De bottom-up begroting of bewakingsopbouw die uit structuurdelen bestaat. Het alternatief is een activiteitenbegroting. De structuurdelen kunnen aan elkaar worden gerelateerd in een multi-level hiërarchische structuur en elk structuurdeel kan begrotingsregels bevatten.

De voordelen van een structuurbegroting ten opzichte van een activiteitenbegroting zijn als volgt:

  • Door de aanwezigheid van meerdere parents kunt u voor terugkerende werkzaamheden eenvoudig budgetten maken.
  • Als u gebruikmaakt van frequenties, kunt u de berekening van bedragen voor een structuurdeel sneller en eenvoudiger uitvoeren.

structuurdeel

Het kleinste deel van een elementenstructuur. Een structuurdeel wordt gebruikt om het werk van het project (of de structuur van het werk) vast te leggen, zodat u dit kunt uitvoeren.

structuurdeel/activiteitenbegroting

De projectbegroting is een structuurbegroting die is gekoppeld aan activiteiten om een bewakingsopbouw aan te maken. Dit betekent dat een structuurdeel en activiteitenstructuur moeten worden ingevoerd en dat de planning kan worden gebruikt.

structuurdeel/structuurbegroting

De projectbegroting is een structuurbegroting met begrotingsbewaking op de structuurdelen. Dit betekent dat een elementenstructuur moet worden ingevuld en dat de planning niet kan worden gebruikt.

structuurdeelrelaties

De manier waarop de positionering van structuurdelen wordt bepaald in vergelijking met andere structuurdelen. Structuurdeelrelaties zijn de basis van een gelaagde (multi-level) structuurbegroting. De structuurdelen kunnen ook worden gekoppeld aan activiteiten. Deze relatie wordt gebruikt wanneer u bewakingsgegevens genereert voor een structuurdeel/activiteitenbegroting. In structuurdelen wordt de frequentie gebruikt als hulpmiddel voor het snel berekenen van structuurdeelbedragen. Structuurdelen kunnen over een structuur met meerdere parents beschikken.

structuurelement

Een algemene term voor een projectcalculatiestructuurdeel dat over een aantal structuursoorten kan beschikken, zoals een projectstructuurdeel, activiteit, kostensoort, een organisatiestructuurdeel of een structuurdeel van een rapportagestructuur. Een primair structuurelement maakt deel uit van de primaire structuur die aan de calculatieversie is gekoppeld.

stuklijst

Een lijst van alle subassemblages, halffabricaten, delen en grondstoffen die deel uitmaken van de parent-assemblage. De lijst vermeldt de hoeveelheid en de kosten van elke component.

Stuklijst

taak

Een specifieke taak. Met taakcodes kunt u de kosten bewaken van een taakcode of een groep taakcodes.

termijn

Het bedrag dat aan de klant wordt gefactureerd als in het project het bijbehorende structuurdeel of de bijbehorende activiteit gereed is of een mijlpaal is bereikt.

termijnbetalingsaanvragen

Termijnbetalingsaanvragen worden aangemaakt op basis van de door de relatie gemaakte kosten naarmate het werk van een contract voortschrijdt.

termijnmotivering

Een factureermethode die is gebaseerd op de productiestand voor structuurdelen en activiteiten. Het verschil met facturering op basis van een eenheidstarief is tweeledig.

Voor facturering op basis van eenheidsprijzen geldt het volgende:

  • Facturen gebaseerd op de productiestand en het verkooptarief van structuurdelen of activiteiten per eenheid.
  • De facturen worden verrekend met de aanneemsom.

te verrekenen hoeveelheden

Een soort verrekenpost, waarmee u het verschil kunt factureren tussen de begrote hoeveelheid en de werkelijke hoeveelheid voor een bereik van kostendragers. Gebruik deze soort als u niet zeker weet welke hoeveelheden worden verbruikt in het project.

tijdelijke inhouding

Een percentagebedrag dat de klant inhoudt van de aanneemsom. De inhouding dient als een garantie dat alle activiteiten worden uitgevoerd en dat aan alle contractuele verplichtingen wordt voldaan. Met andere woorden: het inhoudingsbedrag wordt betaald nadat de projectactiviteiten naar tevredenheid zijn uitgevoerd.

tijdgebonden planning

Een planning die inhoudt dat u het project niet kunt vertragen na de huidige einddatum, zelfs als dit betekent dat uw resources worden overbelast.

