Afdelingen (tirou0101m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om afdelingen weer te geven. De afdelingsgegevens worden gebruikt voor kostenvoorcalculaties en planningsdoeleinden.

U kunt afdelingen als volgt beheren:

  • Gebruik de sessie Afdeling (tirou0601m000) als de parameter Jobshop per vestiging is ingesteld op Actief in de sessie Conceptactivering (tcemm4600m000).
  • Gebruik de sessie Afdeling (tirou0101s000) als de parameter Jobshop per vestiging is ingesteld op Niet actief in de sessie Conceptactivering (tcemm4600m000).
NB

U kunt geen afdeling verwijderen als:

  • De afdeling nog actief is in LN.
Afdelingssoort

De soort afdeling.

Toegestane waarden

Afdeling

Een gewone afdeling die een gebied definieert, doorgaans begrensd door gele lijnen, waar jobshopbewerkingen worden uitgevoerd en machines aanwezig zijn.

Subafdeling
NB

Als de waarde van de parameter Jobshop per vestiging Actief is in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000), is deze optie niet beschikbaar.

Een afdeling die bij een afdeling op een hoger niveau hoort, om de totale capaciteit te controleren.

Uitbesteding

Indien een bewerking moet worden uitbesteed, moet er een uitbestedingsafdeling worden gedefinieerd. U kunt geen bewerkingstariefcodes voor deze soort afdeling koppelen. U kunt echter wel planningsgegevens per uitbestedingsafdeling vastleggen, ongeacht de geselecteerde kritische capaciteitssoort. Bij een afdeling van de soort Uitbesteding kunt u de soort afdeling niet wijzigen.

Kostprijscalculatie

De afdeling is een kostenafdeling.

Buffer

Een assemblagelijnwerkstation waar geen bewerkingen worden uitgevoerd, maar orders wachten op overdracht naar het volgende werkstation.

Lijnstation

Een afdeling die deel uitmaakt van een assemblagelijn. Een lijnstation wordt gebruikt in de productie van definitieve artikelen van het assemblage-afroepschema.

Werkcel

Een groep van een of meer werkstations met een vaste volgorde die is gedefinieerd in de sessie Werkcellen (tirpt0140m000) voor Repetitive Manufacturing. Werkcellen worden gebruikt voor productie van artikelen op basis van productiemodellen.

Afdeling

De afdeling-ID.

Als u een afdelingscode vastlegt, moet u nagaan welke afdeling van invloed is op de voorgecalculeerde kosten van productieorders.

Het aantal afdelingen behoeft niet overeen te komen met het aantal fysieke afdelingen binnen uw organisatie, omdat niet elke fysieke afdeling van invloed is op de voorgecalculeerde kosten.

In de sessie Productieplanning (tisfc0110m000) kunt u de planning wijzigen door een bewerking door een andere afdeling te laten uitvoeren. De capaciteitseenheden moeten dan wel gelijk zijn.

NB
  • De afdeling kan niet worden verwijderd indien deze ergens anders in LN wordt gebruikt.
  • Voordat u een afdeling kunt definiëren, moet u een bedrijfsonderdeel definiëren in de sessie Bedrijfsonderdelen (tcmcs0565m000).
Productieafdeling

Een groep productieresources, afdelingen en werkcellen, die fysiek aan elkaar zijn gekoppeld. Een productiehal is bijvoorbeeld een productieafdeling.

Onafhankelijk vansubcontractor

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, heeft de afdeling die is gedefinieerd als Uitbesteding geen gekoppelde toeleverancier.

NB

Met dit selectievakje kunnen gebruikers simulaties maken en basisgegevens definiëren voor de productie van artikelen met uitbestede taken of onderdelen als er nog geen toeleverancier is aangewezen.

Subcontractor

De toeleverancier, indien het veld Afdelingssoort Uitbesteding is.

NB

U kunt dit veld niet gebruiken als het selectievakje Onafhankelijk vansubcontractor is ingeschakeld in de sessie Afdelingen (tirou0101m000).

Vestiging

De ID van de vestiging.

NB

Alleen zichtbaar als de functionaliteit voor meerdere vestigingen actief is.

