Journaalpost-documenten (tfgld0618m000)

Een door de gebruiker gedefinieerde code van drie tekens die wordt gebruikt om documenten mee aan te duiden. Het volgnummer van de documenten is afkomstig van de serie die aan de mutatiesoort is gekoppeld.

De identificatie van een mutatie.

De documentcode is een combinatie van de volgende onderdelen:

• Mutatiesoortcode
• Serienummer
• Volgnummer

Gereserveerd

Het documentnummer is toegewezen, maar het document is nog niet naar het grootboek geboekt. Het documentnummer kan bijvoorbeeld zijn gereserveerd voor een document dat wordt gegenereerd in Facturering.

Gebruikt

Er bestaat een niet-gejournaliseerd of gejournaliseerd document met dit documentnummer.

Verwijderd

Een niet-gejournaliseerd document met dit documentnummer is verwijderd.

De externe documentnummers die zijn opgegeven wanneer een journaalmutatie wordt geregistreerd. Voorbeeld:

• Wanneer de BTW-mutatie wordt geregistreerd, moet het douaneaangiftenummer worden opgegeven voor deze journaalmutatie als de journaalmutatie wordt geboekt voor douaneaangiften voor verkoop.
• In geval van BTW-correcties moet de referentie naar de oorspronkelijke documentidentificatie worden geregistreerd.

De status die van toepassing is als de autorisatie voor het business-object wordt goedgekeurd met behulp van ION Workflow.

Wanneer u een wijziging doorvoert die autorisatie vereist, wordt voor het business-object automatisch een uitgecheckte versie aangemaakt. De wijzigingen die u voorlegt, gaan pas in nadat ze zijn goedgekeurd/ingecheckt. U kunt uw wijzigingen ook ongedaan maken of uw voorgelegde wijzigingen terugdraaien.

• Uitgecheckte en ingecheckte objecten worden weergegeven in de sessie Uitgecheckte workflow business objecten (ttocm9599m000).
• Selecteer in het menu geschikt van deze sessie de optie Werkstroom en voer de vereiste actie voor het business-object uit.

Toegestane waarden

Concept

The object is checked out. It can be changed and saved multiple times until the user submits the changes.

In behandeling

Any changes made to the object are submitted. The object is pending for approval. The data of the object cannot be modified.

Herroepen

The object was already submitted, but is recalled by the user. Approval will not take place anymore. If the recall is accepted, the object status becomes Concept (revisie). If the Recall is rejected, the object status becomes In behandeling.

Concept (revisie)

The object was recalled after it was submitted and the recall is accepted. The object can be changed and saved multiple times until the user submits the changes.

Geweigerd

The submitted changes to the object are rejected. The user can make changes to the object and submit these changes again, or discard all changes.

Goedkeuring ontvangen

The submitted changes to the object are approved. The object will automatically be checked in. If the check-in fails, the status remains Goedkeuring ontvangen. An administrator must decide what to do with the object.

Goedgekeurd

The submitted changes to the object are approved and the object is checked in.

Niet van toepassing

The object is checked in. Instead of an Object status, an Approval status is applicable.

Niet van toepassing

The object already existed before activating ION Workflow document authorization; no changes are made to the object since then.

Niet gestart

The modified object is manually checked in, but no approval is received from ION Workflow.

To manually check in an object, the Object status must be Goedkeuring ontvangen.

Goedgekeurd

The modified object is checked in after approval from ION Workflow.

Als er voor het objecttype in de sessie Workflow - informatievelden (ttocm0106m000) (die wordt weergegeven als een tabblad in de sessie Objecttypes (ttocm0102m000)) een omschrijving is opgegeven, wordt op dit veld, ongeacht of het object is in- of uitgecheckt, altijd de waarde van het juiste veld Omschrijving getoond.

Een schema met grootboekrekeningen waarop de resultaten van bepaalde gebeurtenissen worden geboekt. Een schema heeft een parent-/child-structuur.

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kunt u een datum in de volgende periode opgeven waarop er een tegenboeking moet plaatsvinden.

