Jobshop-routings (tirou4100m000)

De ID van de vestiging.

De artikelen die worden geproduceerd.

De routing-ID.

Een tekst die bepalend is voor het doel van de geselecteerde routing.

De revisie waarvoor de routing wordt gebruikt.

De datum waarop de routing geldig wordt.

De status van de routing.

Toegestane waarden

• Nieuw
• Vervallen
• Goedgekeurd

De planningsgroep waaraan de routing is gekoppeld.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de bewerkingsvolgorde gekoppeld aan een standaard routing voor de geselecteerde combinatie van artikel en vestiging en is deze mogelijk van toepassing voor meerdere artikelen. Het veld Standaardroutingcode toont de code van de standaard routing.

Als het selectievakje Norm is ingeschakeld, moet het veld de code van een standaard routing bevatten.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan de geselecteerde routing worden gebruikt in de planning.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de geselecteerde jobshop-routing gebruikt voor de planning.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de geselecteerde jobshop-routing gebruikt voor nacalculatie.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt voor de productie van het artikel alleen uitbesteding met materiaalstroom gebruikt.

De hoeveelheid producten waarop de cyclustijd is gebaseerd.

De minimale hoeveelheid van het product waarvoor de routing wordt gebruikt.

De maximale hoeveelheid van het product waarvoor deze routing wordt gebruikt.

De bruikbare uitvoer van een bewerking, uitgedrukt in een percentage van de invoer.

Voorbeeld 1: Tijdens de productie van gloeilampen is het percentage opbrengst van een bewerking 98. Dus op elke 100 gloeilampen zijn er gemiddeld 98 in orde. De overige gloeilampen zijn defect en worden daarom afgevoerd.

Voorbeeld 2: Staaldraden worden in elkaar gedraaid om een staalkabel te produceren. Door het draaien wordt de kabel 10% korter dan de draden waaruit de kabel wordt gemaakt. Dus wordt de opbrengst op 90% gezet.

Als bewerkingen zijn gedefinieerd, moet de opbrengst per bewerking worden vastgelegd.

Onbruikbaar materiaal of afgekeurde halffabricaten ontstaan bijvoorbeeld door het defect raken van componenten en door verliezen tijdens het knippen of zagen.

De brutobehoefte en/of de invoerhoeveelheid van een bewerking moeten worden vergroot om het verwachte verlies te compenseren. Dit afval is van toepassing indien de routing geen bewerkingen heeft.

Als er bewerkingen zijn gedefinieerd, moet er per bewerking afval worden gedefinieerd.

Selecteer de berekeningsmethode voor de doorlooptijd.

Toegestane waarden

• Automatisch

  Als deze optie wordt ingeschakeld, wordt het veld Orderlooptijd uitgeschakeld. Als u het veld Tijdseenheid wijzigt, wordt de doorlooptijd van de routing opnieuw berekend.

• Handmatig

  Als deze optie is ingeschakeld, kunt u de doorlooptijd instellen met behulp van het veld Orderlooptijd.

De productietijd van een artikel uitgedrukt in uren of dagen, gebaseerd op de doorlooptijdelementen die zijn gedefinieerd in de routingbewerkingen.

U kunt de orderlooptijd bepalen door de opdracht Doorlooptijd berekenen te gebruiken.

• De waarde van dit veld wordt berekend op basis van de routingbewerkingen en de gegevens die zijn opgegeven in de sessie Artikelen - bestelgegevens per vestiging (tcibd2150m000).
• De doorlooptijd, die is gebaseerd op de cyclustijd en andere waarden, wordt vermenigvuldigd met de optimale seriegrootte die is opgegeven in artikelbestelgegevens per vestiging.

Wanneer de doorlooptijd wordt berekend, wordt op dit veld de hoeveelheid weergegeven waarop de berekening is gebaseerd. De hoeveelheid wordt opgehaald uit de sessie Artikelen - bestelgegevens per vestiging (tcibd2150m000), afhankelijk van de bestelmethode uit het veld Vaste orderhoeveelheid of Optimale seriegrootte.