Enterpriseeenheid

Een financieel onafhankelijk onderdeel van uw organisatie, dat is opgebouwd uit entiteiten, zoals bedrijfsonderdelen, afdelingen, magazijnen en projecten. De entiteiten van de enterprise-eenheid moeten allemaal tot hetzelfde logistieke bedrijf behoren, maar een logistiek bedrijf kan meerdere enterprise-eenheden bevatten. Een enterprise-eenheid is gekoppeld aan één financieel bedrijf.

Wanneer u logistieke mutaties tussen enterprise-eenheden uitvoert, worden de resulterende financiële mutaties geboekt naar de financiële bedrijven waaraan de enterprise-eenheid is gekoppeld.

U kunt de enterprise-eenheid van de afdeling wijzigen in de sessie Bedrijfsonderdelen (tcemm1124m000). Als u de multi-company structuur echter eenmaal hebt ingesteld, kunt u de enterprise-eenheid niet meer wijzigen.

Actuele kalender

De combinatie van kalender en beschikbaarheidssoort die wordt gebruikt door de afdeling die een productieorder produceert.

NB
  • Als er een afdelingskalender is opgegeven, is de werkelijke kalender gelijk aan de afdelingskalender. Als er geen afdelingskalender is opgegeven, wordt de volgende van toepassing zijnde kalender gebruikt, bijvoorbeeld de kalender van de gerelateerde productieafdeling.
  • Het veld Herkomst bevat het niveau waarop de werkelijke kalender is gedefinieerd.

Kritisch in hoofdplanning

Geef op welke capaciteit kritisch is bij de planning. De opgegeven capaciteit wordt gebruikt in Enterprise Planning en voor netwerkactiviteiten van Projectbeheer:

  • Enterprise Planning

    Afhankelijk van de waarde maakt Enterprise Planning gebruik van de arbeids- of machinecapaciteit om het capaciteitsgebruik in het resourceplan of het orderplan uit te drukken.
  • Netwerkactiviteiten van Projectbeheer

    Afhankelijk van de waarde wordt er voor PCS-netwerkactiviteiten gebruikgemaakt van de arbeids- of machinecapaciteit om de waarde van het veld Geaggreg. voorgecalc. cap. [u] in de sessies Activiteiten (tipcs4101m000) en Overzicht activiteiten per project (tipcs4502m000) te berekenen.

In Orderplanning (de sessie Resourceorderplan zoeken (cprrp0530m000)) is zowel Mancapaciteit als Machinecapaciteit beschikbaar.

NB

Dit veld wordt niet in JSC gebruikt, omdat het capaciteitsgebruik in JSC altijd wordt uitgedrukt in arbeids- en machinecapaciteit.

Toegestane waarden

Mancapaciteit

De mancapaciteit wordt in Enterprise Planning gebruikt om het capaciteitsgebruik van het resourcehoofdplan uit te drukken.

Machinecapaciteit

De machinecapaciteit wordt in Enterprise Planning gebruikt om het capaciteitsgebruik van het resourcehoofdplan uit te drukken.

Machinecapaciteitsgroepen

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden machinesoorten gebruikt voor de opgegeven afdeling. Er moeten een of meer machinecapaciteitsgroepen worden gedefinieerd voor deze afdeling en voor elke bewerking in deze afdeling moet een machinesoort worden geselecteerd.

Verborgen velden
Adres

Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.

Plaats (briefhoofd)

De plaatsnaam die moet worden afgedrukt voor de datum in briefhoofden van de afdeling.

Enterpriseeenheid

De enterprise-eenheid van de afdeling.

Fin. admin.-bedrijf

Het financiële bedrijf waaraan de enterprise-eenheid van de afdeling gekoppeld is. Mutaties die door de afdeling zijn aangemaakt, worden op dit financiële bedrijf geboekt.

Operationeel bedrijf

Het bedrijf waar een bedrijfsonderdeel, magazijn of project bij hoort. In de meeste gevallen is dit het logistieke bedrijf waarin het bedrijfsonderdeel, het magazijn of het project is aangemaakt. Logistieke mutaties afkomstig van een bedrijfsonderdeel, magazijn of project kunnen alleen in het bijbehorende operationele bedrijf worden aangemaakt.

