Stations (tiasl1545m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om lijnstations en buffers te beheren.

Station

De ID van het werkstation.

Type station

Selecteer het type station.

Toegestane waarden

Afdeling

Een gewone afdeling die een gebied definieert, doorgaans begrensd door gele lijnen, waar jobshopbewerkingen worden uitgevoerd en machines aanwezig zijn.

Subafdeling
NB

Als de waarde van de parameter Jobshop per vestiging Actief is in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000), is deze optie niet beschikbaar.

Een afdeling die bij een afdeling op een hoger niveau hoort, om de totale capaciteit te controleren.

Uitbesteding

Indien een bewerking moet worden uitbesteed, moet er een uitbestedingsafdeling worden gedefinieerd. U kunt geen bewerkingstariefcodes voor deze soort afdeling koppelen. U kunt echter wel planningsgegevens per uitbestedingsafdeling vastleggen, ongeacht de geselecteerde kritische capaciteitssoort. Bij een afdeling van de soort Uitbesteding kunt u de soort afdeling niet wijzigen.

Kostprijscalculatie

De afdeling is een kostenafdeling.

Buffer

Een assemblagelijnwerkstation waar geen bewerkingen worden uitgevoerd, maar orders wachten op overdracht naar het volgende werkstation.

Lijnstation

Een afdeling die deel uitmaakt van een assemblagelijn. Een lijnstation wordt gebruikt in de productie van definitieve artikelen van het assemblage-afroepschema.

Werkcel

Een groep van een of meer werkstations met een vaste volgorde die is gedefinieerd in de sessie Werkcellen (tirpt0140m000) voor Repetitive Manufacturing. Werkcellen worden gebruikt voor productie van artikelen op basis van productiemodellen.

Adres

Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.

Plaats (briefhoofd)

De plaatsnaam die in het hoofd van afdelingsbrieven voor de datum wordt afgedrukt.

Vestiging

De ID van de vestiging.

Enterprise-eenheid

Een financieel onafhankelijk onderdeel van uw organisatie, dat is opgebouwd uit entiteiten, zoals bedrijfsonderdelen, afdelingen, magazijnen en projecten. De entiteiten van de enterprise-eenheid moeten allemaal tot hetzelfde logistieke bedrijf behoren, maar een logistiek bedrijf kan meerdere enterprise-eenheden bevatten. Een enterprise-eenheid is gekoppeld aan één financieel bedrijf.

Wanneer u logistieke mutaties tussen enterprise-eenheden uitvoert, worden de resulterende financiële mutaties geboekt naar de financiële bedrijven waaraan de enterprise-eenheid is gekoppeld.

Fin. admin.-bedrijf

Een bedrijf waarin financiële gegevens worden geboekt in Fin. administratie. Aan één financieel bedrijf kunnen één of meer enterprise-eenheden van meerdere logistieke bedrijven worden gekoppeld.

Operationeel bedrijf

Het bedrijf waar een bedrijfsonderdeel, magazijn of project bij hoort. In de meeste gevallen is dit het logistieke bedrijf waarin het bedrijfsonderdeel, het magazijn of het project is aangemaakt. Logistieke mutaties afkomstig van een bedrijfsonderdeel, magazijn of project kunnen alleen in het bijbehorende operationele bedrijf worden aangemaakt.

Actuele kalender

De combinatie van kalender en beschikbaarheidssoort die wordt gebruikt door de afdeling.

NB

Afhankelijk van de periode zijn er verschillende combinaties van kalendercodes en beschikbaarheidssoorten van toepassing.

Herkomst

De sessie waaruit de kalendercode afkomstig is.

Extra Intrastat-informatie

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn er extra Intrastat-gegevens beschikbaar.

Manager

De medewerker die verantwoordelijk is voor de afdeling.

Code loonkostentarief

De code van het loonkostentarief die aan de machine is toegekend.

