Gereedschapscomponenten (titrp0106s000)

Deze sessie kunt u gebruiken om componenten aan een samengesteld gereedschap te koppelen.

U kunt een component alleen aan een samengesteld gereedschap toekennen als de waarde van het veld Levensduur gereedschap op basis van die in de sessie Gereedschappen (titrp0101m000) is vastgelegd, gelijk is voor zowel de gereedschapscomponent als het samengestelde gereedschap.

NB
  • Als de status van het samengestelde gereedschap Nieuw of Beschikbaar is, is het niet mogelijk om componenten met de status Geblokkeerd aan het samengestelde gereedschap te koppelen.
  • Als het samengestelde gereedschap is gekoppeld aan een routing of een gereedschapsset die wordt gebruikt in de sessie Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000), kunt u het gereedschap niet verwijderen.
  • U kunt de gereedschapscomponenten op de productieorderdocumenten afdrukken met de sessie Productieorderdocumenten afdrukken (tisfc0408m000).
Vestiging

De ID van de vestiging.

NB

Alleen zichtbaar als de functionaliteit voor meerdere vestigingen actief is.

Gereedschap

De gereedschapssoort is het eerste niveau dat wordt gebruikt voor de identificatie van het coderingssysteem voor gereedschappen.

Enkele voorbeelden van gereedschapssoorten zijn:

  • Hamer.
  • Schroevendraaier.
  • Kruiwagens.

Hamer 1, schroevendraaier 2 en kruiwagen 3 zijn voorbeelden van de combinatie van een gereedschapssoort en een gereedschapsnummer, en vertegenwoordigen unieke gereedschappen.

De gereedschapsklasse van de gereedschapssoort (gedefinieerd in de sessie Gereedschappen (titrp0101m000)) is Samengesteld gereedschap.

Omschrijving

De omschrijving of naam die bij de code hoort.

Gereedschapsnummer

Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. De combinatie van een gereedschapssoort (bijvoorbeeld hamer) en een gereedschapsnummer (bijvoorbeeld 1) vormt een unieke identificatiecode voor een gereedschap in LN.

Positie

Volgnummer dat de positie van de component weergeeft.

Permanent serienummer

Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. Een permanent serienummer is bijvoorbeeld een combinatie van het functionele nummer en het jaar van aanschaf. Permanente serienummers worden gebruikt om de componenten van een samengesteld gereedschap in groepen te verdelen.

Indien een samengesteld gereedschap geen permanent serienummer heeft, kunnen de componenten daarvan wel of geen permanent serienummer hebben.

Voorbeeld

Het samengestelde gereedschap X heeft het permanente serienummer 1990. Een van de volgende punten moet van toepassing zijn op de componenten van het gereedschap:

  • Het permanente serienummer van de componenten is gelijk aan dat van het samengestelde gereedschap (dus 1990).
  • De aan het samengestelde gereedschap gekoppelde componenten hebben geen permanent serienummer.
NB

Voor de beste resultaten moeten het samengestelde gereedschap en de bijbehorende componenten hetzelfde permanente serienummer hebben. Samengesteld gereedschap wordt in de sessie Gereedschapscomponenten (titrp0506m000) vastgelegd.

U kunt dit veld niet wijzigen indien het gereedschap een samengesteld gereedschap is of als component voorkomt in de sessie Gereedschapscomponenten (titrp0506m000).

Gereedschapscomponent

De component die gekoppeld is aan het samengestelde gereedschap dat is vastgelegd op het veld Gereedschap. De component is een gereedschapssoort die is vastgelegd in de sessie Gereedschappen (titrp0101m000). De gereedschapsklasse van de gereedschapssoort moet Gereedschapscomponent zijn.

Omschrijving

De omschrijving van de gereedschapssoort van de component.

Gereedschapsnummer component

Het gereedschapsnummer van de component.

Tekst

Als dit selectievakje is ingeschakeld, is er tekst aanwezig.