Geclusterde lijnstationorder - geretourneerde assemblagedelen (tiasc7145m000)

Hieraan hangt de totale materiaalbehoefte van een lijnstation voor een dag. Een CLSO bestaat uit gebruikersspecifieke buckets. Per bucket worden de materiaalbehoeften samengevoegd.

In Assemblagebeheer kunnen de transacties worden uitgevoerd per lijnstation en per periode in plaats van per order. LN kan dezelfde materialen voor een bepaalde periode samenvoegen tot één materiaalregel. Daarmee wordt de cumulatieve hoeveelheid opgeslagen voor de CLSO en Hiermee wordt het aantal benodigde transacties gereduceerd. De transacties worden namelijk uitgevoerd voor een specifieke bucket.

Een afdeling die deel uitmaakt van een assemblagelijn. Deze wordt gebruikt voor de productie van FAS-artikelen (FAS = eindassemblageschema). Een lijnstation kan meerdere posities hebben, waardoor er per lijnstation meerdere artikelen aanwezig kunnen zijn.

Het nummer van de productiemagazijnorder.

Een magazijn voor de opslag van tussenvoorraden om afdelingen te bevoorraden. Een productiemagazijn is gekoppeld aan een afzonderlijke werkcel, een assemblagelijn of een of meer afdelingen. Een productiemagazijn kan van goederen worden voorzien via aanvulorders of middels een pull-gestuurde levering van materialen.

Als het gaat om de pull-gestuurde levering van materialen, kunt u uit twee methoden kiezen:

• Ordergestuurd/batch (alleen van toepassing in Assemblagebeheer).
• Ordergestuurd/SILS (alleen van toepassing in Assemblagebeheer).
• Ordergestuurd/enkelvoudig (alleen van toepassing in Jobshopbeheer).
• Kanban.
• Tijdgefaseerd bestelniveau.

De artikelen in het productiemagazijn maken geen deel uit van het onderhanden werk (OHW). Wanneer artikelen vanuit het productiemagazijn naar de productie worden overgezet, wordt hun waarde bij het onderhanden werk opgeteld.

De identificatiecode van de omgeving waartoe het assemblagedeel behoort.

De component die op een assemblagelijn wordt gebruikt.

Een assemblagedeel vormt de koppeling tussen de pakketten Configuration en Enterprise Planning. In Configuratie wordt de behoefte aan assemblagedelen gegenereerd, terwijl in Enterprise Planning de productie of inkoop van het artikel wordt gepland.

De omschrijving het assemblagedeel.

De magazijnorderregel waarmee de component wordt gereserveerd voor het productiemagazijn van het lijnstation voor deze time-bucket.

Een uniek nummer voor planningsspecificaties die voor dezelfde combinatie van lijnstation en bewerking zijn gedefinieerd.

Het aantal assemblagedelen dat moet worden geretourneerd.

De voorraadeenheid waarin het aantal assemblagedelen wordt uitgedrukt.

De partijcode.

Het identificatienummer van het geselecteerde activum waarmee het wordt onderscheiden van soortgelijke producten.

De datum waarop de geplande voorraadstatus van het assemblagedeel het laatst is gecontroleerd.

Eigendom bedrijf

eigendom van bedrijf

In consignatie

in consignatie

Eigendom klant

eigendom van klant

Retour zoals afgegeven

Wanneer artikelen uit de productieomgeving worden teruggestuurd naar het magazijn, bijvoorbeeld omdat minder artikelen waren benodigd dan voor productie waren vrijgegeven, wordt de oorspronkelijke eigenaar van het moment van afgifte weer de eigenaar (tenzij de artikelen beschadigd zijn).

Uitgesteld

De datum waarop de eigendom overgaat van leverancier naar klant is nog onbekend. De wijzigingsdatum wordt bepaald nadat de artikelen zijn gepickt en is afhankelijk van zowel de typen magazijnen die betrokken zijn bij de goederenoverboeking als van de overeenkomst tussen leverancier en klant.

Niet van toepassing

De voorraad is eigendom van uw eigen organisatie. De eigendomswerking is alleen toepassing bij voorraad die geen eigendom is van de eigen organisatie.