Afdeling 360 (timfc1501m100)
Deze sessie kunt u gebruiken om de eigenschappen van afdelingen één voor één te muteren en het gebruik van de afdeling en de bijbehorende machines in LN in de planning en productie te analyseren, uitgedrukt in een aantal where-used, beschikbaarheid en bezetting.
- Vestiging
-
De ID van de vestiging.
- Productieafdeling
-
De productieafdeling waar de productie plaatsvindt.
- Machinecapaciteitsgroepen
-
Hiermee opent u de sessie Machinecapaciteitsgroepen (tirou4161m000), waarin de machinecapaciteitsgroepen worden weergegeven die beschikbaar zijn voor de combinatie van vestiging en productieafdeling.
- Machinenummers
-
Hiermee opent u de sessie Machinenummers (tirou4162m000), waarin de machinenummers worden weergegeven die beschikbaar zijn voor de combinatie van vestiging en productieafdeling.
- Manbezetting
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de manbezettingsgegevens opvragen in de sessie Manbezetting (tisfc0663m000).
- Bezetting machinegroep
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de bezettingsgegevens voor de machinegroep opvragen in de sessie Bezetting machinegroep (tisfc0661m000).
- Machinebezettingsdiagram
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de machinebezetting opvragen in de sessie Machinebezetting (tisfc8365m000).
- Bewerkingen
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de bewerkingen opvragen in de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000).
- Gereedschapsaanvragen
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de gereedschapsaanvragen opvragen in de sessie Gereedschapsaanvragen (titrp0515m000).
- Machinebeschikbaarheid
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de machinebezetting opvragen in de sessie Machinebeschikbaarheid (tirou8350m000).
- Orderplan resource
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de machinebezetting opvragen in de sessie Resourceorderplan zoeken (cprrp0530m000).
- Resourcehoofdplan
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de machinebezetting opvragen in de sessie Resourcehoofdplan (cprmp3501m000).
- Afdeling
-
De afdelingen die behoren tot de combinatie van vestiging en productieafdeling.
- Capaciteitsgroep
-
Selecteer de capaciteitsgroep van de afdeling.
NBDe capaciteitsgroep van de afdeling wordt vastgelegd in de sessie Capaciteitsgroepen afdelingen (tirou0140m000).
- Enterpriseeenheid
-
De ID van de enterprise-eenheid.
- Actuele kalender
-
De kalender-ID.
- Productieafdeling
-
De productieafdeling waar de productie plaatsvindt.
- Afdelingssoort
-
De specificatie van de afdeling.
Toegestane waarden
- Afdeling
-
Een gewone afdeling die een gebied definieert, doorgaans begrensd door gele lijnen, waar jobshopbewerkingen worden uitgevoerd en machines aanwezig zijn.
- Subafdeling
-
NB
Als de waarde van de parameter Jobshop per vestiging Actief is in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000), is deze optie niet beschikbaar.
Een afdeling die bij een afdeling op een hoger niveau hoort, om de totale capaciteit te controleren.
- Uitbesteding
-
Indien een bewerking moet worden uitbesteed, moet er een uitbestedingsafdeling worden gedefinieerd. U kunt geen bewerkingstariefcodes voor deze soort afdeling koppelen. U kunt echter wel planningsgegevens per uitbestedingsafdeling vastleggen, ongeacht de geselecteerde kritische capaciteitssoort. Bij een afdeling van de soort Uitbesteding kunt u de soort afdeling niet wijzigen.
- Kostprijscalculatie
-
De afdeling is een kostenafdeling.
- Buffer
-
Een assemblagelijnwerkstation waar geen bewerkingen worden uitgevoerd, maar orders wachten op overdracht naar het volgende werkstation.
- Lijnstation
-
Een afdeling die deel uitmaakt van een assemblagelijn. Een lijnstation wordt gebruikt in de productie van definitieve artikelen van het assemblage-afroepschema.
- Werkcel
-
Een groep van een of meer werkstations met een vaste volgorde die is gedefinieerd in de sessie Werkcellen (tirpt0140m000) voor Repetitive Manufacturing. Werkcellen worden gebruikt voor productie van artikelen op basis van productiemodellen.
- Type gezamenlijke afdeling
-
De specificatie van de afdeling.
