Doorlooptijden productieorders (overdrachtshoeveelheid)

In Productie kunt u de bewerkingen van een productieorder na elkaar plannen. In dat geval moet een bewerking voor alle artikelen van een order zijn voltooid, voordat de volgende bewerking van start kan gaan. U kunt de routingbewerkingen van een productieorder echter ook semi-parallel plannen. Dit betekent dat de volgende bewerking kan starten op het moment dat de vorige bewerking voor een aantal artikelen is voltooid. Het aantal artikelen dat u hiervoor definieert, wordt een overdrachtshoeveelheid genoemd.

Als u een overdrachtshoeveelheid wilt gebruiken, schakelt u het selectievakje Batchoverdracht in de sessie Productieplanning (tisfc0110m000) in en legt u een waarde vast op het veld Overdrachtshoeveelheid.

LN plant de doorlooptijd van de productieorder bij het gebruik van overdrachtshoeveelheden enigszins anders dan wanneer u de routingbewerkingen na elkaar plant. In afbeelding 1-1 ziet u welke methode door LN wordt toegepast voor het plannen van bewerkingen met een overdrachtshoeveelheid in een voorwaartse planning. In afbeelding 1-2 ziet u welke methode door LN wordt toegepast bij een achterwaartse planning.

NB

U kunt het selectievakje Batchoverdracht niet voor een bewerking inschakelen als u het selectievakje Vaste duur hebt ingeschakeld voor de vorige bewerking. Ook in de praktijk is dit natuurlijk niet mogelijk. Als u broodjes bakt in een oven, moeten alle broodjes in de oven blijven tijdens de gehele vaste duur.

Voorwaartse planning: normale situatie

Figuur 1-1
QT Buffertijd
ST Omsteltijd
RT Stuktijd
WT Wachttijd
MT Verplaatsingstijd
A Startdatum buffer
B Startdatum omstelling + productie
C Herstartdatum omstelling + productie
D Startdatum wachten
E Startdatum verplaatsing
F Startdatum buffer (volgende bewerking)
G Startdatum omstelling + productie (volgende bewerking)

In afbeelding 1-1 ziet u een normale planningssituatie waarin bewerking 20 start op het tijdstip waarop bewerking 10 is voltooid voor de gehele productiebatch. Het ligt echter niet altijd zo eenvoudig. Hieronder wordt beschreven hoe LN de bewerkingen plant, indien een lange bewerking wordt gevolgd door een korte bewerking en u een overdrachtshoeveelheid wilt gebruiken.

Voorwaartse planning met gebruik van overdrachtshoeveelheid

Figuur 1-2
QT Buffertijd
ST Omsteltijd
RT Stuktijd
WT Wachttijd
MT Verplaatsingstijd
A Startdatum buffer
B Startdatum omstelling + productie
C Herstartdatum omstelling + productie
D Eerste batch-overdracht is gereed
E Startdatum wachten
F Startdatum verplaatsing
G Startdatum buffer (volgende bewerking)
H Startdatum omstelling + productie (volgende bewerking)

Afbeelding 1-2 is een grafische weergave van een voorwaartse planning waarin u een routing hebt gedefinieerd die bestaat uit bewerking 10 en bewerking 20. Voor bewerking 10 heeft u een overdrachtshoeveelheid vastgelegd.

In afbeelding 1-2 is te zien dat LN niet altijd eenvoudigweg het startpunt van bewerking 20 (G) kan plannen op basis van het tijdstip waarop de eerste overdrachtshoeveelheid door bewerking 10 (D) is voltooid. De afbeelding laat zien dat de stuktijd (RT) van bewerking 20 veel korter is dan de stuktijd van bewerking 10. Het pijltje in de vorm van een obelisk geeft aan dat er een conflict ontstaat als LN bewerking 20 plant nadat de eerste overdrachtshoeveelheid van bewerking 10 gereed is. Dit betekent dus dat bewerking 20 wordt beëindigd voordat bewerking 10 gereed is. Dit kan natuurlijk niet kloppen.

Om dit soort onrealistische planningssituaties te voorkomen voert het planningsmechanisme van LN de volgende correctiestappen uit.