tijdsgefaseerde begroting

Een soort begroting die is gefaseerd en uitgespreid over een tijdsperiode. In LN zijn er verschillende manieren voor het plannen van de activiteiten en voor het bekijken van de Earned Value. Het Earned Value-concept bepaalt hoe de begrotingsbedragen worden vrijgegeven en hoe de geplande waarde wordt berekend.

toerekening opbrengsten

Voor een bepaald contract is de toerekening van de opbrengsten het proces dat leidt tot de berekening (en de daaropvolgende boeking in het grootboek) van de verwachte totale opbrengsten die zijn verdiend op basis van de productiestand van het contract.

toeslag

Een manier om indirecte projectkosten vast te leggen. Toeslagen worden vaak gebruikt om algemene overheadkosten te dekken, waaronder opslag, afhandeling, onderhoudskosten, managementoverhead, enzovoort. Toeslagen worden berekend als een percentage van de directe kosten en worden geboekt op een kosterdrager voor overige kosten. Toeslagen kunnen worden berekend op basis van kosten, begrotingen en opbrengsten.

top-down begroting

Een begrotingsmethode waarbij het verwachte projectbedrag van boven naar beneden over de projectstructuur wordt verdeeld.

Deze begrotingsmethode wordt gebruikt om het beschikbare begrotingsbedrag in de tijd te faseren over activiteiten. In een top-down begroting worden verschillende Earned Value-methoden ondersteund.

top-down begrotingsversie

Er wordt een versie aangemaakt om wijzigingen te kunnen traceren in de loop van een projectbegroting. Ter ondersteuning van een lange-termijnproject kunnen voor een top-down begroting meerdere versies worden vastgelegd. Eén versie van de top-down begroting is de actuele versie. Een versie kan worden afgesloten; dit betekent dat de versiegegevens niet kunnen worden gewijzigd.

topstructuurdeel

Het hoogste structuurdeel in de multi-level hiërarchie van een elementenstructuur. In de projectdefinitie wordt het topstructuurdeel gebruikt om de elementenstructuur aan het project te koppelen.

tussentijdse financiële resultaten

De tijdelijke financiële resultaten die u kunt raadplegen terwijl u het project uitvoert en kunt overboeken naar de winst- en verliesrekening.

Twee soorten tussentijdse resultaten:

  • Kosten: mutaties met betrekking tot kosten.
  • Opbrengsten: mutaties met betrekking tot opbrengsten.

type valutakoers

Een manier om valutakoersen te groeperen. U kunt verschillende valutakoersen toekennen aan verschillende factureren-aan relaties en/of aan verschillende soorten mutaties (inkoop, verkoop, enzovoort).

urenbewakingsperioden

LN maakt gebruik van urenbewakingsperioden.

In LN worden urenbewakingsperioden voor de volgende doeleinden gebruikt:

  • Periodieke bewaking van taakuren
  • Urenverantwoording
  • Verwerken van salarissen

VAC (kostenverschil bij oplevering)

Het kostenverschil bij oplevering van het project. Het verschil wordt berekend met behulp van de volgende formule:

Kostenverschil einde werk = Begroting kosten einde werk - Prognose einde werk.

vakgroep

Een groep resources met gemeenschappelijke vaardigheden die kan worden gebruikt voor een bepaalde taakkostendrager. Als u nog geen gedetailleerde opdrachten kunt opgeven voor medewerkers, kunt u vakgroepen gebruiken voor de planning.

verantwoordelijkheid

Een verplichting van een individu of groep om toegekende acties uit te voeren.

verbindingsknooppunt

Het activiteitenknooppunt van de activiteitenstructuur waarvoor een verbinding wordt gelegd met het externe planningspakket. De activiteiten die met het knooppunt zijn verbonden, worden gebruikt in het externe planningspakket. U kunt een activiteit niet aan een extern planningspakket koppelen als de activiteit van een hoger of lager niveau van het geselecteerde knooppunt wordt gebruikt voor een ander project.

verkooporderproject

Een projectsoort waarvoor de facturering en de levering van goederen wordt uitgevoerd in de module Verkoopbeheer van Orderbeheer. Een verkooporderproject wordt meestal gebruikt voor productgebaseerde projecten en wordt gegenereerd op basis van verkooporders.

verkooptarief

De prijs of het tarief waarvoor u kostendragers, elementen of activiteiten verkoopt die worden gebruikt voor uw project.

verplichting

Een financiële verplichting die toekomstige kosten vertegenwoordigt.

verrekenpost

De specifieke overeenkomsten binnen of als aanvulling op het oorspronkelijke contract. Een verrekenpost valt buiten het oorspronkelijke contract met de verkopen-aan relatie. Verrekenposten kunnen worden toegekend aan de bottom-up begroting.

