Bezetting assemblagelijnstation

De bezetting van een assemblagelijn is gelijk aan het werkelijke aantal orders voor de lijn gedeeld door het maximum aantal orders voor de lijn. U kunt de bezetting weergeven in de sessie Assemblagelijn - lijnbezetting (tiasl3500m000). Als u de ordergegevens hebt gewijzigd, moet u eerst de sessie Lijnbezetting opnieuw opbouwen (tiasl3200m000) uitvoeren voordat u de bezetting kunt bekijken.

Zie Assemblageorders voor meer informatie over het aantal orders dat voor een lijn is gepland.

Het maximum aantal orders voor een lijn (voor een optiecombinatie) wordt bepaald door:

  • De mixregels van de lijn (zie Lijnvolgordebepaling en regelsoorten in Assemblagebeheer voor meer informatie).
  • De planningsspecificatie voor een assemblagelijn.

De planningsspecificatie voor een assemblagelijn bestaat uit de volgende factoren:

  • De cyclustijd voor elke periode (niet-gemiddelde) of voor de hele dag (gemiddelde).
  • Man- en machineresources voor elk lijnstation.
  • De tijd die het lijnstation nodig heeft om één assemblageorder te verwerken. Deze tijd wordt uitgedrukt als een aantal cycli. Als de cyclustijd bijvoorbeeld twee minuten is, wordt tien minuten uitgedrukt als vijf cycli.

U definieert planningsspecificaties voor assemblagelijnen in de sessie Assemblagelijn - planningsspecificaties (tiasc5510m000) en koppelt deze aan een bepaald lijnstation in de sessie Assemblagelijn - lijnstations per planningsspecificatie (tiasc5520m000).

Wanneer u orders handmatig opnieuw hebt gepland, wordt de bezetting van de assemblagelijn gewijzigd.

In de sessie Bezetting per kriteke optiecombinatie (tiasl3510m000) kunt u het aantal geplande orders en het maximum aantal orders bekijken op een assemblagelijn voor een bepaalde datum, voor optiecombinaties die worden gebruikt voor mixregels van de lijn (dat wil zeggen kritische optiecombinaties). U kunt deze gegevens ook in een grafiek weergeven met de sessie Diagram lijnbezetting assemblagelijn (tiasl3700m000).