Materialenlijst jobshop (tibom3610m000)
Deze sessie kunt u gebruiken om de materialenlijst voor een jobshop-stuklijst te beheren.
Deze sessie toont de gegevens van:
- Alternatieve materialen (tibom3120m000)
- Reference designators (tibom3130m000)
- Materiaal/routing-relaties (tibom3140m000)
- Uitzonderingen (tcuef0105m000)
Als u deze sessie wilt gebruiken, moet de parameter Jobshop per vestiging in de sessie Conceptactivering (tcemm4600m000) zijn ingesteld op Actief of In voorbereiding.
- Vestiging
-
De vestiging waar de productie plaatsvindt.
- Product
-
De ID van het product.
- Positie
-
Het positienummer van het materiaal.
- Artikel
-
De ID van het artikel dat tijdens de productie wordt gebruikt als materiaal.
-
- Stuklijst
-
Het nummer van de stuklijst.
- Revisie
-
De revisie van de stuklijst.
- Status
-
De status van de jobshop-stuklijst waartoe de materialenlijst behoort.
Toegestane waarden
- Nieuw
- Goedgekeurd
- Vervallen
- Volledig gebruiken
-
- Vervangt artikel
-
Het materiaal uit de vorige stuklijstrevisie, dat nu een op te gebruiken materiaal is. Zolang het op te gebruiken materiaal aanwezig is in de voorraad, wordt dit gebruikt in plaats van het opgegeven materiaal op het veld Artikel.
- Laatste toegestane orderdatum
-
De waarde van het veld Laatst toegestane orderdatum in de sessie Artikel - bestelgegevens (tcibd2100m000) of het gelijknamige veld in de sessie Artikelgegevens per magazijn (whwmd2510m000), afhankelijk van welk veld van toepassing is.
Deze gegevens zijn alleen zichtbaar voor op te gebruiken materialen, maar niet voor alternatieve materialen met een lagere prioriteit.
De instelling van het selectievakje Artikelgegevens per magazijn (whwmd2510m000) bepaalt of u deze parameter voor alle magazijnen of voor een specifiek magazijn vastlegt.
in de sessieAls het selectievakje Laatst toegestane orderdatum. Anders kunt u een magazijnspecifieke waarde invoeren op het veld Laatst toegestane orderdatum.
is ingeschakeld, gebruikt u de algemene waarde van het veldLN voert een controle uit op de laatst toegestane orderdatum voor het magazijn dat aan de stuklijstregel is gekoppeld.
- Hoeveelheden
-
- Nettohoeveelheid
-
De nettohoeveelheid van het benodigde materiaal.
- Percentage afval
-
Het verwachte relatieve materiaalverlies, bijvoorbeeld wegens defecte componenten. De brutohoeveelheid moet worden verhoogd om deze materiaalverliezen te compenseren.
- Hoeveelheid afval
-
De verwachte afval hoeveelheid tijdens de productie, onafhankelijk van de orderhoeveelheid. Dit wordt gebruikt om vast te leggen hoeveel materiaal telkens verloren gaat tijdens het starten van de productie, bijvoorbeeld om het materieel te testen.
- Maateenheid
-
De maateenheid voor de velden Lengte en Breedte.
- Lengte
-
Met dit veld kunt u de nettohoeveelheid berekenen als de voorraadeenheid een Lengte of een oppervlakte-eenheid is. In het geval van een oppervlakte-eenheid wordt dit veld gebruikt in combinatie met een Breedte.
De velden Lengte, Breedte, Maateenheid en Aantal eenheden zijn alleen van toepassing als het materiaal een lengte of een oppervlakte-eenheid heeft, zoals meter en vierkante meter. De voorraadeenheid wordt gedefinieerd in de sessie Artikelen (tcibd0501m000).
- Breedte
-
Met dit veld kunt u de nettohoeveelheid berekenen als de voorraadeenheid een Breedte of een oppervlakte-eenheid is. In het geval van een oppervlakte-eenheid wordt dit veld gebruikt in combinatie met een Lengte.
De velden Lengte, Breedte, Maateenheid en Aantal eenheden zijn alleen van toepassing als het materiaal een lengte of een oppervlakte-eenheid heeft, zoals meter en vierkante meter. De voorraadeenheid wordt gedefinieerd in de sessie Artikelen (tcibd0501m000).
- Aantal eenheden
-
De benodigde hoeveelheid van het materiaal, uitgedrukt in het aantal eenheden van de aangegeven lengte en breedte.
- Percentage benodigd
-
Het percentage grondstof dat beschikbaar moet zijn om met de bewerking te kunnen beginnen.
- Levering
-
- Bewerking
-
De ID van de bewerking waarvoor het materiaal nodig is.
