Parameters van assemblagebeheer definiëren

NB

Het wijzigen van parameters kan vérgaande gevolgen hebben in de gehele module Assemblagebeheer. Wijzig de waarden in deze sessie daarom alleen als u weet wat de gevolgen daarvan zijn.

Zie de veldhelp voor informatie over de verschillende parameters.

U moet een nummergroep en serie definiëren voor de volgende elementen die in Assemblagebeheer worden gebruikt:

  • Orders
  • Geclusterde lijnstationorders
  • Lijnstationvarianten
  • Referentienummers

De nummergroepen en series van deze elementen moeten van elkaar verschillen.

In de sessie ERP Nummergroepen (tcmcs0151m000) moet u een nummergroep selecteren die bij productie hoort.

Als u wijzigingen hebt ingevoerd en opgeslagen, voert LN de volgende acties uit:

  • De nieuwe set wordt toegevoegd aan de historielijst.
  • De huidige set (bovenaan de lijst) wordt bijgewerkt.

Met de sessie Parameters assemblagebeheer (tiasc0400m000) kunt u parametersets afdrukken en met elkaar vergelijken. U kunt deze sessie starten via het menu Bestand.

NB

U kunt de sessie Buckets definiëren (tiasl1100m000) starten via het betreffende menu. De waarde die u invoert op het veld Reserveringshorizon van de detailsessie bepaalt het aantal dagen waarvoor buckets worden gegenereerd.