Type gezam. afd. / prim.bedr.

Op dit veld geeft u aan tot welk type gezamenlijke afdeling een afdeling behoort.

NB

De parameter Gezamenlijke afdelingen gebruiken in de sessie Parameters basisgegevens jobshop (tirou0100m000) moet zijn ingeschakeld om dit veld te gebruiken.

Parentafdeling

De hoofdafdeling die is gekoppeld aan de afdeling.

NB

Als de parameter Jobshop per vestiging is ingesteld op Actief in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000), wordt dit veld uitsluitend voor financiële rapportage gebruikt als groepeerelement in het financiële integratieschema. Anders kan het worden gebruikt om capaciteit te aggregeren.

Afdelingskalender

Een set definities die worden gebruikt voor het maken van een lijst met werktijden per kalender. Een kalender wordt geïdentificeerd met een combinatie van een kalendercode en een beschikbaarheidssoort.

Dit veld is niet van toepassing als het veld Afdelingssoort is ingesteld op Lijnstation of Buffer.

Extra Intrastat-informatie

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn er extra Intrastat-gegevens beschikbaar.

Manager

De code van de medewerker die het afdelingshoofd is.

Code loonkostentarief

Het loonkostentarief wordt gebruikt om de intercompany-prijs te bepalen voor uren die zijn besteed aan het afhandelen van een order of project.

Productiemagazijn

Een magazijn voor de opslag van tussenvoorraden om afdelingen te bevoorraden. Een productiemagazijn is gekoppeld aan een afzonderlijke werkcel, een assemblagelijn of een of meer afdelingen. Een productiemagazijn kan van goederen worden voorzien via aanvulorders of middels een pull-gestuurde levering van materialen.

Als het gaat om de pull-gestuurde levering van materialen, kunt u uit twee methoden kiezen:

  • Ordergestuurd/batch (alleen van toepassing in Assemblagebeheer).
  • Ordergestuurd/SILS (alleen van toepassing in Assemblagebeheer).
  • Ordergestuurd/enkelvoudig (alleen van toepassing in Jobshopbeheer).
  • Kanban.
  • Tijdgefaseerd bestelniveau.

De artikelen in het productiemagazijn maken geen deel uit van het onderhanden werk (OHW). Wanneer artikelen vanuit het productiemagazijn naar de productie worden overgezet, wordt hun waarde bij het onderhanden werk opgeteld.

U kunt alleen een waarde intoetsen indien het selectievakje Gebruik productiemagazijn in de sessie Parameters productieorders (tisfc0100s000) is ingeschakeld.

Het veld Magazijnsoort in de sessie Magazijnen (tcmcs0103s000) moet op Productie staan.

Product gereedmelden

Geef op hoe de productie wordt gemeld:

Handmatig

Rapportage vindt handmatig plaats in de sessie Werklijst machines (tisfc4600m000) voor machinebewerkingen en in de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000) voor andere bewerkingen.

Automatisch

Rapportage vindt plaats door de gereedmelding van een andere bewerking.

Manuren gereedmelden

Geef op hoe uren moeten worden gemeld:

Backflushen

Dit is een automatische berekening op basis van gerapporteerde hoeveelheden.

Per machinegroep

Rapportage vindt plaats per machine in de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000).

Default arbeidsresource

Het medewerkersnummer waarop uren worden geboekt in Medewerkers door middel van backflushing.

Tarief

De code die aan de afdeling is gekoppeld en als afdelingstarief wordt gebruikt.

NB

U definieert bewerkingscodes in de sessie Bewerkingstariefcodes (ticpr0150m000).

Dit veld is alleen toegankelijk als:

  • De Afdelingssoort niet Uitbesteding is.
Kostenafdeling

Een aan een afdeling gekoppelde afdeling die wordt gebruikt voor het berekenen van de kosten per eenheid eindproduct, OHW-overboekingen en productieresultaten. Deze resultaten bevatten de financiële mutaties die zijn gerelateerd aan productieorders.

