Jobshop-routing

Om de productie van meerdere vestigingen te ondersteunen, worden routings nu gekoppeld aan producten per vestiging.

NB: Als het gebruik van meerdere vestigingen is geïmplementeerd, moet u worden geautoriseerd om routings te kunnen definiëren en te muteren voor de geselecteerde vestiging.

Basisgegevens routing

Om een routing te kunnen definiëren, moet het volgende reeds zijn gedefinieerd:

  1. Referentiebewerkingen definiëren

    Vereisten:

    • De afdelingen voor de vestiging zijn gedefinieerd in de Vestigingen (tcemm0150m000) en in de sessie Afdelingen (tirou0101m000).

      Zie voor meer informatie Vestigingen activeren en Entiteiten definiëren voor vestigingen.

    • De machinesoort(en) is/zijn gedefinieerd in de sessie Machinesoorten (tirou4160m000).

    • De machinecapaciteitsgroep(en) is/zijn gedefinieerd in de sessie Machinecapaciteitsgroepen (tirou4161m000).
  2. Kennisgebieden koppelen aan gereedschappen.

    Vereisten:

    • Kennisgebieden worden gedefinieerd in de sessie Kennisgebieden (tcppl0110m000).
    • Gereedschappen worden gedefinieerd in de sessie Gereedschappen (titrp0101m000).
  3. Procesvariabelen koppelen

    Vereisten:

    • Procesvariabelen worden gedefinieerd in de sessie Procesvariabelen (tirou0105m000).

Nieuwe routing

NB

Een routing is altijd vestigingsspecifiek en hoeveelheidsafhankelijk.

Ga als volgt te werting voor een product te definiëren:

  1. Gebruik de sessie Jobshop-routing (tirou4600m000) om een nieuwe routingrevisie te genereren.

    De revisie krijgt de status Nieuw bij het genereren.

  2. Geef op het veld Vestiging de vestiging op waarop de routing van toepassing is.
  3. Geef op het veld Product het product op waarvoor de routing wordt gebruikt.

    Nadat het product is geselecteerd, worden het ID-nummer en de revisie van de routing automatisch gegenereerd. Als er een vorige routing aanwezig is voor deze combinatie van product en vestiging, wordt het revisienummer verhoogd met één.

    De nieuwe routingrevisie krijgt automatisch de status Nieuw.

  4. Bewerk de koptekst van de routing naar behoefte.

  5. Bewerkingen toevoegen aan de routing

    NB: Een vereiste voor het toevoegen van bewerkingen is dat de referentiebewerkingen zijn gedefinieerd in de sessie Referentiebewerkingen (tirou4150m000).

  6. Nadat alle bewerkingen zijn toegevoegd, gebruikt u de opdracht Valideren om de consistentie te controleren.

  7. Na validatie gebruikt u de opdracht Revisie goedkeuren om de revisiestatus te wijzigen in Goedgekeurd.

Standaardrouting per vestiging

Een standaardrouting is een routing die aan meerdere producten kan worden gekoppeld. Het gebruik van een standaardrouting kan zorgen voor minder onderhoud.

Gebruik de sessie Standaard jobshop-routings (tirou4100m100) of de sessie Standard Job Shop Routing (tirou4600m100) om standaardroutings te definiëren die collectief of voor een specifieke vestiging kunnen worden gebruikt.

Als u een standaardrouting hebt gedefinieerd, kunt u voor een bepaald artikel een jobshop-routing definiëren in de sessie Jobshop-routings (tirou4100m000) of in de sessie Jobshop-routing (tirou4600m000).

Later kunt u in de sessie Artikel - routings (tirou1101m000) de standaardrouting aan een of meer artikelen koppelen door tijdens het vastleggen van een nieuwe routingcode een maakartikel en vestiging te selecteren. Eerst schakelt u het selectievakje Norm in de detailsessie Artikel - routings (tirou1101m000) in. Vervolgens selecteert u een standaard routing waaraan de nieuwe routing kan worden gekoppeld. Tijdens het invoeren van een productieorder worden de bewerkingsgegevens dan overgenomen uit de standaard routing.