Structuur van verkorte stuklijst
In het volgende voorbeeld wordt een verkorte stuklijststructuur weergegeven.
Maakartikel: Fiets | |||
---|---|---|---|
Artikel | Omschrijving | Hoeveelheid | |
B | Zadel | jan. | |
C | Frame | jan. | |
E | Spaken | 35 | |
F | Naaf | 1 |
A | Maakartikel Fiets |
B | Inkoopdeel Zadel |
C | Inkoopdeel Frame |
E | Spaken |
F | Naaf |
In dit voorbeeld worden de inkoopdelen weergegeven die worden gebruikt bij de productie van maakartikel A (= fiets). De naaf en de spaken worden gebruikt om het wiel te maken (een phantom-artikel). Dit wordt niet weergegeven in een verkorte stuklijst, omdat het phantom-artikel weer bestaat uit andere artikelen die inkoopdelen zijn.
Als de inkoopdelen van het eindproduct bekend zijn, kunt u de materiaalbehoeften bepalen voor het maken van de andere componenten van het eindproduct.
In het volgende voorbeeld wordt een where-used verkorte stuklijststructuur weergegeven.
Artikel: Spaak | ||
Maakartikel | Omschrijving | Hoeveelheid |
M1 | Damesstadsfiets | 60 |
M2 | Damestandem | 60 |
M3 | Herentandem | 60 |
M4 | Gezinstandem | 60 |
Voor elke component wordt één regel met de totale hoeveelheid vermeld. Het is niet mogelijk om te zien op welk(e) niveau(s) in de stuklijst het artikel wordt gebruikt.