  1. Offsetting uitvoeren op de minimale einddatum productie (I): Daartoe houdt LN rekening met de bufferstartdatum van de vervolgbewerking (g) van bewerking 10. Vanaf dat punt zal LN de productietijd van één overdrachtshoeveelheid (de laatste hoeveelheid van bewerking 10) voor bewerking 20 achterwaarts offsetten. Dit resulteert in de minimale einddatum productie.
  2. Controleren of correctie is vereist (II): Cijfer II geeft aan dat LN een correctiestap moet uitvoeren, omdat de startdatum van de wachttijd (E) van bewerking 20 (niet gecorrigeerd) vóór de minimale einddatum productie uit de vorige stap ligt. Uiteraard moet de startdatum van de wachttijd samenvallen met de einddatum productie.
  3. Bewerking 20 uitstellen (III): Het resultaat van stap 2 was bevestigend. Dit betekent dat LN bewerking 20 moet uitstellen om de startdatum van de wachttijd van bewerking 20 samen te laten vallen met de einddatum productie. LN zal vervolgens de doorlooptijdelementen van bewerking 20 achterwaarts offsetten om de startdatum/tijd van bewerking 20 te bepalen.

Achterwaartse planning met gebruik van overdrachtshoeveelheid

Figuur 1-3
QT Buffertijd
ST Omsteltijd
RT Stuktijd
WT Wachttijd
MT Verplaatsingstijd
A Startdatum buffer
B Startdatum omstelling + productie
C Herstartdatum omstelling + productie
D Eerste batch-overdracht is gereed
E Startdatum wachten
F Startdatum verplaatsing
G Startdatum buffer (volgende bewerking)
H Startdatum omstelling + productie (volgende bewerking)

Afbeelding 1-3 is een grafische weergave van een achterwaartse planning waarin u een routing hebt gedefinieerd die bestaat uit bewerking 10 en bewerking 20. Voor bewerking 10 heeft u een overdrachtshoeveelheid vastgelegd.

In een achterwaartse planning voert LN offsetting uit in de tegenovergestelde richting: het eindpunt van de productieactiviteit is bekend en LN moet berekenen wanneer de activiteit moet starten. Dit betekent dat u afbeelding 1-3 van onder naar boven moet lezen.

Daarom zal LN, uitgaande van de eindtijd van bewerking 20, alle doorlooptijden van bewerking 20 en 10 offsetten tot de startdatum van bewerking 10. Afbeelding 1-2 laat zien dat de planning van bewerking 10 (niet gecorrigeerd) kan leiden tot een niet-realistische planning: In dit voorbeeld zou bewerking 10 eindigen nadat bewerking 20 is voltooid.

Om dit soort onrealistische planningssituaties te voorkomen voert LN de volgende stappen uit.

  1. Offsetting uitvoeren op de maximaal toegestane einddatum van de vorige bewerking (I): Daartoe zal LN de productietijd van één overdrachtshoeveelheid (de laatste hoeveelheid van bewerking 20), vanaf de startdatum wachten (E) van bewerking 20, achterwaarts offsetten. Dit resulteert in de maximum toegestane einddatum voor bewerking 10. Dit is de datum waarop de verplaatsingstijd van bewerking 10 moet eindigen om de laatste overdrachtshoeveelheid van bewerking 20 te kunnen produceren.
  2. Offsetting uitvoeren op de berekende einddatum van de vorige bewerking (II): Daartoe zal LN eerst de verplaatsingstijd en de wachttijd van bewerking 10 vanaf de bufferstartdatum van bewerking 20 achterwaarts offsetten. Vervolgens zal LN, vanaf de datum waarop de eerst overdrachtshoeveelheid van bewerking 10 wordt geproduceerd, de productietijd van de totale orderhoeveelheid minus één overdrachtshoeveelheid plus de wachtijd en de verplaatsingstijd voorwaarts offsetten. Hiermee wordt de einddatum van bewerking 10 bepaald. Het verloop van de pijl geeft aan hoe stap 2 wordt uitgevoerd..
  3. Controleren of correctie is vereist (III): LN vergelijkt de maximum toegestane einddatum die bij stap 1 is gevonden met de berekende einddatum die bij stap 2 is gevonden. Als de berekende einddatum na de maximum toegestane einddatum valt, moet LN de planning van bewerking 10 corrigeren..
  4. De vorige bewerking naar voren verplaatsen (IV): Als het resultaat van stap 3 bevestigend is, verplaatst LN bewerking 10 naar een eerdere tijd om de bewerking weer in één lijn te brengen met bewerking 20 zodat het eind van de verplaatsingstijd van bewerking 10 (G) samenvalt met de maximaal toegestane einddatum van stap 1.
NB

De oplossing die in de vorige paragraaf wordt beschreven, is een vereenvoudiging van de werkelijkheid, waarin LN de totale doorlooptijd van de productieorder op een consistente manier plant. In de praktijk zou de korte bewerking echter direct kunnen starten wanneer de eerste batch aankomt, waarna even kan worden gewacht voordat wordt doorgegaan met het verwerken van de volgende batch. LN ondersteunt echter niet een dergelijk gedetailleerd niveau in de planning.