- Magazijn
-
Het magazijn waaruit het materiaal wordt geleverd.
- Door klant verstrekt materiaal
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, gaat het om een door klant verstrekt materiaal
NBDit veld is alleen zichtbaar wanneer de parameter Door klant verstrekte materialen is geselecteerd in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000).
- Bevat door klant verstrekt materiaal
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is het eindproduct een artikel dat is opgebouwd met behulp van één of meer door de klant verstrekte materialen.
- Vraagpeg overerven
-
Als een productieorder vanuit Enterprise Planning wordt overgezet naar Jobshopbeheer, kan de order een vraagpeg hebben.
NBEen specificatie wordt voor de peg gegenereerd.
U kunt dit veld gebruiken om vast te stellen of het materiaal ook deze vraag-peg moet hebben.
- Partijselectie
-
Dit veld is van toepassing op partijgestuurde artikelen. De waarde Willekeurige Zelfde of Specifieke heeft betrekking op de speciale condities voor de levering van partijgestuurde artikelen op orderregels. Deze waarden bepalen ook op welke wijze partijnummers worden toegekend.
- Geleverd door subcontractor
-
Als u een of meer bewerkingen uitbesteedt, kunt u aangeven of het te gebruiken materiaal voor het uitbestede artikel naar de toeleverancier moet worden verzonden.
- Phantom
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, het componentartikel is als phantom vastgelegd in de sessie Artikel - productie (tiipd0101m000). Met behulp van phantom-artikelen kunt u technische gegevens over de productstructuur vastleggen of kostprijscalculaties uitvoeren.
NB- Als het componentartikel een phantom is, kunt u geen alternatieve materialen vastleggen.
- Als het Hoofdartikel een phantom is, wordt een vinkje weergegeven in de kop, afgeleid van de sessie Artikel - productie (tiipd0101m000).
- Als het Artikel een phantom is, wordt het selectievakje op de stuklijstregel ingeschakeld.
Prestatieaspecten
De instelling van dit veld kan invloed hebben op de systeemprestaties en de databasegroei. Voor meer informatie, zie Phantoms.
- Diversen
-
- Materiaal gereedmelden
-
Geef aan hoe materiaalgebruik wordt gemeld:
Toegestane waarden
-
Backflushen
Dit is een automatische berekening op basis van gerapporteerde hoeveelheden. -
Handmatig
Gereedmelden vindt plaats door een medewerker met behulp van de sessie Werklijst machines (tisfc4600m000). -
Niet gedefinieerd
Dit geldt voor het converteren van stuklijsten. Gereedmelden is gebaseerd op de parameterwaarden Backflushen in de sessie Artikel - productie (tiipd0101m000).
-
- Meerdere alternatieven toestaan
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan LN de nettohoeveelheid van het materiaal over meerdere artikelen verdelen. Zo kan de nettohoeveelheid worden verdeeld over het op te gebruiken materiaal en het standaardmateriaal, of over het standaardmateriaal en een of meer alternatieve materialen. Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, geeft LN slechts één artikel af voor de stuklijstregel ten behoeve van één productieorder.
Voor voorbeelden, zie Zoeken naar alternatieve materialen.
- Standaardconfiguratie
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, maakt de jobshop-stuklijstregel deel uit van de standaardconfiguratie van het product.
NBAls unit-effectivity wordt gebruikt, vertegenwoordigt eenheid 0 de standaardconfiguratie.
- Op orderdocument afdrukken
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de jobshop-stuklijstcomponent afgedrukt op het orderdocument.
U kunt aangeven of u een jobshop-stuklijstmateriaal op het orderdocument wilt afdrukken. Zo kunt u er bijvoorbeeld voor kiezen de grijpvoorraad niet af te drukken in de materiaallijst.
- Magazijn overerven indien product als phantom wordt gebruikt
-
Bepaalt aan welk magazijn LN de behoeften voor deze component toewijst en vanuit welk magazijn de component wordt afgegeven als het een phantom betreft.
- Doorlooptijd-offset gebruiken
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u de doorlooptijd-offset opgeven.
- Offset materialen
-
De doorlooptijd-offset In LN wordt de doorlooptijd-offset in CTP-berekeningen gebruikt (CTP: Capable-To-Promise). De datum waarop een component beschikbaar moet zijn, wordt bepaald door de doorlooptijd-offset af te trekken van de behoeftedatum van het eindproduct.
NBU kunt de doorlooptijd-offset alleen invoeren indien het selectievakje
is ingeschakeld. - Eenheid offset materialen
-
Selecteer Uren of Dagen als de tijdseenheid waarin u de doorlooptijd-offset wilt uitdrukken.
- Tekst
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er tekst over het materiaal aanwezig.