Gereedschapscomponenten (titrp0506m000)
Deze sessie kunt u gebruiken om de componenten van een samengesteld gereedschap weer te geven. U kunt de componenten muteren in de detailsessie Gereedschapscomponenten (titrp0106s000).
- Gereedschap
-
De gereedschapssoort is het eerste niveau dat wordt gebruikt voor de identificatie van het coderingssysteem voor gereedschappen.
Enkele voorbeelden van gereedschapssoorten zijn:
- Hamer.
- Schroevendraaier.
- Kruiwagens.
Hamer 1, schroevendraaier 2 en kruiwagen 3 zijn voorbeelden van de combinatie van een gereedschapssoort en een gereedschapsnummer, en vertegenwoordigen unieke gereedschappen.
De gereedschapsklasse van de gereedschapssoort (vastgelegd in de sessie Gereedschappen (titrp0101m000)) is Samengesteld gereedschap.
- Omschrijving
-
De omschrijving of naam die bij de code hoort.
- Gereedschapsnummer
-
Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. De combinatie van een gereedschapssoort (bijvoorbeeld hamer) en een gereedschapsnummer (bijvoorbeeld 1) vormt een unieke identificatiecode voor een gereedschap in LN.
- Positie
-
Volgnummer dat de positie van de component weergeeft.
- Gereedschapscomponent
-
De component die is gekoppeld aan het samengestelde gereedschap dat is vastgelegd op het veld Gereedschap. De component is een gereedschapssoort die is vastgelegd in de sessie Gereedschappen (titrp0101m000). De gereedschapsklasse van de gereedschapssoort moet Gereedschapscomponent zijn.
- Gereedschapssoort component
-
De omschrijving of naam die bij de code hoort.
- Gereedschapsnummer component
-
Het gereedschapsnummer van de component.
- Permanent serienummer
-
Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. Een permanent serienummer is bijvoorbeeld een combinatie van het functionele nummer en het jaar van aanschaf. Permanente serienummers worden gebruikt om de componenten van een samengesteld gereedschap in groepen te verdelen.
Indien een samengesteld gereedschap geen permanent serienummer heeft, kunnen de componenten daarvan wel of geen permanent serienummer hebben.
Voorbeeld
Het samengestelde gereedschap X heeft het permanente serienummer 1990. Een van de volgende punten moet van toepassing zijn op de componenten van het gereedschap:
- Het permanente serienummer van de componenten is gelijk aan dat van het samengestelde gereedschap (dus 1990).
- De aan het samengestelde gereedschap gekoppelde componenten hebben geen permanent serienummer.
NBHet beste is als een samengesteld gereedschap en alle componenten daarvan hetzelfde permanente serienummer hebben. Samengesteld gereedschap wordt in de sessie Gereedschapscomponenten (titrp0506m000) vastgelegd.
U kunt dit veld niet wijzigen indien het gereedschap is samengesteld of als component voorkomt in de sessie Gereedschapscomponenten (titrp0506m000).