De koppeling tussen een kostenafdeling en een afdeling stelt u in staat productiebewerkingen nog een keer opnieuw te plannen. Indien nodig kunt u de afdeling waar de bewerking wordt uitgevoerd, wijzigen zonder dat dit van invloed is op het calculatieproces.

NB

Als de afdeling een Subafdeling is, wordt de kostenafdeling van de bijbehorende hoofdafdeling automatisch weergegeven. Op dit veld kunt u echter een andere kostenafdeling intoetsen.

Bewerkingstariefcode van kostenafdeling

De code die aan de kostenafdeling is gekoppeld en als kostenafdelingstarief wordt gebruikt.

Basiscapaciteit per week

De weekcapaciteit van elke capaciteitseenheid op de afdeling. Met deze waarde berekent u de basiscapaciteit van een afdeling op weekbasis. De capaciteit verschijnt dan op de bezettingsoverzichten van de afdeling.

NB

Alleen beschikbaar als de waarde van de parameter Jobshop per vestiging is ingesteld op Niet actief in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000).

Basiscapaciteit dag per capaciteitseenheid

De dagcapaciteit van elke capaciteitseenheid op de afdeling. Met deze waarde berekent u de basiscapaciteit van een afdeling op dagbasis. De capaciteit verschijnt dan op de bezettingsoverzichten van de afdeling.

NB

Alleen beschikbaar als de waarde van de parameter Jobshop per vestiging is ingesteld op Niet actief in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000).

Aantal machines

Het aantal machines dat voor productie op de afdeling beschikbaar is.

Beschikbare arb.resources (FTE)

Het aantal operators dat op de afdeling beschikbaar is.

Het aantal machines en operators dat voor een afdeling is gedefinieerd, wordt gebruikt om de beschikbare capaciteit van de afdeling te berekenen.

Kritisch in hoofdplanning

Geef de capaciteit op die voor de hoofdplanning zal worden gebruikt.

Als de afdeling geen capaciteitsgroepen heeft, wordt alleen Arbeidscapaciteit gebruikt.

Als de sessie Orderplan resources (cprrp0530m000) wordt gebruikt, zijn zowel de loon- als de machinecapaciteit beschikbaar.

Toegestane waarden

Mancapaciteit

De mancapaciteit wordt in Enterprise Planning gebruikt om het capaciteitsgebruik van het resourcehoofdplan uit te drukken.

Machinecapaciteit

De machinecapaciteit wordt in Enterprise Planning gebruikt om het capaciteitsgebruik van het resourcehoofdplan uit te drukken.

Tijdseenheid

De tijdseenheid waarin de Wachttijd en de Buffertijd worden uitgedrukt. De tijdseenheid van de subafdeling kan gelijk zijn aan de tijdseenheid van de bijbehorende hoofdafdeling.

Als de tijdseenheid betrekking heeft op de buffertijd, moeten Dagen en Uren worden geïnterpreteerd als dagen en uren in de werktijdentabel die aan de afdeling is gekoppeld. Heeft de tijdseenheid betrekking op de wachttijd, dan wordt er geen kalender gebruikt. Er wordt dan uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week.

Toegestane waarden

  • Uren

    Doorlooptijden worden uitgedrukt in uren. Breuken zijn toegestaan.
  • Dagen

    Doorlooptijden worden uitgedrukt in dagen. Breuken worden afgerond op gehele getallen.
Buffertijd

De tijd dat een order op een afdeling aanwezig is voordat er een omstelling of bewerking voor wordt uitgevoerd.

De buffertijd dient voor het berekenen van doorlooptijden en wordt uitgedrukt in dagen of uren. De dagen of uren moeten geïnterpreteerd zijn als dagen en uren in de werktijdenkalender die aan de afdeling is gekoppeld.

Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen.

Wachttijd

De tijd dat een order op een afdeling blijft nadat een bewerking is gereedgemaakt .

LN plant geen wachttijden volgens een specifieke kalender. De planning van de wachttijd is gebaseerd op 7 dagen per week en 24 uur per dag.

Een typisch voorbeeld is de tijd die na het verven nodig is voor het drogen.

