Jobshop-planning

De invoer van de jobshop-planning wordt opgegeven in de sessie Jobshop-planning (tisch1200m000). Afhankelijk van de instellingen worden verschillende schema's en verslagen gegenereerd.
  1. Gebruik de opdracht New in de sessie Jobshop-planningsruns (tisch1100m000).
  2. De sessie Jobshop-planning (tisch1200m000) start met de vestiging waarvoor default planning wordt uitgevoerd uit uw gebruikersprofiel.
    NB

    U moet geautoriseerd zijn om een planning uit te voeren voor de opgegeven vestiging in uw gebruikersprofiel.

  3. Selecteer de plangroep die u wilt plannen.
    1. Door de plangroep op te geven opent u de sessie Work Center Plan Groups (tisch0140m000). U kunt een van de plangroepen selecteren van de vestiging waarvoor u mag plannen.
      NB

      Alleen orders die deel uitmaken van een plangroep, kunnen worden gepland. Als een productieorder niet tot een plangroep behoort, wordt deze beschouwd als vast en kan deze niet worden verplaatst.

  4. De Run en de iteratie worden automatisch gegenereerd.
  5. De Aanmaakdatum van de run is altijd de huidige datum.
  6. Geef de Time-fence op in dagen. De time fence geeft het begin van het productieschema aan. De default time fence wordt opgehaald uit de geselecteerde plangroep.

  7. Geef de Horizon op in dagen. De horizon geeft het einde van de tijdsperiode aan waarvoor productieorders worden geselecteerd om te plannen. De horizon wordt default ingevuld vanuit de geselecteerde plangroep.
  8. Selecteer de Doelstellingen van de planningsrun.
  9. Selecteer het Algoritmen dat wordt gebruikt om de planning te optimaliseren.
  10. Selecteer de opties voor het bijwerken van productieorders.
    1. Als het selectievakje Actieve run is ingeschakeld, wordt het gemarkeerde schema gebruikt om de productieplanning bij te werken. Gebruik het selectievakje als er meer dan één schema is gegenereerd op basis van dezelfde invoer voor analyse.
    2. Indien het selectievakje Productieorders automatische bijwerken is ingeschakeld, wordt de planningsuitvoer gebruikt voor het bijwerken van de productieorders die deel uitmaken van de run. Als het selectievakje is uitgeschakeld, kunt u de productieorders bijwerken met de sessie Productieorders bijwerken (tisch1200m100).
    3. Selecteer als u een verwerkings- of foutenverslag wilt voor de run.
  11. Selecteer de Opties voor de run.
    1. Schakel het selectievakje Foutenverslag in om een foutenverslag te genereren.
    2. Schakel het selectievakje Peggingrelaties bijwerken in om de pegging-relaties op de productieorders bij te werken voordat u begint met plannen.
  12. Gebruik de opdracht Genereren.
  13. U kunt de resultaten bekijken in de sessie Jobshop-planningsruns (tisch1100m000).
  • Onderdeel zijn van een plangroep
  • Starten na de time fence en vóór de horizon
  • De status Aangemaakt of Afgedrukt heeft

Productieorders worden in de volgende gevallen beschouwd als vaste productieorders:

  • Ze bevatten orders met de status Aangemaakt, Afgedrukt, Vrijgegeven of Actief die zijn gepland in de time fence en eindigen na de time fence
  • Ze bevatten orders met de status Vrijgegeven of Actief binnen de time fence
  • Ze bevatten machinebewerkingen die binnen de time fence zijn geblokkeerd

De machinebewerkingen die op knelpuntmachines worden uitgevoerd, worden ingepland tegen eindige capaciteit. Dit betekent dat de machinebeschikbaarheid van de machinebewerkingen wordt meegewogen.

Elke machinebewerking wordt gepland op een beschikbare machinegroep.

De keuze van het algoritme en het doel bepalen hoe de machinebewerkingen, bewerkingen en orders worden gepland.

Alle machinebewerkingen, bewerkingen en orders die niet op knelpuntmachines worden uitgevoerd, worden in de tijd vooruit gepland op basis van oneindige capaciteit. De doorlooptijden van niet-kritieke machinebewerkingen, bewerkingen en orders worden meegewogen om ervoor te zorgen dat het schema haalbaar is, maar er wordt geen rekening gehouden met machinecapaciteit.

De tabel toont de doorlooptijdcomponenten en de gerelateerde kalender die door de planner worden meegewogen.

Doorlooptijd-component Kalender
Buffertijd Afdelingskalender
Omsteltijd Afdelingskalender + niet-beschikbaarheid van machine
Runtijd productie Afdelingskalender + niet-beschikbaarheid van machine
Wachttijd Werkelijke kalendertijd
Verplaatsingstijd Afdelingskalender
Inslagtijd Magazijnkalender
Uitslagtijd Magazijnkalender
Orderlooptijd Kalender calculatiebureau

De jobshop-planning heeft betrekking op de routing van de productieorder en houdt waar mogelijk rekening met de doorlooptijden en machinecapaciteit.

Tijdens het plannen wordt orderpegging gebruikt om ervoor te zorgen dat alle materialen aanwezig zijn bij het begin van een productieorder. De job-shop planning gebruikt de downstream-pegging van de productieorders om te bepalen wanneer een bewerking ten vroegste kan beginnen. De vervaldatum van de productieorder wordt bepaald met behulp van de upstream-pegging.