Toegestane waarden
- Primair
- Secundair
-
De afdeling is geen gezamenlijke afdeling.
- Bedrijf
-
Een werkomgeving waarin u logistieke of financiële mutaties kunt uitvoeren. Alle gegevens die betrekking hebben op de mutaties worden opgeslagen in de database van het bedrijf.
Afhankelijk van de soort gegevens die het bedrijf beheert, is het bedrijf:
- Een logistiek bedrijf
- Een financieel bedrijf
- Zowel een logistiek als een financieel bedrijf
In een multi-company structuur kan de database van het bedrijf gedeeltelijk alleen voor het bedrijf fungeren en gedeeltelijk bestaan uit databasetabellen die het bedrijf deelt met andere bedrijven.
- Parentafdeling
-
Een afdeling die wordt onderverdeeld in andere afdelingen.
- Tarief
-
De code die aan de afdeling is gekoppeld en als afdelingstarief wordt gebruikt.
NBU definieert bewerkingscodes in de sessie Bewerkingstariefcodes (ticpr0150m000).
Dit veld is alleen toegankelijk als:
- De Afdelingssoort niet Uitbesteding is.
- Wachttijd
-
De tijd dat een order op een afdeling blijft nadat een bewerking is gereedgemaakt .
LN plant geen wachttijden volgens een specifieke kalender. De planning van de wachttijd is gebaseerd op 7 dagen per week en 24 uur per dag.
Een typisch voorbeeld is de tijd die na het verven nodig is voor het drogen.
Als LN de start- en eindtijden van geplande orders berekent op basis van de routing, houdt LN rekening met de wachttijd.
Met behulp van de planningsbuffer kunt u een speling inbouwen tussen opeenvolgende bewerkingen, waardoor u met bewerkingen kunt schuiven.
De wachttijd wordt uitgedrukt in dagen of uren. Dit zijn geen kalenderdagen of kalenderuren. Er wordt uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week.
NBDit veld wordt niet gebruikt als het veld Afdelingssoort op Kostprijscalculatie staat.
- Verplaatsingstijd
-
De tijd die nodig is om een halffabricaat van de ene bewerking naar de andere te verplaatsen. Na de laatste bewerking is de verplaatsingstijd de tijd die nodig is om het eindproduct naar het magazijn over te zetten.
De verplaatsingstijd is een van de doorlooptijd-elementen waarmee LN plant met gebruikmaking van een bepaalde kalender.
- Basiscapaciteit per week
-
De weekcapaciteit van elke capaciteitseenheid op de afdeling. Met deze waarde berekent u de basiscapaciteit van een afdeling op weekbasis. De capaciteit wordt dan weergegeven op de bezettingsoverzichten van de afdeling.
- Basiscapaciteit dag per capaciteitseenheid
-
De dagcapaciteit van elke capaciteitseenheid op de afdeling. Met deze waarde berekent u de basiscapaciteit van een afdeling op dagbasis. De capaciteit wordt dan weergegeven op de bezettingsoverzichten van de afdeling.
- Productiemagazijn
-
Een magazijn voor de opslag van tussenvoorraden om afdelingen te bevoorraden. Een productiemagazijn is gekoppeld aan een afzonderlijke werkcel, een assemblagelijn of een of meer afdelingen. Een productiemagazijn kan van goederen worden voorzien via aanvulorders of middels een pull-gestuurde levering van materialen.
Als het gaat om de pull-gestuurde levering van materialen, kunt u uit twee methoden kiezen:
- Ordergestuurd/batch (alleen van toepassing in Assemblagebeheer).
- Ordergestuurd/SILS (alleen van toepassing in Assemblagebeheer).
- Ordergestuurd/enkelvoudig (alleen van toepassing in Jobshopbeheer).
- Kanban.
- Tijdgefaseerd bestelniveau.
De artikelen in het productiemagazijn maken geen deel uit van het onderhanden werk (OHW). Wanneer artikelen vanuit het productiemagazijn naar de productie worden overgezet, wordt hun waarde bij het onderhanden werk opgeteld.
U kunt alleen een waarde intoetsen indien het selectievakje Gebruik productiemagazijn in de sessie Parameters productieorders (tisfc0100s000) is ingeschakeld.
Het veld Magazijnsoort in de sessie Magazijnen (tcmcs0103s000) moet op Productie staan.
