Overzicht assemblageplanning

In de Assemblageplanning-module kunt u de assemblage van productvarianten plannen en assemblageorders genereren in Assemblagebeheer. AssemblageplanningDit geldt voor assemblagelijnen in een mixed model flow productieomgeving, die wordt gekenmerkt door hoge volumes en een groot aantal varianten van complexe producten.

De hoofdprocessen in de module Assemblageplanning zijn als volgt:

  1. De productvariant wordt gegenereerd.
  2. De productvariantstructuur wordt gegenereerd.
  3. De behoefte assemblagedelen wordt berekend.
  4. De assemblageorders worden aangemaakt.

De volgende paragrafen geven een overzicht van deze processen.

  1. Parameters instellen

    Voordat u gebruikmaakt van de module Assemblageplanning, moet u de APL-parameters instellen in de detailsessie Parameters assemblageplanning (tiapl0500m000). Merk wel op dat de functionaliteit van verschillende sessies afhankelijk is van een of meer van de volgende parameters:

    • Basisbedrijf

      Als dit selectievakje is ingeschakeld, is het huidige bedrijf gedefinieerd als het basisbedrijf. Het basisbedrijf kan een van de bedrijven van de assemblagelijn zijn, maar ook een afzonderlijk bedrijf. In het basisbedrijf worden basisgegevens opgeslagen, zoals productvarianten en stuklijsten.

      Als dit selectievakje is uitgeschakeld, worden alle velden in de sessie Configureerbaar artikel - assemblagelijn (tiapl2500m000) uitgeschakeld.

    • Externe assemblagedelen en bewerkingen

      Indien dit selectievakje is ingeschakeld, worden de platgeslagen assemblagedelen en bewerkingen door een externe bron aan Assemblageplanning geleverd.

      Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden de assemblagedelen en bewerkingen platgeslagen tijdens de berekening van de behoeften aan assemblagedelen.

    • Externe productvariantstructuur

      Indien dit selectievakje is ingeschakeld, zijn de generieke stuklijstrelaties tussen het generieke eindproduct en de engineering-modules in de module Assemblageplanning afkomstig van een externe bron. LN bevat geen functies waarmee deze gegevens naar de productvariantstructuur kunnen worden gekopieerd.

      Indien dit selectievakje is uitgeschakeld, worden de generieke stuklijstrelaties tussen het generieke eindproduct en de engineering-modules gekopieerd vanuit de generieke stuklijst naar de orderspecifieke stuklijst als u de sessie Productvariantstructuren genereren (tiapl3210m000) uitvoert.

    • Testmodus

      Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt de Assemblageplanning-module in de testmodus uitgevoerd. U kunt gegevens muteren die anders in externe pakketten worden gemuteerd.

      Als het selectievakje Externe assemblagedelen en bewerkingen is ingeschakeld, worden de volgende gegevens extern gemuteerd:

      • Bewerkingen die worden weergegeven in de sessie Bewerkingen (tiapl1500m000)
      • Planningsspecificaties van bewerkingen die worden weergegeven in de sessie Planningsspecificaties bewerking (tiapl1510m000)
      • Productvariantstructuren die worden weergegeven in de sessie Productvariantstructuren (tiapl3510m000)

      Als het selectievakje Externe assemblagedelen en bewerkingen is ingeschakeld, kunt u deze gegevens niet muteren in LN, tenzij de testmodus actief is.

      Ook de sessie Kostengegevens assemblagelijn actualiseren (ticpr0215m000) uitvoeren voor een handmatig gekozen ingangsdatum.

  2. De productvariant wordt gegenereerd.

    De productvariant wordt gegenereerd bij de invoer van een verkooporder. In de sessie Verkooporderregels (tdsls4101m000) bevat de verkooporderregel het verkochte generieke artikel en andere gegevens, zoals de gevraagde afleverdatum en de prijs. Tot de gegevens kan ook de effectivity-unit behoren. Deze wordt gebruikt voor het configureren van productvarianten.

