Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000)
Deze sessie kunt u gebruiken om gereedschappen rechtstreeks aan een bewerking of aan een bewerkingsstap van een micro-routing te koppelen.
-
Als u deze sessie wilt gebruiken, moet de parameter Jobshop per vestiging in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000) zijn ingesteld op Niet actief.
-
U definieert gereedschappen in de module Gereedschapsbehoefteplanning, een module waarmee u gereedschappen kunt beheren, tracken en plannen.
Gereedschappen aan een bewerking koppelen
Als de volgorde waarin de gereedschappen op de productieorderdocumenten voorkomen niet van belang is, kunt u de gereedschappen rechtstreeks aan een bewerking koppelen. Om gereedschappen aan een bewerking te koppelen, selecteert u een record in de sessie Routingbewerkingen (tirou1102m000) en klikt u in het betreffende menu op . Hiermee start u de sessie Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000) waarin u een of meer gereedschappen aan een bewerking kunt koppelen. Deze gereedschappen komen dan direct onder het bewerkingsnummer op de productieorderdocumenten.
Gereedschappen aan een bewerkingsstap koppelen
De gereedschapsgegevens die aan bewerkingsstappen zijn gekoppeld, geven bijvoorbeeld aan welke gereedschappen nodig zijn voor het uitvoeren van een specifieke bewerking. Als u aan een bewerking een aantal gereedschappen in een bepaalde volgorde wilt toevoegen, moet u een gereedschap aan een bewerkingsstap koppelen. Nadat u voor de bewerking bewerkingsstappen hebt vastgelegd in de sessie Bewerkingsstappen (tirou1105m000), kunt u aan elke bewerkingsstap een of meer gereedschappen koppelen. Selecteer in de sessie Bewerkingsstappen (tirou1105m000) een bewerkingsstap voor de gewenste combinatie van artikel, routing en bewerking, en klik vervolgens in het betreffende menu op . Hiermee start u de sessie Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000) waarin u een of meer gereedschappen aan een bewerkingsstap kunt koppelen.
U kunt gereedschappen koppelen aan de bewerking van een bepaalde productieorder of aan de bewerkingsstappen. Gereedschappen kunnen echter niet worden gekoppeld aan zowel een bewerking als aan bewerkingsstappen, omdat de gereedschapsplanning op slechts één niveau wordt uitgevoerd.
Default
Als de huidige sessie wordt gestart voor een bewerking met een taakrelatie waaraan gereedschappen zijn gekoppeld in de sessie Taakrelatie - gereedschappen (tirou0115m000), worden de gereedschappen uit de sessie Taakrelatie - gereedschappen (tirou0115m000) default weergegeven in de huidige sessie. Als bewerkingsstappen worden toegevoegd, worden deze default gegevens verwijderd.
In de sessie Voorgecalculeerde gereedschapsbehoefte (titrp0111m000) kunt u de gereedschappen die nodig zijn voor de bewerking van een lopende productieorder opvragen en definiëren. Op basis van de gegevens in de huidige sessie worden de gereedschapsgegevens default weergegeven in de sessie Voorgecalculeerde gereedschapsbehoefte (titrp0111m000) op het niveau van de bewerking of bewerkingsstap. U kunt in de sessie Voorgecalculeerde gereedschapsbehoefte (titrp0111m000) echter extra gereedschappen aan een bewerking of aan een bewerkingsstap van een lopende productieorder koppelen. U doet dit als volgt:
- Door het invoeren van een nieuw record.
- Door het starten van de sessie Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000) waarin u extra gereedschapsgegevens kunt vastleggen. Als u de sessie Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000) wilt starten, selecteert u een record in de sessie Voorgecalculeerde gereedschapsbehoefte (titrp0111m000) en klikt u in het betreffende menu op Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen.
Als u extra gereedschappen aan de productieorder toevoegt met de sessie Bewerking/bewerkingsstap - gereedschappen (tirou1110m000), verschijnen deze gereedschappen als defaults op toekomstige productieorders waarbij gebruik wordt gemaakt van de desbetreffende bewerking of bewerkingsstap.
- Maakartikel
-
Een artikel dat in elke module van Productie voorkomt. Het is een product of generiek artikel dat wordt gebruikt in een generieke stuklijst / productiestuklijst of in een generieke routing / productierouting.
- Routing
-
De volgorde van de bewerkingen die nodig is voor de productie van een artikel.
Voor elke bewerking worden de referentiebewerking, de machine en de afdeling opgegeven, plus informatie over de omsteltijd en cyclustijd.
- Bewerking
-
Een van een reeks stappen binnen een routing die achtereenvolgens moet worden uitgevoerd om een artikel te produceren.