- Default arbeidsresource
-
De printer waarop u de labels voor gereedgemelde productieorders afdrukt.
- Gewenste buffer
-
Het door de gebruiker gewenste verschil tussen de input en output van een afdeling. Dit is de default waarde voor de begincalculaties van buffers.
- Buffertijd
-
Het door de gebruiker gewenste verschil tussen de input en output van een afdeling. Dit is de default waarde voor de begincalculaties van buffers.
- Aantal machines
-
Het aantal machines dat voor productie op de afdeling beschikbaar is. Deze waarde kan worden berekend en bijgewerkt in de sessie Resources berekenen (tirou0201m000).
LN zoekt naar alle machines die aan een afdeling zijn toegekend via de sessie Machines (machinesoorten) (tirou0102m000). De berekening voor het aantal machines voor een afdeling luidt als volgt:
Aantal machines = Totaal van de weekcapaciteit van alle machines die aan de afdeling zijn gekoppeld / Weekcapaciteit van de afdeling.
De weekcapaciteit van de afdeling wordt vastgelegd op het veld Basiscapaciteit per week.
Het aantal machines en operators dat aan een afdeling is gekoppeld wordt gebruikt om de beschikbare capaciteit van de afdeling te berekenen.
Voorbeeld
Afdeling A 40 uur/week Machine A 40 uur/week Machine B 60 uur/week Aantal machines = (40+60)/40 = 2,50
- Beschikbare arb.resources (FTE)
-
Het aantal operators dat beschikbaar is voor de afdeling. Deze waarde kan worden berekend en bijgewerkt in de sessie Resources berekenen (tirou0201m000).
Elke afdeling is een bedrijfsonderdeel. LN zoekt naar alle operators die aan het bedrijfsonderdeel zijn toegekend via de sessie Medewerkers - Algemene gegevens (tccom0101m000) en berekent de weekcapaciteiten. De berekening voor het aantal operators voor een afdeling luidt als volgt:
Aantal operators = Totaal van de weekcapaciteit van alle operators die aan de afdeling zijn gekoppeld / Weekcapaciteit van de afdeling
De weekcapaciteiten van de medewerkers worden ingevoerd op het veld Beschikbare uren in de detailsessie Medewerkers - Medewerkersbeheer (bpmdm0101m000). De weekcapaciteit van de afdeling wordt gedefinieerd in de sessie Afdelingen (tirou0101m000).
Het aantal machines en operators dat aan een afdeling is gekoppeld, wordt gebruikt om de beschikbare capaciteit van de afdeling te berekenen.
Voorbeeld
Huidige datum: 07-11-2000
Afdeling A: 40 uur/week
Medewerker Eerste datum Laatste datum Uur/week A 01-01-2000 01-01-2000 40 B 01-01-2000 01-06-2000 20 C 01-01-2000 0 30 Aantal operators = (40 + 30) /40 = 1,75
- Tijdseenheid
-
De tijdseenheid waarin de Wachttijd en de Buffertijd worden uitgedrukt. De tijdseenheid van de subafdeling kan gelijk zijn aan de tijdseenheid van de bijbehorende hoofdafdeling.
Als de tijdseenheid betrekking heeft op de buffertijd, moeten Dagen en Uren worden geïnterpreteerd als dagen en uren in de werktijdentabel die aan de afdeling is gekoppeld. Heeft de tijdseenheid betrekking op de wachttijd, dan wordt er geen kalender gebruikt. Er wordt dan uitgegaan van 24 uur per dag en 7 dagen per week.
Toegestane waarden
-
Uren
Doorlooptijden worden uitgedrukt in uren. Breuken zijn toegestaan. -
Dagen
Doorlooptijden worden uitgedrukt in dagen. Breuken worden afgerond op gehele getallen.
-
- Instructies afdrukken
-
Als u gebruikmaakt van een micro-routing, kunt u instructies voor productieorders vastleggen ten behoeve van elke bewerking en elke bewerkingsstap. Als het veld op Ja staat, worden de betreffende instructies afgedrukt.
- Kostenafdeling
-
De ID van de gerelateerde kostenafdeling.
- Als calculatiebureau gebruiken
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, functioneert de geselecteerde kostenafdeling als calculatiebureau.