    De informatie die op de verkooporderregel is ingevoerd, wordt in een productvariant opgeslagen voor productiedoeleinden. De productvariant geeft het verkochte product weer. U kunt de productvariant bekijken in de sessie Productvarianten (assemblage) (tiapl3500m000).

  3. De productvariantstructuur wordt gegenereerd.

    De productvariant verwijst slechts naar het product en bevat geen productiegegevens. Deze productiegegevens moeten worden bepaald door de relaties tussen de generieke subartikelen en de engineering-modules te genereren die samen het generieke eindproduct vormen. Dit wordt gedaan op basis van ingangsdatums en/of eenheden.

    Wanneer Productconfiguratie niet wordt gebruikt, worden de generieke subartikelen en engineering-modules opgehaald uit de generieke stuklijst. Deze stuklijst kunt u bekijken in de sessie Generieke assemblagestuklijst (tiapl2510m000). Het resultaat van dit proces wordt opgeslagen in de productvariantstructuur, die wordt weergegeven in de sessie Productvariantstructuren (tiapl3510m000).

    Als u Productconfiguratie gebruikt, worden de relaties met de generieke subartikelen en engineering-modules die samen het generieke eindproduct vormen, bepaald op basis van de generieke stuklijst in de module Productconfiguratie.

    De relaties tussen de generieke stuklijst en de generieke subartikelen worden doorgerekend wanneer u een verkooporder invoert. De relaties met engineering-modules worden in een afzonderlijk proces doorgerekend.

    U kunt productvariantstructuren genereren in de volgende sessies:

    • Productvariantstructuren genereren (tiapl3210m000)
    • Behoeften assemblagedelen berekenen (tiapl2221m000)
    • Assemblageorders genereren (tiapl3201m000)
    • Assemblageorders vernieuwen en bevriezen (tiapl3203m000)

    De assemblagedelen en bewerkingen nodig voor de assemblage van het eindproduct worden opgeslagen onder het niveau van de engineering-modules. In de sessie Assemblagestuklijsten en -bewerkingen (tiapl2520m000) kunt u de assemblagedelen en bewerkingen per engineering-module opvragen. De bewerkingen worden gedefinieerd in de sessie Bewerkingen (tiapl1500m000). Bewerkingen worden toegekend aan lijnstations in de sessie Planningsspecificaties bewerking (tiapl1510m000).

    Let op:

    • Generieke subartikelen kunnen ook hun eigen generieke subartikelen hebben. Elk generiek artikel kan een relatie hebben met een of meer engineering-modules.
    • Indien het selectievakje Externe productvariantstructuur in de details van de sessie Parameters assemblageplanning (tiapl0500m000) is ingeschakeld, worden alleen de relaties tussen de generieke artikelen geëxplodeerd. De relaties met de engineering-modules zijn afkomstig van een externe bron.
    • In LN zijn er drie manieren om de platgeslagen delen op te halen:

      • Importeren

        Als u de platgeslagen delen en bewerkingen wilt importeren, moet u het selectievakje Externe assemblagedelen en bewerkingen in de sessie Parameters assemblageplanning (tiapl0500m000) inschakelen.
      • Handmatig

        U kunt de platgeslagen assemblagedelen en bewerkingen handmatig definiëren in de sessie Assemblagestuklijsten en -bewerkingen (tiapl2520m000).
      • Via EDM

        U kunt de platgeslagen delen verkrijgen via EDM, waarbij een procedure voor platslaan wordt uitgevoerd.
    • In LN zijn de platgeslagen assemblagedelen en bewerkingen afkomstig van een externe bron. Hiervoor moet het selectievakje Externe assemblagedelen en bewerkingen in de sessie Parameters assemblageplanning (tiapl0500m000) altijd zijn ingeschakeld. U kunt dan de gegevens in de verschillende sessies alleen muteren als u in de testmodus werkt.
    • Productvarianten die niet meer nodig zijn, kunnen worden verwijderd met de sessie Productvarianten verwijderen (tiapl3200m000).
  4. De benodigde assemblagedelen worden bepaald.

