MES-integratie met job-shop

De primaire functionaliteit van de integratie tussen LN en het Productie-uitvoeringssysteem (MES) is het rapporteren van de voortgang van de productie op de productieorders die worden vrijgegeven door LN naar productie.

Het gebruik van MES-rapportage maakt verdere automatisering en meer nauwkeurigheid van het rapportageproces mogelijk.

Productierapportage omvat het rapporteren van geproduceerde hoeveelheden, de werkelijke machine-uren, de gewerkte uren en de status van de machine.

Controleer of de volgende basisgegevens beschikbaar zijn in LN voordat u MES integreert:

  • Artikelgegevens
  • Werkplaatsindeling en kalender
  • Medewerkers
NB

MES-integratie is alleen beschikbaar als de parameter Vestigingen Actief is en de parameter Jobshop per vestiging Niet actief is in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000).

  1. Selecteer de parameter Rapportering productie-uitvoeringssysteem voor jobshop in de sessie Geïmplementeerde software-componenten (tccom0100s000).
  2. Schakel het selectievakje Rapportering productie-uitvoeringssysteem in de sessie Productie-instellingen per vestiging (timfc0180m000) in.

    Het selectievakje activeert Rapportering productie-uitvoeringssysteem voor de geselecteerde vestiging.

  3. De Werkruimte productie-uitvoeringssysteem moet zijn vertegenwoordigd in LN.

    U moet een afdeling met één machine aanmaken om MES te vertegenwoordigen.

    Integratie met MES vereist dat alle bewerkingen worden uitgevoerd op een afdeling waaraan een machine is gekoppeld. NB: slechts één machine moet aan de afdeling zijn gekoppeld.

  4. Stel het veld Aantal machines in de sessie Afdelingen (tirou0101m000) op 1 en definieer een veld Medewerker backflushing voor de opgegeven afdeling.
  5. Selecteer MES in de sessie Machines (machinesoorten) (tirou0102m000).

    Het selectievakje Rapportering productie-uitvoeringssysteem moet zijn ingeschakeld en de naam van de fysieke machine moet zijn ingevoerd in het veld Werkruimte productie-uitvoeringssysteem.

  6. De uren voor bewerkingen moeten worden gebackflusht.

    Hoewel u zowel machine-uren als gewerkte uren kunt boeken in de sessie Uren productieorders (bptmm1120m000), ondersteunt de BOD met de werktijd van de medewerker alleen het boeken van gewerkte uren.

    Het selectievakje Backflushing moet zijn ingeschakeld voor zowel de bewerking als de productieparameter. Het selectievakje Uren moet zijn ingeschakeld in de sessie Artikel-productiegegevens per vestiging (tiipd0151m000) en de sessie Productieorder (tisfc0101m100) en ingesteld in de sessie Routingbewerkingen (tirou1102m000).

  7. Aan de bewerkingen die nodig zijn voor productie, moeten geselecteerde telpunten worden toegewezen.

    Om de gegevensconsistentie van het voortgangsrapport te muteren, moeten in de sessie Productieplanning (tisfc0110m000) telpunten zijn gemarkeerd voor bewerkingen.

  8. De indicator Rapportering productie-uitvoeringssysteem in de sessie Bewerkingen gereedmelden (tisfc0130m000) geeft aan welke bewerkingen door MES worden beheerd en niet hoeven te worden gerapporteerd in de huidige sessie. U kunt correcties aanbrengen in de gegevens.

    De indicator voorkomt onbedoeld rapportage van zowel MES als LN.

  9. Zorg ervoor dat geen van de bewerkingen is geblokkeerd.

    Een geblokkeerde bewerking kan niet worden gerapporteerd op hoeveelheden.

NB

Het is mogelijk om extra informatie toe te voegen aan een bewerking, maar deze informatie wordt niet verzonden naar de MES en kan dus niet worden gerapporteerd door MES.

  • Procesvariabelen
  • Inspectieorders
  • Gereedschappen
  • Kennisgebieden
  • Bewerkingsstappen