De afstemmingsinstellingen wijzigen

Als de afstemming geheel is ingesteld en het proces in gebruik is genomen, worden er bij voorkeur geen wijzigingen meer aangebracht. Het is echter mogelijk dat er in de beginperiode aspecten moeten worden aangepast. LN bevat daartoe een aantal functies waarmee u de instellingen voor de afstemming kunt wijzigen met behoud van de bestaande afstemmingsopties.

NB

Als er al afstemmingsgegevens zijn gearchiveerd en verwijderd, hebben wijzigingen in de instellingen altijd gevolgen voor de afstemmingsmogelijkheden binnen de volgende afstemmingsgebieden:

  • Voorraad
  • Voorraad (in consignatie/eigendom klant)
  • OHW assemblagelijn

Dit komt doordat de credit- en debetboekingen in deze afstemmingsgroepen bij verschillende business-objects horen.

De afstemmingselementen wijzigen

Als het selectievakje Alle afstemmingselementen loggen in de sessie Afstemmingsgroepen (tcfin0120m000) is ingeschakeld, worden voor elke integratiemutatie de waarden van alle beschikbare afstemmingselementen in een afzonderlijke tabel (tfgld498) gelogd. Voor elke afstemmingsgroep kunnen maximaal vijf afstemmingselementen worden ingesteld. Voor een aantal afstemmingsgroepen, zoals Voorraad, OHW en Verplichtingen, raden we aan afstemmingselementen te definiëren voor juiste analyse achteraf.

NB

Het eerste afstemmingselement moet het hoogste niveau zijn, om gegevens van het hoge niveau tot het gedetailleerde niveau te bekijken of af te drukken. Voor Voorraad kunt u bijvoorbeeld "Warehouse" opgeven als eerste element, gevolgd door “Artikelgroep", gevolgd door “Artikel".

Als u afstemming voor het eerst instelt is het raadzaam dit selectievakje voor de afstemmingsgroepen in te schakelen. Ter verbetering van de systeemprestaties moet u dit selectievakje uitschakelen nadat u de juistheid van de instelling van de afstemmingsgroep hebt vastgesteld. LN logt dan uitsluitend afstemmingselementen die u hebt toegekend aan de afstemmingsgroep.

Als afstemmingselementen niet zijn geselecteerd voordat afstemmingsmutaties worden geregistreerd of als afstemmingselementen gewijzigd moeten worden, kunt u de afstemmingselementen achteraf wijzigen met de opdracht Afstemmingselementen wijzigen. Hierdoor wordt de sessie Afstemmingselementen wijzigen (tcfin0220m000) gestart, waarmee u nieuwe afstemmingselementen aan de afstemmingsgroep kunt toewijzen. Als u afstemmingselementen moet wijzigen, kunt u de doelafstemmingselementen opgeven in de sectie Afstemmingselementen (doel).

Nadat u de juiste afstemmingselementen hebt opgegeven, moet u de volgende taken uitvoeren:

  1. Instelling nieuw afstemmingselement controleren
  2. Instelling nieuw afstemmingselement accepteren
  3. Wijzigingen afstemmingselementen verwerken

De manier wijzigen waarop afstemmingsgegevens worden gelogd

Als het selectievakje Afstemmingsgegevens opslaan in de sessie Afstemmingsgroepen (tcfin0120m000) is ingeschakeld, wordt elke integratiemutatie in de tabel Afstemmingsgegevens (tfgld495) gelogd.

NB

Default is het selectievakje ingeschakeld voor de meeste eindrekeningen.

Als dit selectievakje is uitgeschakeld, worden de mutaties van de integratiedocumentsoorten die bij de afstemmingsgroep horen alleen in de tabel Integratiemutaties (tfgld482) gelogd om te worden toegewezen en naar Financiële administratie te worden doorgeboekt. De gegevens zijn echter niet voor afstemming beschikbaar.

Als u de afstemming voor het eerst definieert, wordt u geadviseerd dit selectievakje voor alle afstemmingsgroepen in te schakelen. Ter verbetering van de systeemprestaties kunt u het selectievakje Afstemmingsgegevens opslaan later uitschakelen voor afstemmingsgroepen die u niet gebruikt, bijvoorbeeld voor bepaalde eindrekeningen.

Bovendien kunt u op basis van de instellingen van het integratieschema bepalen welke afstemmingsgroepen u nooit gebruikt en het selectievakje voor deze groepen uitschakelen.