Bewerking(sstap) - procesvariabelen (tirou1111m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om een of meer procesvariabelen rechtstreeks aan een bewerking of aan een bewerkingsstap van een micro-routing te koppelen.

Vestiging

De ID van de vestiging.

NB

Alleen zichtbaar als de functionaliteit voor meerdere vestigingen actief is.

Artikel

Een artikel dat in elke module van Productie voorkomt. Het is een product of generiek artikel dat wordt gebruikt in een generieke stuklijst / productiestuklijst of in een generieke routing / productierouting.

Routing

De volgorde van de bewerkingen die nodig is voor de productie van een artikel.

Voor elke bewerking worden de referentiebewerking, de machine en de afdeling opgegeven, plus informatie over de omsteltijd en cyclustijd.

Bewerking

Een van een reeks stappen binnen een routing die achtereenvolgens moet worden uitgevoerd om een artikel te produceren.

Tijdens een routingbewerking worden de volgende gegevens verzameld:

  • De taak. Bijvoorbeeld, zagen.
  • De machine waarmee de taak wordt uitgevoerd (optioneel). Bijvoorbeeld, een zaagmachine.
  • De plaats waar de taak wordt uitgevoerd (afdeling). Bijvoorbeeld, houtbewerking.
  • Het aantal medewerkers dat nodig is voor het uitvoeren van de taak.

Met deze gegevens worden orderlooptijden berekend, productieorders gepland en kostprijzen berekend.

/

Het volgnummer van de bewerking. Dit nummer is gebaseerd op de ingangs- en vervaldatums en wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen bewerkingen.

De ingangs- en vervaldatums van bewerkingen worden gebruikt in:

  • Enterprise Planning
  • Kostprijscalculatie
  • Jobshopbeheer
Bewerkingsstap

Een deelbewerking die aan een routingbewerking is gekoppeld.

Aan een bewerkingsstap kan informatie worden gekoppeld, zoals instructies, procesgegevens en gereedschapsgegevens.

Taak

Een activiteit voor de productie of reparatie van een artikel. Bijvoorbeeld zagen, boren of verven.

Een taak wordt op een afdeling uitgevoerd en kan gerelateerd zijn aan een machine.

Afdeling

De default afdeling waar de taak wordt uitgevoerd.

Machine

De machine waarmee de bewerking wordt uitgevoerd.

Procesvariabele

Een instelling of invoerwaarde die gerelateerd is aan gegevens (zoals een machine, een gereedschap of een proceskenmerk) die relevant zijn voor het uitvoeren van een bewerking of bewerkingsstap. Bijvoorbeeld knipdiepte, knipsnelheid en temperatuur.

Norm

De doelwaarde van de procesvariabele.

Soort grens

Selecteer hoe de maatafwijking wordt uitgedrukt.

NB
  • Als Absoluut is geselecteerd, moet u de boven- en ondergrens opgeven. Daarmee worden in LN de over- en onderschrijdingstoleranties berekend.
  • Als Percentage is geselecteerd, moet u de over- en onderschrijdingstolerantie opgeven. Daarmee worden in LN de boven- en ondergrenzen berekend.

Toegestane waarden

Absoluut

De onder- en bovengrens van de afwijking ten opzichte van de doelwaarde wordt uitgedrukt in een absolute waarde.

  • Grens

    Als de bovengrens wordt uitgedrukt in een absolute waarde, is dit de waarde waarmee de doelwaarde van de procesvariabele maximaal mag worden overschreden.

    Als de norm bijvoorbeeld 30 is en de bovengrens is 33, wordt op dit veld 33 weergegeven.

  • Percentage

Percentage

De onder- en bovengrens van de afwijking ten opzichte van de doelwaarde wordt bepaald door een percentage.

  • Grens

    Als de bovengrens wordt uitgedrukt in een percentage, is dit het percentage waarmee de doelwaarde van de procesvariabele maximaal mag worden overschreden.

    Als de norm bijvoorbeeld 30 is en de bovengrens is 33, wordt op dit veld 10% weergegeven.

  • Percentage

    Als de ondergrens wordt uitgedrukt in een percentage, is dit het percentage waarmee de invoerwaarde van de procesvariabele lager mag zijn dan de norm.

    Als de norm bijvoorbeeld 30 is en de ondergrens is 27, toetst u op dit veld 10% in.

Bovengrens

De bovengrens van de procesvariabele als een absolute waarde.

Ondergrens

De ondergrens van de procesvariabele als een absolute waarde.

Ondermarge

De ondergrens van de procesvariabele als een percentage.

Bovenmarge

De bovengrens van de procesvariabele als een percentage.

Omschrijving inspectie

De omschrijving van de inspectiemethode.

Registratiesoort

De soort registratie die van toepassing is op de meetwaarden van de procesvariabele. Deze waarde wordt default ingesteld op Alleen instructie.

Toegestane waarden

Optionele registratie

De registratie van de meetwaarden is optioneel.

Verplichte registratie

De registratie van de meetwaarden is verplicht.

Alleen instructie

Default wordt de registratiesoort op deze optie gezet, bijvoorbeeld wanneer de productieorders zijn gemigreerd uit eerdere functiepakketten.

Steekproeffrequentie

De steekproeffrequentie is de totale hoeveelheid die wordt gemeten. De steekproeffrequentie wordt uitgedrukt als een percentage.

NB

Dit veld is alleen ingeschakeld als het veld Registratiesoort is ingesteld op Optionele registratie of Verplichte registratie.