Assemblagelijnen

Een assemblagelijn bestaat uit een reeks opeenvolgende lijnstations waarin FAS-artikelen worden geproduceerd (FAS = Final Assembly Schedule). Een assemblagelijn bestaat uit een serie lijnsegmenten. Een segment bestaat uit een buffer en een of meer lijnstations. Tijdens de assemblage passeren de artikelen de diverse lijnstations, waar telkens bewerkingen worden uitgevoerd.

TR

Op elke assemblagelijn kunnen artikelen worden geassembleerd. Een lijn waar een artikel vanaf rolt, kan worden beschouwd als een roll-off assemblagelijn. De assemblagelijn bevat verschillende segmenten, die elk een groep verschillende stations/bewerkingen vertegenwoordigen. Het groeperen van lijnstations en bewerkingen heeft als voordeel dat u per lijnsegment optimale volgorden kunt aanmaken door gebruik te maken van de applicatie voor volgordebepaling. Zo kan elk segment specifieke kenmerken/opties hebben waarmee u een optimale volgorde kunt aanmaken.

De lijnstructuur kan ook een aanvoerassemblagelijn omvatten waarop halffabrikaten worden geassembleerd of reserveonderdelen worden gemaakt. Met deze assemblagelijn worden halffabrikaten en reserveonderdelen aangevoerd voor de hoofdassemblagelijn. Een aanvoerlijn kan ook worden gebruikt voor de productie van losse producten die bestemd zijn voor de verkoop. De hoofdassemblagelijn en de aanvoerlijn kunnen aanwezig zijn in hetzelfde logistieke bedrijf of in verschillende logistieke bedrijven. Het financiële bedrijf is gelijk aan het logistieke bedrijf.

Hieronder worden de basisbegrippen van assemblagebeheer toegelicht.

  • Lijnsegment Een reeks opeenvolgende assemblagelijnafdelingen binnen een productielijn tussen twee buffers. De eerste buffer markeert het begin van het segment en de volgende buffer het eerste deel van het volgende segment.

  • Type station: Een station kan een van de volgende typen zijn:

    • Lijnstation: Een afdeling die deel uitmaakt van een assemblagelijn. Deze wordt gebruikt voor de productie van FAS-artikelen (FAS = eindassemblageschema). Een lijnstation kan meerdere posities hebben, waardoor er per lijnstation meerdere artikelen aanwezig kunnen zijn.

    • Buffer Een assemblagewerkstation waar geen bewerkingen worden uitgevoerd, maar waar orders wachten op het volgende werkstation. Buffers kunt u gebruiken om de productvolgorde tussen twee lijnsegmenten te wijzigen. De typen buffers zijn als volgt:

      • Buffer (FIFO).
      • Buffer (willekeurige toegang).

      Door gebruik te maken van buffers kunt u de productvolgorde tussen twee lijnsegmenten wijzigen.

NB
  • U definieert het type station als lijnstation of buffer in de sessie Afdelingen (tirou0101m000).
  • De buffer wordt gebruikt voor de bepaling van volgorden.
  • Het lijnsegment moet altijd met een buffer beginnen.