Overzicht van materiaalafgifte

Het invoeren van afgiften als onderdeel van de orderprocedure voor productieorders is nodig om de benodigde materialen vanuit het magazijn aan de jobshop af te geven. Tijdens het opbouwen van de calculatie kan de afgifte handmatig plaatsvinden of door het systeem.

Bij het backflushen wordt de afgifte van voorraden automatisch uitgevoerd.

NB: Als de functionaliteit voor meerdere vestigingen is geactiveerd, worden materiaalafgiften uitgevoerd voor een artikel dat is gekoppeld aan een specifiek planningscluster.

  • Backflushen

    De automatische afgifte van materiaal uit de voorraad of de verantwoording van de uren die aan de productie van een artikel zijn besteed, op basis van theoretisch gebruik en de hoeveelheid van het artikel die is gereedgemeld. Zie Backflushen voor meer informatie.

  • Grijpvoorraad

    Een voorraad van goedkope materialen (zoals boutjes en moertjes) in de jobshop die tijdens de productie wordt gebruikt, zonder dat elk materiaal afzonderlijk wordt geregistreerd. Voor grijpvoorraad wordt geen backflush uitgevoerd en de grijpvoorraad maakt ook geen deel uit van de voorgecalculeerde kosten. Voor de materialen die tot de grijpvoorraad behoren, wordt een toeslag berekend over de kostprijs van een eindproduct. Met een Kanban-kaart wordt de aanvoer van grijpartikelen naar de jobshop gestart. U kunt een magazijnorder van het soort Jobshop-productie aanmaken waarin u bepaalt vanuit welk magazijn en naar welke afdeling het materiaal moet worden verzonden.

  • Gestuurde materiaalafgifte

    Materiaal wordt vanuit het magazijn afgegeven aan de jobshop op een door uzelf gedefinieerde manier. U kunt de afgifte streng controleren of u kunt de afgifte wat losser beheren. Doorgaans doorloopt de afgifte van materiaal de volgende fasen:

    • Materiaal reserveren in het magazijn

      Een geplande productieorder resulteert in geplande voorraadmutaties. Deze mutaties worden voor planningsdoeleinden gebruikt in de MRP-planningsappicatie. Zodra een productieorder is vrijgegeven, worden magazijnorders aangemaakt. Dit betekent dat het materiaal in het magazijn is gereserveerd voor de productieorder.

      Alle materialen die in de stuklijst zijn opgegeven, worden gereserveerd in de magazijnen. Dit is te zien in de sessie VC materialen (ticst0101m000).

      Als u jobshopmagazijnen gebruikt, kunt u het moment bepalen waarop het materiaal in het jobshopmagazijn wordt gereserveerd.

    • De af te geven hoeveelheid opgeven

      U moet opgeven welke hoeveelheid materiaal moet worden afgegeven. Afhankelijk van de instelling van het selectievakje Handmatig afgeven in de sessie Parameters productieorders (tisfc0100s000), geeft LN automatisch de geplande hoeveelheid op of kunt u handmatig de benodigde hoeveelheid materiaal opgeven. Merk op dat de hoeveelheid materiaal in het magazijn nog geblokkeerd is.

    • Materiaal vrijgeven

      Als u het materiaal in het magazijn vrijgeeft, wordt het materiaal gedeblokkeerd. Dit is een signaal voor de magazijnmedewerkers om de magazijnuitslagprocedure te starten.

    • De magazijnprocedure uitvoeren

      Er wordt een door de gebruiker gedefinieerde magazijnuitslagprocedure uitgevoerd.

    • Materiaal ontvangen

      De gewenste hoeveelheid van het materiaal wordt in de jobshop ontvangen.

    Als u materiaal van het magazijn naar de jobshop wilt verplaatsen, en omgekeerd, kunt u gebruikmaken van de sessie Af te geven materiaal voor productieorders (ticst0101m100).

    Indien u materiaal gedetailleerd wilt afhandelen, moet u gebruikmaken van de sessie Productiemagazijnorders (timfc0101m000). Dit geldt in het bijzonder voor seriedragende of partijgebonden artikelen. Alle acties die betrekking hebben op materialen worden vastgelegd in een zogenaamde productiemagazijnorder, die u kunt bekijken in de sessie Productiemagazijnorders (timfc0101m000).