Segmentplanningen

Een segmentplanning is een planning die aangeeft wanneer de assemblagedelen die nodig zijn voor de werkzaamheden in een bepaald lijnsegment aan het job-shopmagazijn moeten worden geleverd. Voor elk segment op een lijn wordt een bereik van afleverperioden gedefinieerd. Per periode is een datum ingepland waarop de assemblagedelen benodigd zijn. Dit betekent dat voor elke productvariant waarvan de aangevraagde afleverdatum binnen een van die perioden valt, de benodigde assemblagedelen op die datum in het betreffende segment aanwezig moeten zijn.

Het voordeel van een segmentplanning is dat het aantal benodigde assemblagedelen vanuit de planning kan worden bepaald, mits de gevraagde afleverdatum van de productvariant en het segment van de assemblagedelen bekend zijn. Vergelijk dit met de volgende procedure die wordt gevolgd wanneer er geen sprake is van een segmentplanning:

  1. Bepaal in welk segment behoefte is aan een assemblagedeel.
  2. Offset het betreffende lijnsegment door de tijd tussen het begin van het segment en het einde van de roll-off lijn te berekenen.
  3. Bereken de datum waarop de behoefte aan het assemblagedeel bestaat.
  4. Bepaal de planningperiode waarin deze datum valt.
  5. Bepaal de afleverdatum van het deel, die gelijk is aan de begindatum van de planningperiode.

Segmentplanningen worden gebruikt voor het maken van een globale planning van de benodigde assemblagedelen, voornamelijk in de verre toekomst, d.w.z. de periode na de time fence van de reservering, maar vóór de time fence van de vraag. De planningen dekken echter de volledige periode in de time fence van de vraag, incl. de time fence van de reservering. De segmentplanningen bevinden zich in de sessie Segmentplanningen (tiapl4500m000).

De benodigde assemblagedelen voor productvarianten waarvan de gevraagde afleverdatum in de time fence van de reservering valt, worden voor elk lijnstation gereserveerd door Assemblagebeheer met behulp van de sessie Reserveringen opbouwen (server) (tiasc7240m001).

De benodigde assemblagedelen voor productvarianten waarvan de gevraagde afleverdatum in de time fence van de vraag valt, worden met de sessie Behoeften assemblagedelen berekenen (tiapl2221m000) berekend per segment en voor een reeks productvarianten in één keer. Dit is een vereenvoudigde berekening voor grote volumes.

De time fence van de reservering wordt vastgelegd in de detailgegevens van de sessie Parameters assemblagebeheer (tiasc0100m000). De Vraaghorizon wordt gedefinieerd in de detailsessie van de sessie Parameters assemblageplanning (tiapl0500m000)

Segmentplanningen worden als volgt bepaald:

  1. De planperioden voor het actuele scenario worden bepaald. Het actuele scenario wordt geselecteerd op het veld Simulatie in de detailgegevens van de sessie Segmentplanningen (tiapl4502m000). De planperioden worden opgeslagen in de sessie Simulatie - perioden (cprpd4120m000).
  2. De segmenten van de assemblagelijnen worden geoffset. Dit betekent dat de tijd tussen het begin van het lijnsegment en het einde van de roll-off lijn wordt berekend op basis van de doorlooptijd van de segmenten.
  3. Nu wordt voor elke planperiode en elk segment de offset-tijd van het segment opgeteld bij de starttijd van de planperiode. Daarmee wordt er per segment een nieuwe serie perioden aangemaakt. Deze perioden komen overeen met de originele planperioden, maar de tijdspanne waarover de nieuwe perioden in de toekomst worden verschoven is gelijk aan de offset-tijd van het betreffende segment. Deze perioden geven dus aan dat de assemblagedelen voor het segment in kwestie aanwezig moeten zijn op de startdatum van de originele planperiode voor een productvariant waarvan de gevraagde afleverdatum in een van de nieuw aangemaakte perioden valt.

