Volgordeparameters voor lijnsegmenten definiëren

Deze sessie kunt u gebruiken om de parameters voor remixen/volgordebepaling voor een gebruiker te muteren en op te vragen. De parameters worden weergegeven per segment.

Deze parameters zijn vereist wanneer u de applicatie voor volgordebepaling uitvoert. De parameters zijn aan een lijnsegment gekoppeld en zijn gebruikersafhankelijk. Alleen de gebruiker die de applicatie voor volgordebepaling uitvoert, kan de volgordeparameters selecteren die door dezelfde gebruiker zijn vastgelegd.

De volgende parameters voor remixen/volgordebepaling zijn belangrijk:

  • Segmentspecifiek

    • Aantal segmentspecifieke runs

      Het aantal keren dat LN een berekening uitvoert om de optimale volgorde in het lijnsegment te bepalen.

    • Segmentspecifieke max. omwisselafstand

      Het maximumaantal posities tussen orders die u omwisselt in de sessie Lijnvolgorden simuleren en aanmaken (tiasl4200m000). Als u de omwisselafstand verhoogt, neemt de kwaliteit toe omdat er meer omwisselingen mogelijk zijn. Een hogere omwisselafstand heeft echter wel tot gevolg dat de simulatieruns voor de volgordebepaling meer tijd vergen.

    • Segmentspecifiek aantal runs

      Het maximum aantal omwisselpogingen per volgordebepalingsrun. LN controleert na elke reeks omwisselingen, die wordt bepaald door de maximale omwisselstand en het aantal orders, of dit aantal is overschreden. Als de waarde van dit veld is overschreden, is één volgordebepalingsrun voltooid.

    • Segmentspecifiek max. aantal niet-optimalisaties

      Het aantal keren dat orders in het geselecteerde segment door LN worden omgewisseld zonder optimalisatie van de kosten, voordat de volgordebepalingsrun wordt gestopt.

  • Lijnspecifiek

    • Aantal lijnspecifieke runs

      Het aantal keren dat LN een berekening uitvoert om de optimale volgorde in het lijnsegment te bepalen. In de sessie Lijnmix opnieuw genereren (tiasl3220m000) wordt aan de hand van deze parameter bepaald hoe vaak het remixproces moet worden uitgevoerd om te komen tot een betere lijnmix.

    • Lijnspecifiek max. omwisselafstand

      Het maximumaantal posities tussen orders die u omwisselt in de sessie Lijnvolgorden simuleren en aanmaken (tiasl4200m000). Als u de omwisselafstand verhoogt, neemt de kwaliteit toe omdat er meer omwisselingen mogelijk zijn. Een hogere omwisselafstand heeft echter wel tot gevolg dat de simulatieruns voor de volgordebepaling meer tijd vergen.

    • Lijnspecifiek aantal runs

      Het maximum aantal omwisselpogingen per volgordebepalingsrun. LN controleert na elke reeks omwisselingen, die wordt bepaald door de maximale omwisselstand en het aantal orders, of dit aantal is overschreden. Als de waarde van dit veld is overschreden, is één volgordebepalingsrun voltooid.

      In de sessie Lijnmix opnieuw genereren (tiasl3220m000) wordt rekening gehouden met deze parameter. De paramater geeft het maximum aantal omwisselpogingen per remixrun aan.

    • Lijnspecifiek max. aantal niet-optimalisaties

      Het aantal keren dat orders in het geselecteerde segment door LN worden omgewisseld zonder optimalisatie van de kosten, voordat de volgordebepalingsrun wordt gestopt.

      In de sessie Lijnmix opnieuw genereren (tiasl3220m000) wordt rekening gehouden met deze parameter. Deze parameter geeft het aantal keren aan dat orders in het geselecteerde segment worden omgewisseld zonder optimalisatie van de kosten, voordat de remixrun wordt gestopt.

Voer de volgende stappen uit om volgordeparameters voor lijnsegmenten te definiëren.

  1. Klik op Parameters remixen/volgorde in het betreffende menu van de sessie Lijnsegmenten (tiasl1540m000). De sessie Parameters remixen/volgordebepaling (tiasl4110m000) wordt gestart.

    U kunt deze sessie niet vanuit de menu-browser starten.

  2. Controleer of u als gebruiker bent geregistreerd. Alleen de gebruiker die de applicatie voor volgordebepaling uitvoert, kan de volgordeparameters selecteren die door dezelfde gebruiker zijn gedefinieerd. Selecteer Nieuw op de werkbalk om volgordeparameters voor het lijnsegment in te voeren.

In de sessie Lijnvolgorden simuleren en aanmaken (tiasl4200m000) zijn onderstaande opties voor de volgordebepaling beschikbaar:

  • Segmentspecifieke optimalisatie

    Als dit selectievakje is ingeschakeld, optimaliseert LN de volgorde voor het segment dat is geselecteerd op het veld Kernsegment. U kunt ook het selectievakje Controle aangrenzende segmenten inschakelen om de volgorde voor een segment te optimaliseren.
  • Controle aangrenzende segmenten

    Als dit selectievakje is ingeschakeld, houdt LN tijdens het optimaliseren rekening met de segmenten die onmiddellijk voorafgaan en volgen op de opgegeven segmenten. Hierdoor ontstaat een volgorde die kan worden geconverteerd naar de aangrenzende segmenten. Dit betekent dat de volgorde kan worden gewijzigd. U kunt dit selectievakje alleen inschakelen als het selectievakje Segmentspecifieke optimalisatie is ingeschakeld. Als het selectievakje Lijnspecifieke optimalisatie is ingeschakeld, schakelt LN automatisch het selectievakje Controle aangrenzende segmenten in.
  • Lijnspecifieke optimalisatie

    Als dit selectievakje is ingeschakeld, optimaliseert LN de volgorde voor alle segmenten die u in deze sessie selecteert.

In de sessie Lijnvolgorden simuleren en aanmaken (tiasl4200m000) zijn de volgende opties voor offsetting beschikbaar:

  • Achterstand elimineren

    Als dit selectievakje is ingeschakeld, houdt LN tijdens het offsetten rekening met achterstanden. De eerste order wordt dus gepland aan het begin van de periode die u in deze sessie opgeeft.
  • Werkelijke tijden

    Als dit selectievakje is ingeschakeld, berekent LN de offset. LN houdt rekening met het tijdstip waarop de laatste order gereed is gemeld op het laatste lijnstation van een segment. Wanneer u deze sessie de volgende keer uitvoert om de lijnvolgorde opnieuw te plannen, houdt LN rekening met het verschil tussen de geplande eindtijd en de werkelijke eindtijd.