Als LN de start- en eindtijden van geplande orders berekent op basis van de routing, houdt LN rekening met de wachttijd. De wachttijd wordt uitgedrukt in dagen of uren. Dit zijn geen kalender-dagen of -uren. Er wordt uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week.

Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen.

De planningsbuffer die ontstaat door de wachttijd, maakt het mogelijk een speling in te bouwen tussen opeenvolgende bewerkingen. Hierdoor kunt u met bewerkingen schuiven als de planning moet worden aangepast.

NB

Dit veld is niet toegankelijk als het veld Afdelingssoort is ingesteld op Kostprijscalculatie, Lijnstation of Buffer.

Verplaatsingstijd

De tijd die nodig is om een halffabricaat van de ene bewerking naar de andere te verplaatsen. Na de laatste bewerking is de verplaatsingstijd de tijd die nodig is om het eindproduct naar het magazijn over te zetten.

De verplaatsingstijd is een van de doorlooptijd-elementen waarmee LN plant met gebruikmaking van een bepaalde kalender.

Als het veld Tijdseenheid op Dagen staat, rondt LN de ingevoerde waarden van de doorlooptijd af op gehele getallen.

Gewenste buffer

Het door de gebruiker gewenste verschil tussen de input en output van een afdeling. Dit is de default waarde voor de begincalculaties van buffers.

Globale capaciteitsbehoefte PCS gebruiken

Bij een netwerkplanning in PCS kan de capaciteit van de afdeling worden verbruikt door:

  • De globale capaciteit in PCS, die wordt vastgelegd in de sessie Activiteiten (tipcs4101m000).
  • De capaciteit die nodig is voor JSC-productieorders en de geplande productieorders in Enterprise Planning.

Aan de hand van dit selectievakje wordt bepaald hoe de capaciteit van de afdeling wordt verbruikt:

  • Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de beschikbare capaciteit van de afdeling verbruikt met de capaciteit die benodigd is voor de JSC-productieorders en geplande productieorders in Enterprise Planning. Er wordt dus geen rekening gehouden met de globale capaciteitsbehoefte, die is vastgelegd in de sessie Activiteiten (tipcs4101m000).
  • Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden de globale capaciteit in PCS (vastgelegd voor activiteiten in PCS) en de capaciteit die nodig is voor JSC-productieorders en de geplande productieorders in Enterprise Planning afgetrokken van de beschikbare capaciteit van de afdeling. Daarom treedt er dubbel verbruik van afdelingscapaciteit op.

Instructies afdrukken

Als u gebruikmaakt van een micro-routing, kunt u instructies voor productieorders vastleggen ten behoeve van elke bewerking en elke bewerkingsstap. Als het veld op Ja staat, worden de betreffende instructies afgedrukt.

De waarde Niet van toepassing is alleen mogelijk als Afdelingssoort is ingesteld op Subafdeling. De subafdeling krijgt dan de waarde van het veld Instructies afdrukken van de bijbehorende hoofdafdeling.

Apparaat voor labels afdrukken

Geef het apparaat voor het afdrukken van labels op.

Constraintsoort

Geef de constraintsoort op voor de afdeling.

Toegestane waarden

  • Time fence
  • Planningshorizon
Time fence constraints

Een peildatum voor de evaluatie van processen of statussen.

Voorbeeld

De time fence van de assemblageorder op een assemblagelijn is bepalend voor de einddatum van de periode waarvoor assemblageorders moeten worden aangemaakt. Als deze time fence 100 dagen is, moeten assemblageorders worden aangemaakt voor productvarianten waarvan de geplande afleverdatum tussen nu en 100 dagen ligt. Zo kan een time fence van 100 dagen ook bepalen wanneer lijnstationorders moeten worden bevroren, bijgewerkt enzovoort.

Als calculatiebureau gebruiken

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, functioneert de geselecteerde kostenafdeling als calculatiebureau.

Algemeen
Kalender
Herkomst

De ID van de sessie waarin de werkelijke kalender is gedefinieerd.

Relaties
Rapportering productie-uitvoeringssysteem

Als een machine met rapportering productie-uitvoeringssysteem die actief is aan de afdeling is gekoppeld, wordt dit selectievakje ingeschakeld.