Selecteer Eerste datum van volgende periode of Laatste datum van volgende periode. Selecteer Specifieke datum als u een andere datum wilt opgeven.

De datum waarop de boekingen moeten worden tegengeboekt.

Het jaar en de periode waaraan de tegenboeking is gekoppeld.

Het jaar waarin de batch voor de tegenboekingen is aangemaakt.

Het gegenereerde batchnummer.

De mutatiesoort van de tegenboeking.

Het gegenereerde documentnummer.

De mutatiedatum in Fin. administratie. De documentdatum wordt altijd in de lokale tijd vastgelegd. Meestal komt de documentdatum overeen met de mutatiedatum, behalve als u handmatig een andere mutatiedatum in Fin. administratie invoert of als er een dag verschil bestaat tussen de UTC-tijd en de lokale tijd.

De registratiecode van de jurisdictie per registratie.

Het identificatienummer dat is gekoppeld aan de registratiecode.

De wettelijke naam die is gekoppeld aan de registratiecode.

Het land waarin de belasting moet worden betaald of gerapporteerd. Het belastingland kan een ander land zijn dan het land waar de goederen worden afgegeven of geleverd.

Het jaarnummer dat in combinatie met de belastingperiode de belastingperiode voor deze mutatie bepaalt.

Het karakter dat wordt gebruikt om de segmenten van het serienummer te scheiden.

Het periodenummer dat in combinatie met het belastingjaar de belastingperiode voor deze mutatie bepaalt.

Lokale valuta

Bedragen worden alleen in de lokale valuta opgeslagen.

Rapporteringsvaluta

Bedragen worden alleen in de rapporteringsvaluta's opgeslagen.

Beide

Bedragen worden in alle eigen valuta's opgeslagen.

De valuta die in het document wordt gebruikt.

Een van de basisvaluta's van een bedrijf waarin LN bedragen registreert en rapporteert.

In een multi-currency systeem kunnen drie eigen valuta's worden gedefinieerd:

• De lokale valuta
• Twee rapporteringsvaluta's

De wisselkoers van de valuta die in het document wordt gebruikt.

De koersfactor die is toegepast op het bedrag in de valuta die in het document wordt gebruikt.

Conversie van de mutatievaluta naar de eigen valuta met behulp van de weergegeven valutakoers en koersfactor.

Het debetbedrag van de mutatie in de mutatievaluta.

Het creditbedrag van de mutatie in de mutatievaluta.

Het nettobedrag van het mutatiesaldo. Dit is het verschil tussen het debetbedrag en het creditbedrag in de mutatievaluta.

Het debetbedrag van de mutatie in de lokale valuta.

Het creditbedrag van de mutatie in de lokale valuta.

Het nettobedrag van het mutatiesaldo in de lokale valuta. Dit is het verschil tussen het debetbedrag en het creditbedrag in de lokale valuta.

De lokale valuta.

Het debetbedrag van de mutatie in de eerste rapporteringsvaluta.

Het creditbedrag van de mutatie in de eerste rapporteringsvaluta.

Het nettobedrag van het mutatiesaldo in de eerste rapporteringsvaluta. Dit is het verschil tussen het debetbedrag en het creditbedrag in de eerste rapporteringsvaluta.

De rapporteringsvaluta.

Het debetbedrag van de mutatie in de tweede rapporteringsvaluta.

Het creditbedrag van de mutatie in de tweede rapporteringsvaluta.

Het nettobedrag van het mutatiesaldo in de tweede rapporteringsvaluta. Dit is het verschil tussen het debetbedrag en het creditbedrag in de tweede rapporteringsvaluta.

De rapporteringsvaluta.

Het totale nettobedrag (debet).

Het totale nettobedrag (credit).

Het totale belastingbedrag (debet).

Het totale belastingbedrag (credit).

Het totale brutobedrag (debet).

Het totale brutobedrag (credit).

Het totale saldobedrag (debet).

Het totale saldobedrag (credit).