Buffersoort

Als het veld Afdelingssoort op Buffer staat, kunt u een buffersoort selecteren. Een buffersoort bepaalt in welke volgorde de componenten van de buffer het station verlaten.

Toegestane waarden

  • Random-access buffer
  • FIFO-buffer
  • Niet van toepassing
Aantal willekeurige toegangsplaatsen

Het aantal willekeurige toegangsplaatsen van een random-access buffer waaruit LN kan kiezen om de gewenste volgorde van het volgende assemblage lijnsegment te bepalen. Het aantal willekeurige toegangsplaatsen bepaalt het aantal producten dat vanuit de buffer rechtstreeks naar de assemblagelijn kan worden overgebracht.

Stel dat het aantal willekeurige toegangsplaatsen van een buffer 10 is. Dit betekent dat tijdens de lijnvolgordebepaling LN kan kiezen uit 10 verschillende producten om de gewenste volgorde van de assemblageorder te bepalen.

De waarde van dit veld wordt gebruikt in de module Assemblagebeheer. U kunt een waarde invoeren als Afdelingssoort op Buffer staat.

NB

Als u de volgorde van de orders wilt kunnen wijzigen tussen opeenvolgende lijnsegmenten, moet u een waarde invoeren die hoger is dan 1.

Als dit veld de waarde 1 bevat, zijn er geen posities beschikbaar om de volgorde van de orders te wijzigen.

In dit geval kan LN de volgorde van het volgende segment van de assemblagelijn niet veranderen.

NB

Als de buffersoort FIFO buffer is, is de waarde van het veld 1.

Optimale bufferbezetting

Het maximum aantal producten dat in de buffer kan worden opgeslagen. Tijdens de lijnvolgordebepaling kan LN de buffer aanvullen tot de hoeveelheid die u op dit veld hebt ingetoetst. Dit is het maximum aantal producten dat in de buffer kan worden opgeslagen.

NB

U kunt alleen een waarde invoeren als de afdelingssoort Buffer is.

Tarief

De code die aan de afdeling is gekoppeld en als afdelingstarief wordt gebruikt.

U definieert bewerkingscodes in de sessie Bewerkingstariefcodes (ticpr0150m000).

Dit veld is alleen toegankelijk als:

  • De parameter Soort bewerkingstarieven in de sessie Parameters kostprijscalculatie (ticpr0100m000) is ingesteld op Afdelingstarief of Taakrelatie-/afdelingstarief.
  • De Afdelingssoort niet Uitbesteding is.
Productiemagazijn

Een magazijn voor de opslag van tussenvoorraden om afdelingen te bevoorraden. Een productiemagazijn is gekoppeld aan een afzonderlijke werkcel, een assemblagelijn of een of meer afdelingen. Een productiemagazijn kan van goederen worden voorzien via aanvulorders of middels een pull-gestuurde levering van materialen.

Als het gaat om de pull-gestuurde levering van materialen, kunt u uit twee methoden kiezen:

  • Ordergestuurd/batch (alleen van toepassing in Assemblagebeheer).
  • Ordergestuurd/SILS (alleen van toepassing in Assemblagebeheer).
  • Ordergestuurd/enkelvoudig (alleen van toepassing in Jobshopbeheer).
  • Kanban.
  • Tijdgefaseerd bestelniveau.

De artikelen in het productiemagazijn maken geen deel uit van het onderhanden werk (OHW). Wanneer artikelen vanuit het productiemagazijn naar de productie worden overgezet, wordt hun waarde bij het onderhanden werk opgeteld.

U kunt alleen een waarde op dit veld invoeren als het selectievakje Gebruik productiemagazijn in de sessie Parameters productieorders (tisfc0100s000) is ingeschakeld.

Het veld Magazijnsoort in de sessie Magazijnen (tcmcs0103s000) moet op Productie staan.

Medewerker backflushing

Het medewerkersnummer waarop uren worden geboekt in Medewerkers door middel van backflushing.