Tijdens een routingbewerking worden de volgende gegevens verzameld:
- De taak. Bijvoorbeeld, zagen.
- De machine waarmee de taak wordt uitgevoerd (optioneel). Bijvoorbeeld, een zaagmachine.
- De plaats waar de taak wordt uitgevoerd (afdeling). Bijvoorbeeld, houtbewerking.
- Het aantal medewerkers dat nodig is voor het uitvoeren van de taak.
Met deze gegevens worden orderlooptijden berekend, productieorders gepland en kostprijzen berekend.
- Volgnummer
-
Het volgnummer van de bewerking. Dit nummer is gebaseerd op de ingangs- en vervaldatums en wordt gebruikt om onderscheid te maken tussen bewerkingen.
De ingangs- en vervaldatums van bewerkingen worden gebruikt in:
- Enterprise Planning.
- Kostprijscalculatie.
- Jobshopbeheer.
- Volgnummer
-
Het nummer dat wordt gebruikt om een gegevensrecord of een stap in een aantal opeenvolgende activiteiten aan te duiden. Volgnummers worden gebruikt in vele contexten. LN genereert doorgaans het volgnummer voor het volgende artikel of de volgende stap. Afhankelijk van de context kunt u dit nummer overschrijven.
- Gereedschapsset
-
Een verzameling van specifieke gereedschappen die nodig is voor het uitvoeren van één taak. Een gereedschapsset kan worden gekoppeld aan een machine, taak en/of routingbewerking, om het benodigde gereedschap op te geven voor het uitvoeren van de taak en/of bewerking.
- Gereedschap
-
De gereedschapssoort is het eerste niveau dat wordt gebruikt voor de identificatie van het coderingssysteem voor gereedschappen.
Enkele voorbeelden van gereedschapssoorten zijn:
- Hamer.
- Schroevendraaier.
- Kruiwagens.
Hamer 1, schroevendraaier 2 en kruiwagen 3 zijn voorbeelden van de combinatie van een gereedschapssoort en een gereedschapsnummer, en vertegenwoordigen unieke gereedschappen.
- Gereedschapsnummer
-
Een nummer dat wordt toegekend ter identificatie van een gereedschap. De combinatie van een gereedschapssoort (bijvoorbeeld hamer) en een gereedschapsnummer (bijvoorbeeld 1) vormt een unieke identificatiecode voor een gereedschap in LN.
- Aantal keren gebruikt
-
Het aantal keren dat het gereedschap voor een bepaalde bewerking kan worden gebruikt.
- Routing-eenheid
-
Dit is de hoeveelheid van het maakartikel waarop de routing is gebaseerd. Hiermee kunt u zeer korte bewerkingstijden in de routing van een artikel opnemen.
Voorbeeld
Routinghoeveelheid 100 Cyclustijd 60 minuten Binnen een tijd van 60 minuten worden 100 artikelen geproduceerd. De bewerkingstijd van één artikel is dus 0,6 minuut.
- Voorraadeenheid
-
De maateenheid waarin de voorraad van een artikel wordt geregistreerd, bijvoorbeeld stuk, kilo, doos van 12 stuks of meter.
De voorraadeenheid wordt ook gebruikt als basiseenheid voor het omrekenen van maateenheden, vooral voor omrekeningen die betrekking hebben op de ordereenheid en de prijseenheid van een inkooporder of een verkooporder. Bij deze omrekeningen wordt de voorraadeenheid altijd als basiseenheid gebruikt. Een voorraadeenheid is daarom van toepassing op alle artikelsoorten, ook artikelsoorten die niet op voorraad kunnen worden gehouden.
- Bewerkingsstap
-
Een deelbewerking die aan een routingbewerking is gekoppeld.
Aan een bewerkingsstap kan informatie worden gekoppeld, zoals instructies, procesgegevens en gereedschapsgegevens.
- In gereedschapsplanning meenemen
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het gereedschap gebruikt voor planningsdoeleinden en op productieorderdocumenten afgedrukt voor instructiedoeleinden.
Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt het gereedschap per bewerking op de productieorderdocumenten afgedrukt, maar wordt het niet gebruikt voor planningsdoeleinden.
- Taak
-
Een activiteit voor de productie of reparatie van een artikel. Bijvoorbeeld zagen, boren of verven.
Een taak wordt op een afdeling uitgevoerd en kan gerelateerd zijn aan een machine.
- Machine
-
De machine waarmee de bewerking wordt uitgevoerd.
- Afdeling
-
De default afdeling waar de taak wordt uitgevoerd.