Voorbeeld

Stel dat een assemblagelijn en planperioden de volgende kenmerken hebben:

  • De assemblagelijn heeft geen aanvoerlijnen. Dus is het een roll-off lijn.
  • De lijn heeft twee segmenten.
  • De doorlooptijd van segment A, waar het assemblageproces begint, is 2 dagen.
  • De doorlooptijd van segment B (een roll-off segment) is 3 dagen.
  • De planperioden zijn gedefinieerd als weken.
  • De eerste planperiode begint op 1 januari om 00:00:00.

Als de segmenten worden geoffset, is de offset-tijd van segment A 5 dagen. De offset-tijd van segment B is 3 dagen. Nu wordt de offset-tijd van deze segmenten opgeteld bij de starttijd van de planperioden. Voor planperiode 1 en segment A wordt dus een nieuwe periode aangemaakt die op 6 januari begint om 00:00:00. Dit is het eerste tijdstip na de offset-tijd van segment A, die werd opgeteld bij 1 januari, 00:00:00. De tweede periode begint op 13 januari om 00:00:00, omdat dit het tijdstip is na de offset-tijd van segment A, die werd opgeteld bij de startdatum/tijd van planperiode 2, d.w.z. 8 januari, om 00:00:00. De eerste periode eindigt dus op 12 januari om 23.59:59.

Voor planperiode 1 en segment B wordt een nieuwe periode aangemaakt die op 4 januari begint om 00:00:00. Dit is het eerste tijdstip na de offset-tijd van segment B, die werd opgeteld bij 1 januari, 00:00:00. De tweede periode begint op 11 januari om 00:00:00, omdat dit het eerste tijdstip is na de offset-tijd van segment B, die werd opgeteld bij de startdatum/tijd van planperiode 2, d.w.z. 8 januari om 00:00:00. De eerste periode eindigt dus op 10 januari om 23:59:59.

Als de aangevraagde afleverdatum van een productvariant 12 januari is, valt deze datum in periode I voor segment A, maar in periode II voor segment B. De assemblagedelen voor segment A zijn dus nodig op de startdatum van planperiode I, dat wil zeggen 1 januari. De assemblagedelen voor segment B zijn dus nodig op de startdatum van planperiode II, d.w.z. 8 januari. Zie het volgende plaatje waarop 12 januari gemarkeerd is met een X.

Het is van belang dat de meest recente planning wordt gebruikt in de sessie Behoeften assemblagedelen berekenen (tiapl2221m000). Bij bepaalde wijzigingen moet de planning worden bijgewerkt. In sommige gevallen signaleert de sessie Behoeften assemblagedelen berekenen (tiapl2221m000) die wijzigingen en werkt dan de planning automatisch bij. In andere gevallen moet de planning handmatig worden bijgewerkt. U kunt de planning handmatig bijwerken met de opdracht Bijwerken in het betreffende menu van de sessie Segmentplanningen (tiapl4500m000) of u kunt het selectievakje Segmentplanningen bijwerken in de sessie Behoeften assemblagedelen berekenen (tiapl2221m000) inschakelen om de planning bij te werken als die sessie wordt uitgevoerd.

De planning moet worden bijgewerkt in de volgende gevallen:

  • Wanneer de lijnstructuur gewijzigd is. U moet de planning handmatig bijwerken.
  • De kalender die aan een van de assemblagelijnen is gekoppeld, is gewijzigd. De planning wordt automatisch opnieuw berekend wanneer u de sessie Behoeften assemblagedelen berekenen (tiapl2221m000) uitvoert. De kalender wordt geselecteerd op het veld Kalendercode in de sessie Assemblagelijnen (tiasl1530m000).
  • Het scenario is gewijzigd of de planperioden van het scenario zijn gewijzigd. Als u gebruikmaakt van een rollend scenario, worden de planperioden telkens gewijzigd. De planning wordt automatisch opnieuw berekend wanneer u de sessie Behoeften assemblagedelen berekenen (tiapl2221m000) uitvoert. Als de planperiodegegevens zijn gewijzigd, terwijl de peildatum niet is gewijzigd, moet u de planning automatisch bijwerken.