Lijnstationorder - kenmerken en opties (tiasc2512m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om de opties en kenmerken weer te geven van een bepaalde assemblageorder op een bepaald lijnstation.

U kunt kenmerken en opties definiëren met het pakket LAC (Lijnassemblageconfiguratie). In LAC kunt u voor elk lijnstation definiëren welke kenmerken op de werkinstructies moeten worden afgedrukt. Kenmerken en opties die van toepassing zijn op een order, worden weergegeven in deze sessie en afgedrukt op de werkinstructies.

Ook kunt u vastleggen welke kenmerken moeten worden afgedrukt op niveau van het lijnsegment in LAC.

Assemblageorder: Een order voor het assembleren van een product op een of meer assemblagelijnen.
Lijnstation: Een afdeling die deel uitmaakt van een assemblagelijn. Deze wordt gebruikt voor de productie van FAS-artikelen (FAS = eindassemblageschema). Een lijnstation kan meerdere posities hebben, waardoor er per lijnstation meerdere artikelen aanwezig kunnen zijn.
Artikel: Het generieke artikel of maakartikel waarvoor Default leveringsbron op Assemblage staat.
Productvariant: Het nummer van de productvariant.
Kenmerk: De kenmerken die deel uitmaken van de productvariant.
Optie: De opties die deel uitmaken van de productvariant.

NB
Als de stuklijst en routing door de Productconfiguratie worden gegenereerd, worden de opties afgeleid van de sessie Productkenmerken per configureerbaar artikel (tipcf1101m000).

Als de stuklijst en routing zijn gegenereerd met de CPQ-configurator, worden de opties afgeleid uit de sessie Productvarianten valideren (tipcf5200m000).