LN maakt onderscheid tussen vier soorten verrekenposten:

  • Scope-wijziging
  • Stelpost
  • Risicoverrekening
  • Te verrekenen hoeveelheden

verzamelrekening

De enige soort activiteit die aan een organisatiestructuur kan worden gekoppeld. Op dit niveau kan functionele verantwoordelijkheid voor werk en kosten worden toegekend. In verzamelrekeningen kunt u de details opgeven van korte-termijntaken en deze gebruiken om een project uit te voeren.

vooruitbetaling

Een manier om uw kasstroom efficiënt te beheren door te verzoeken een afgesproken bedrag te betalen voor de aanvang van het project of een specifiek deel van het project. De vooruitbetaling wordt verrekend in de definitieve factuur. U kunt bijvoorbeeld een project selecteren en verzoeken om een vooruitbetaling voor bepaalde projectmaterialen. De vooruitbetaling kan worden gekoppeld aan een termijn. Voor eenheidstarief- en regiefacturen wordt het vooruitbetalingsverzoek verrekend met een of meer volgende facturen.

WBS-element

Een soort activiteit. Wordt meestal gebruikt om de scope van het project op te splitsen in kleinere delen. U kunt werk vastleggen voor een WBS-element. U kunt de kosten van verzamelrekeningen of werkpakketten aggregeren. Op deze soort activiteit kunt u geen kosten boeken.

werkelijke kosten

De echte voor een project gemaakte kosten. Deze kosten worden in het projectkostengrootboek gelogd. Voorbeeld: Voorraadkosten, inkoopfactuurkosten, prijsverschillen, handmatige kosten, enzovoort.

werkelijke productiestand

De productiestand in bedragen. Dit is anders dan de voltooiing in percentages, die de productiestand in de tijd weergeeft.

werkelijke waarde

De kosten die zijn gemaakt om het werk te voltooien dat in een bepaalde periode wordt uitgevoerd.

AV

werkpakket

Een soort activiteit. In werkpakketten kunt u details invoeren van korte-termijntaken en deze gebruiken om een project uit te voeren.

werkstroom

De ontwikkelingsfase van een bedrijfsproces, die wordt gebruikt om te bepalen of het bedrijfsproces kan worden gewijzigd.

werkstructuur

De bovenste laag van de activiteitenstructuur. De werkstructuur kan bestaan uit een hiërarchie van activiteiten van de soort werkstructuurelement.

werkstructuur

winstbedrag

In een tijdsgefaseerde begrotingsversie is dit de winst die wordt behaald door het bedrijf dat het project uitvoert.

Het winstbedrag wordt als volgt uitgedrukt:

winstbedrag = aanneemsom - managementreserve + gedistribueerde begroting + niet-gedistribueerde begroting	

WKA

Een Nederlandse wet die voorschrijft dat een aannemer aansprakelijk is voor het afdragen van de belasting en sociale premies van een onderaannemer.

zachte verplichting

Een zachte verplichting voor een project houdt in dat een inkooporder is goedgekeurd en de ontvangst wordt verwacht.

zoekargument

Een alternatieve vorm van een omschrijving die het zoeken eenvoudiger maakt. Doorgaans is dit een afkorting, acroniem of een eenvoudig te onthouden alternatief voor een volledige omschrijving.

zoekpad loonkostentarief begroting

Een zoekpad dat bepaalt welke kosten- en loonkostentarieven voor verkoop uit welke sessies worden gebruikt in taakbegrotingsregels: taak, vakgroep, project. Het default loonkostentarief dat wordt gebruikt is het loonkostentarief van niveau 1. Als dit niet beschikbaar is, wordt niveau 2 gebruikt en als dat niet beschikbaar is niveau 3.

zoekpad loonkostentarief voor urenregistratie

Dit zoekpad bepaalt welke kosten- en loonkostentarieven voor verkoop tijdens de urenregistratie worden gebruikt:

Het zoekpad bestaat uit vier niveaus, die elk op een van de volgende waarden kan worden gezet:

  • Medewerker
  • Taak
  • Project
  • Vakgroep
  • Afdeling

Het default loonkostentarief dat wordt gebruikt is het tarief op niveau 1. Als op dit niveau geen default loonkostentarief aanwezig is, wordt het loonkostentarief van niveau 2 gebruikt, enz.