    Als de productvarianten en productvariantstructuren worden gegenereerd, kunnen de benodigde assemblagedelen worden berekend en assemblageorders worden aangemaakt. De benodigde assemblagedelen worden berekend op basis van de productvariantstructuren en de platgeslagen assemblagedelen.

    De benodigde assemblagedelen worden berekend voor productvarianten waarvan de geplande afleverdatum valt in de time fence van de vraag. De time fence van de vraag wordt vastgelegd in de detailgegevens van de sessie Parameters assemblageplanning (tiapl0500m000).

    De berekening is gebaseerd op Segmentplanningen die aangeven op welke datum de assemblagedelen per segment nodig zijn. Dit wordt bepaald op basis van de afleverdatum van de assemblageorder. Segmentplanningen worden weergegeven in de sessie Segmentplanningen (tiapl4500m000).

    Tijdens de berekening van de behoeften assemblagedelen, worden deze gegevens overgezet naar Planning.

  5. De assemblageorders worden aangemaakt.

    Assemblageorders worden aangemaakt voor productvarianten waarvan de geplande afleverdatum valt in de time fence van de assemblageorder. Deze time fence hoort bij de roll-off lijn. De assemblageorders worden aangemaakt in Assemblageplanning, maar worden opgeslagen en uitgevoerd in Assemblagebeheer. In een omgeving met meerdere bedrijven worden voor elk bedrijf assemblageorders aangemaakt.

    Assemblageorders kunnen alleen worden aangemaakt voor geactualiseerde assemblagelijnen. Dit betekent dat de lijnen zijn vrijgegeven voor het productieproces. Alleen geldige assemblagelijnen komen in aanmerking voor actualisering. In de sessie Assemblagelijnen actualiseren (tiasl1231m000) kunt u assemblagelijnen zowel valideren als actualiseren. Het is ook mogelijk de assemblagelijnen in een afzonderlijke sessie te valideren: de sessie Assemblagelijnen valideren (tiasl1230m000).

    Bij het aanmaken van assemblageorders wordt gebruikgemaakt van lijnstationvarianten (LSV's). Door gebruik te maken van LSV's kunt u de materialen en bewerkingen per lijnstation opslaan. In de sessie Assemblageorders vernieuwen en bevriezen (tiapl3203m000) kunt u assemblageorders vernieuwen en bevriezen. Vernieuwde orders zijn bijgewerkt met wijzigingen in de productvariant of productvariantstructuur. Bevroren orders worden niet meer automatisch bijgewerkt en kunnen alleen handmatig worden bijgewerkt in Assemblagebeheer.

    Tijdens het bijwerken van assemblageorders wordt ook weer gebruikgemaakt van LSV's. Er wordt dan eigenlijk bepaald of de LSV's die kunnen worden aangemaakt op basis van de nieuwe productvariant en/of productvariantstructuur, verschillen van de bestaande LSV's. Als er verschillen zijn, dan worden indien nodig nieuwe LSV's aangemaakt en naar Assemblagebeheer overgezet.

    In de sessie Productvariant - assemblagelijnen (tiapl3520m000) kunt u zien op welke assemblagelijnen een productvariant wordt geassembleerd. De sessie geeft ook aan of de benodigde assemblagedelen reeds in Assemblagebeheer zijn gereserveerd en de assemblageorder op de opgegeven assemblagelijn is bevroren. Dezelfde order mag niet op een andere assemblagelijn bevroren zijn of gedeeltelijk bevroren zijn.

NB
  • Als u voor bepaalde integraties gebruikmaakt van LN-integraties, moet u de buscomponenten opgeven in de sessie Bedrijf - buscomponenten (tiapl0501m000).
  • Het selectievakje Basisbedrijf kan alleen worden ingeschakeld als er geen assemblageorders aanwezig zijn in het bedrijf.
  • Het selectievakje kan alleen worden uitgeschakeld als er geen productvarianten aanwezig zijn in het bedrijf.