- Machinecapaciteitsgroepen
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden machinesoorten gebruikt voor de opgegeven afdeling. Er moeten een of meer machinecapaciteitsgroepen worden gedefinieerd voor deze afdeling en voor elke bewerking in deze afdeling moet een machinesoort worden geselecteerd.
- Product gereedmelden
-
Geef aan hoe de productie wordt gereedgemeld:
Toegestane waarden
- Handmatig
-
Rapportage vindt plaats in de sessie Werklijst machines (tisfc4600m000) voor machinebewerkingen.
- Automatisch
-
Rapportage vindt plaats door de gereedmelding van een andere bewerking.
- Per machine
-
Rapportage vindt plaats per machinebewerking en niet per bewerking.
- MES
-
Rapportage vindt plaats door het geïntegreerde machine-uitvoeringssysteem.
- Per machinegroep
-
Rapportage vindt plaats per machine in de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000).
- Manuren gereedmelden
-
Geef op hoe uren moeten worden gemeld:
Toegestane waarden
- Backflushen
-
Dit is een automatische berekening op basis van gerapporteerde hoeveelheden.
- Handmatig
-
Rapportage vindt plaats door een medewerker met behulp van de sessie Werklijst machines (tisfc4600m000).
- Per machine
-
Rapportage vindt plaats via machinebewerkingen en niet per bewerking.
- MES
-
Rapportage vindt plaats door het geïntegreerde productie-uitvoeringssysteem.
- Per machinegroep
-
Rapportage vindt plaats per machine in de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000).
- Niet gedefinieerd
-
Dit geldt voor Machine-uren gereedmelden op geconverteerde orders. Rapportage is gebaseerd op de waarde Manuren.
- Niet van toepassing
-
Er is geen rapportage nodig.
- Kritisch in hoofdplanning
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de afdeling als kritisch gedefinieerd. De afdeling maakt daardoor deel uit van de lijst van kritische capaciteiten in Enterprise Planning.
- Plangroep
-
De plangroep waartoe de afdeling behoort.
- Constraintsoort
-
Geef de constraintsoort op voor de afdeling.
Toegestane waarden
- Time fence
- Planningshorizon
- Time fence constraints
-
Geef de time fence op.
- In resourcehoofdplan weergeven
-
Geef de capaciteit op die wordt gebruikt voor de sessie Orderplan resources (cprrp0530m000), de PCS-netwerkactiviteiten en voor de berekening van de waarde van de Geaggreg. voorgecalc. cap. [u] in de sessie Activiteiten (tipcs4101m000).
Als de afdeling geen capaciteitsgroepen heeft, wordt alleen Arbeidscapaciteit gebruikt.
Toegestane waarden
- Mancapaciteit
-
De mancapaciteit wordt in Enterprise Planning gebruikt om het capaciteitsgebruik van het resourcehoofdplan uit te drukken.
- Machinecapaciteit
-
De machinecapaciteit wordt in Enterprise Planning gebruikt om het capaciteitsgebruik van het resourcehoofdplan uit te drukken.
- Globale capaciteitsbehoefte PCS gebruiken
-
Bij een netwerkplanning in PCS kan de capaciteit van de afdeling worden verbruikt door:
- De globale capaciteit in PCS, die wordt vastgelegd in de sessie Activiteiten (tipcs4101m000).
- De capaciteit die nodig is voor JSC-productieorders en de geplande productieorders in Enterprise Planning.
Aan de hand van dit selectievakje wordt bepaald hoe de capaciteit van de afdeling wordt verbruikt:
- Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, wordt de beschikbare capaciteit van de afdeling verbruikt met de capaciteit die benodigd is voor de JSC-productieorders en geplande productieorders in Enterprise Planning. Er wordt dus geen rekening gehouden met de globale capaciteitsbehoefte, die is vastgelegd in de sessie Activiteiten (tipcs4101m000).
- Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de globale capaciteit in PCS (vastgelegd voor activiteiten in PCS) en de capaciteit die nodig is voor JSC-productieorders en de geplande productieorders in Enterprise Planning afgetrokken van de beschikbare capaciteit van de afdeling. Daarom treedt er dubbel verbruik van afdelingscapaciteit op.
- Apparaat voor labels afdrukken
-
De printer waarop u de labels voor gereedgemelde productieorders afdrukt.