Planbord PCS (tipcs4176m000)

Met het grafisch planbord kunt u de volgende informatie afzetten op een tijdschaal:

  • Productieorders
  • Bijbehorende bewerkingen

U kunt de volgende sessies starten vanuit het menu Referenties van het planbord:

  • Projecten (tipcs2101m000)
  • Activiteiten (tipcs4101m000)
  • Activiteitenrelaties (tipcs4110m000)

U kunt de gegevensselectie wijzigen in de sessie Gegevens voor planbord selecteren (tipcs4175m000).

Het grafische planbord heeft twee weergaven:

  • Gantt-weergave

    Een overzicht van geplande projecten en activiteiten.
  • Planningsweergave

    Een overzicht van het geplande project of de geplande activiteit per afdeling.

Merk op dat de dagen op het planbord kalenderdagen zijn en geen werkdagen.

U kunt de activiteiten op het grafische planbord slepen en neerzetten om uw productie opnieuw te plannen. De planningsgegevens van het project worden dan bijgewerkt in LN.

Tijdens het herplannen via het grafische planbord wordt gebruikgemaakt van dezelfde planningslogica als in de planningssessies. U kunt een activiteit vooruit of achteruit in de tijd verplaatsen door deze op het planbord te slepen.

Of de startdatum van de productieorder dan ook wijzigt, is afhankelijk van de parameter Startdatum productieorders automatisch bijwerken in de sessie Parameters productieorders (tisfc0100s000).

  • Indien het selectievakje Startdatum productieorders automatisch bijwerken is ingeschakeld, kan de startdatum van de productieorder wijzigen wanneer een bewerking naar een andere tijd wordt verplaatst. Het veld Geplande leverdatum wordt gewijzigd in de sessie Productieorders (tisfc0501m000). De Gevraagde leverdatum blijft ongewijzigd.

  • Indien het selectievakje Startdatum productieorders automatisch bijwerken is uitgeschakeld, kan het volgende gebeuren:

    • Als de bewerking vooruit wordt verschoven in de tijd, wijzigt de einddatum van de productieorder, maar blijft de startdatum ongewijzigd.
    • Als de bewerking achteruit wordt verschoven in de tijd, zodat de bewerking start en eindigt vóór de startdatum van de productieorder, blijft de startdatum van de productieorder ongewijzigd.

In de Gantt-weergave kunt u met de muiscursor op het project of de activiteit gaan staan om een uitgebreid overzicht weer te geven. U kunt ook op de knop Alle uitvouwen klikken, zodat alle projecten en activiteiten tegelijkertijd worden uitgevouwd.

De bewerkingen in zowel de Gantt-weergave als de planningsweergave verschaffen u de volgende extra gegevens:

  • Percentage gereed

    De voortgang van een productieorderbewerking is zichtbaar middels een voortgangsbalk en een gereedheidspercentage. Als u op Gereedmeldingen tonen klikt in het betreffende menu, kunt u de voortgangsbalk en het gereedheidspercentage weergeven of verbergen.

    LN gebruikt de volgende formule om de lengte van de voortgangsbalk te berekenen:

    Geplande productietijd - Resterende productietijd / Geplande productietijd

    Met andere woorden, de voortgangsbalk laat zien welk deel van de omsteltijd en de productietijd reeds verstreken is. De buffertijd, wachttijd en verplaatsingstijd worden niet meegenomen in de berekening van de voortgang. 9Hoewel op het planbord een deel van de voortgangsbalk wordt weergegeven onder de wachttijd van de bewerking, wordt de wachttijd niet meegenomen in de berekening van de voortgang.

  • Achterstalligheid

    Een bewerking is achterstallig als de eindtijd van de bewerking later is dan de aangevraagde leverdatum van de productieorder. Indien u de cursor verplaatst naar een achterstallige bewerking, wordt zowel in kalenderdagen/uren als werktijd aangegeven hoe achterstallig de bewerking is. Als een bewerking achterstallig is, kan dit door een kleur worden aangegeven. Is de kleur rood, dan is de bewerking achterstallig. In het betreffende menu kunt u op Achterstallig weergeven in-/uitschakelen klikken om te bepalen of LN een kleur moet gebruiken om aan te geven dat een bewerking achterstallig is.
  • Doorlooptijdcomponenten

    De doorlooptijdcomponenten van de bewerkingen, zoals de buffer- en omsteltijd als de status van de bewerkingen, worden met kleuren aangegeven.

In de Gantt-weergave gebruikt u de opdrachten in het menu om de productieorders te sorteren. Door uw gegevens te sorteren, kunt u zich richten op een specifiek deel van de jobshop, zoals de productieorders voor een specifiek PCS-project of een productiestartdatum weergeven.

U kunt u ervoor kiezen een melding te laten verschijnen als een productieorder te laat is als gevolg van een herplanning. In het betreffende menu klikt u op Planningsmeldingen in-/uitschakelen om te bepalen of een melding moet worden weergegeven.

U kunt bepalen of bewerkingen met de status Gereed op het planbord moeten worden weergegeven. In het betreffende menu klikt u op Gereed overslaan in-/uitschakelen om te bepalen of gereedgemelde bewerkingen moeten worden weergegeven.

U kunt bepalen of u de buffertijd van de bewerking wilt weergeven door op Buffertijd weergeven in-/uitschakelen te klikken in het betreffende menu. Als de buffertijd wordt weergegeven, is de startdatum van het bewerkingsblok in het planbord gelijk aan de startdatum van de buffertijd. Als de buffertijd niet wordt weergegeven, is de startdatum van het bewerkingsblok gelijk aan de omsteltijd of stuktijd.

Gebruik de activiteitenrelaties om actieve relaties tussen bewerkingen in de Gantt-weergave weer te geven.