De datum waarop de bewerkingsregel niet meer geldig is.

Als u geen vervaldatum opgeeft, zet LN de vervaldatum automatisch op de maximumwaarde.

De medewerker die de routing heeft aangemaakt.

De datum waarop de routing is aangemaakt.

De medewerker die de routing heeft goedgekeurd.

De datum waarop de routing is goedgekeurd.

De medewerker die de routing heeft laten vervallen.

De datum waarop de routing is vervallen.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn aan deze routing uitzonderingen gekoppeld. Met andere woorden, unit-effectivity is van toepassing op de routing in kwestie. Als u de uitzonderingen van de routing in de module Unit-effectivity verwijdert, wordt het selectievakje uitgeschakeld.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, maakt de routing deel uit van de standaardconfiguratie van een artikel. De kosten die gerelateerd zijn aan de routing, worden opgenomen in de standaard kostprijs. Als het selectievakje Standaardconfiguratie is uitgeschakeld, maakt de routing geen deel uit van de standaardconfiguratie van een artikel. De kosten die gerelateerd zijn aan de routing, worden niet opgenomen in de standaard kostprijs.

De combinatie van de selectievakjes Standaardconfiguratie en Geldig in de sessie Uitzonderingen (tcuef0105m000) geeft aan of de routing wordt gebruikt voor een specifieke effectivity unit.

• Indien het selectievakje Standaardconfiguratie is ingeschakeld en het selectievakje Geldig is uitgeschakeld voor een uitzondering die aan de routing is gekoppeld, wordt die routing overgeslagen bij een specifieke effectivity unit of behoefte.
• Indien het selectievakje Standaardconfiguratie is uitgeschakeld en het selectievakje Geldig is ingeschakeld voor een uitzondering die aan de routing is gekoppeld, wordt die routing toegevoegd voor een specifieke effectivity unit of behoefte.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er extra tekst aanwezig.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, moeten etiketten worden afgedrukt voor dit productieproces.

Geef de soort etiket op.

Toegestane waarden

• Intern

  Standaardetiketten worden gebruikt, onafhankelijk van de klant.

• Klant

  Het etiket wordt afgedrukt met klantgegevens die afkomstig zijn uit de vraagorders en de standaardgegevens.

Geef de procedure op die wordt gebruikt voor etiketten.

Toegestane waarden

• Gereedmelden via scannen

  Als deze optie is ingeschakeld, worden etiketten afgedrukt voordat de productie start. Er worden logistieke eenheden gegenereerd met de etiketten. De geproduceerde hoeveelheden moeten via logistieke eenheden worden gerapporteerd. U kunt dit met een scanner of handmatig doen.

• Tijdens magazijnontvangst

  Als deze optie is ingeschakeld, worden logistieke eenheden en etiketten opeenvolgend gegenereerd bij de ontvangstbevestiging van goederen in het magazijn.

• Order rapporteren

  Als deze optie is ingeschakeld, worden etiketten afgedrukt tijdens het proces Orders gereedmelden. Gereedmelden vindt plaats op hoeveelheden.

Geef de applicatie op die verantwoordelijk is voor het afdrukken van het etiket.

Toegestane waarden

Infor LN

• Als deze optie is ingeschakeld, is LN verantwoordelijk voor het afdrukken van de etiketten.

• Externe applicatie

  Als deze optie is ingeschakeld, wordt de publicatie van het PakketEtiketBOD getriggerd zodat er etiketten kunnen worden afgedrukt.

De layout die door LN wordt gebruikt om de etiketten af te drukken.

U kunt vanuit dit veld naar de sessie Etiketlayouts (whwmd5520m000) zoomen.

Met dit veld wordt aangegeven welk apparaat LN gebruikt voor het afdrukken van de etiketten.

U kunt inzoomen naar de sessie Apparaatgegevens (ttaad3500m000).

Het aantal etiketten dat moet worden afgedrukt.