Specificaties per rapportrekening (tffst1521m000)

Deze sessie kunt u gebruiken om reeksen grootboekrekeningen en dimensies aan de geselecteerde rapportrekening te koppelen en deze voor de rapportrekening op te vragen. De reeksen grootboekrekeningen en dimensies zijn opgegeven voor een reeks bedrijven. LN controleert de opgegeven grootboekrekeningen om te zien of er een koppeling bestaat met de dimensiestructuren. Als er geen koppeling is gedefinieerd tussen de dimensiestructuren en de grootboekrekeningen in de opgegeven reeks, geeft LN een foutmelding weer als u probeert dimensies in te voeren.

Als het selectievakje Rapportrekening kasstroom is ingeschakeld, kunt u in deze sessie reeksen van redenen voor kasstromen opvragen en aan de geselecteerde rapportrekening koppelen.

U kunt meerdere reeksen grootboekrekeningen en dimensies aan een rapportrekening koppelen. Om dubbeltelling te voorkomen, kunt u alleen grootboekrekeningen en dimensies met telniveau nul aan rapportrekeningen koppelen. Bovendien kunnen grootboekrekeningen en dimensies alleen worden gekoppeld aan rapportrekeningen met telniveau nul.

Naast specifieke reeksen van grootboekrekeningen (en dimensies) of redenen voor kasstromen kunt u ook kleinere selecties opgeven door maskers te gebruiken.

Als u de volgorde van de rapportrekeningen wilt wijzigen, kunt u een record selecteren en een van de volgende drie opties kiezen:

  • Volgnummer ophogen
  • Volgnummer verlagen
  • Volgnummers hernummeren
Rapport

De code van het rapport.

Rapportrekening

De code van de rapportrekening.

Grootboekrekeningen (schema)

Een schema met grootboekrekeningen waarop de resultaten van bepaalde gebeurtenissen worden geboekt. Een schema heeft een parent-/child-structuur.

Rapportrekening kasstroom

Indien dit selectievakje is ingeschakeld, kan deze rekening worden gebruikt voor kasstroomoverzichten.

Volgnummer

U kunt het volgnummer gebruiken om verschillende reeksen van grootboekrekeningen of redenen voor kasstromen aan een rapportrekening te koppelen.

Elke reeks wordt geïdentificeerd door een volgnummer.

Als u de volgorde van de rapportrekeningen wilt wijzigen, kunt u een record selecteren en een van de volgende drie opties kiezen:

  • Volgnummer ophogen

    Als u een volgnummer ophoogt, wordt het volgnummer van het geselecteerde record met 1 verhoogd.
  • Volgnummer verlagen

    Als u een volgnummer verlaagt, wordt het volgnummer van het geselecteerde record met 1 verlaagd.
  • Volgnummers hernummeren

    Als u volgnummers hernummert, wordt de afstand tussen het geselecteerde record en alle volgende regels op 1 gezet.

Gegevensselecties
Van bedrijf

Als u LN gebruikt in een multi-company omgeving, kunt u grootboekrekeningen (en dimensies) of redenen voor kasstromen uit verschillende financiële bedrijven aan één rapportrekening koppelen.

Als u LN niet gebruikt in een multi-company omgeving, kunt u ook een reeks bedrijven invoeren. In dit geval selecteert LN echter alleen gegevens uit het huidige financiële bedrijf.

Masker voor financiële bedrijven

Als de reeksen financiële bedrijven eenmaal zijn ingevoerd, kunt u ook een kleinere selectie van financiële bedrijven opgeven door maskers te gebruiken.

Maskers gebruiken

Gebruik maskers om te bepalen welke nummers moeten worden geselecteerd. Voor de maskers kunt u de volgende tekens gebruiken:

$ Het te selecteren nummer moet eindigen met het teken dat voorafgaat aan het $-teken
^ De selectie moet beginnen met het eerste teken
* Het voorafgaande teken moet een of meer keren voorkomen
[5-9] Het te selecteren teken moet tussen 5 en 9 liggen
[579] De waarde van het te selecteren teken moet 5, 7 of 9 zijn
... De punten geven het aantal tekens aan

VoorbeeldDe volgende bedrijfsnummers zijn gedefinieerd:

  • 011
  • 027
  • 031
  • 042
  • 135
  • 168
  • 281
  • 292
  • 315

Als u de bedrijfsnummers 031 en 281 wilt selecteren, schrijft u het volgende masker: ^ [3-8]1$

Als u de bedrijfsnummers 135 en 315 wilt selecteren, schrijft u het volgende masker: ^ [13]*5$

Van grootboekrekening/reden kasstroom

Gebruik dit veld als u een reeks van opeenvolgende grootboekrekeningen of redenen voor kasstromen wilt koppelen. Als u grootboekrekeningen wilt koppelen die niet in de opeenvolgende reeks zijn opgenomen, moet u een nieuw volgnummer aanmaken om de grootboekrekeningen of redenen voor kasstromen aan de rapportrekening te koppelen.

Masker grootboekrekening/reden kasstroom

Nadat u specifieke reeksen van grootboekrekeningen of redenen voor kasstromen hebt ingevoerd, kunt u kleinere selecties opgeven door maskers te gebruiken.

Maskers gebruiken

Gebruik maskers om te bepalen welke codes moeten worden geselecteerd. Voor de maskers kunt u de volgende tekens gebruiken:

$ Het te selecteren nummer moet eindigen met het teken dat voorafgaat aan het $-teken
^ De selectie moet beginnen met het eerste teken
* Het voorafgaande teken moet een of meer keren voorkomen
[5-9] Het te selecteren teken moet tussen 5 en 9 liggen
[579] De waarde van het te selecteren teken moet 5, 7 of 9 zijn
... De punten geven het aantal tekens aan

VoorbeeldDe volgende grootboekrekeningen zijn gedefinieerd:

  • 899011
  • 899027
  • 899031
  • 899042
  • 899135
  • 899168
  • 899281
  • 899292
  • 899315

Als u de grootboekrekeningen 899031 en 899281 wilt selecteren, schrijft u het volgende masker: ^...[3-8]1$

Als u de grootboekrekeningen 899135 en 899315 wilt selecteren, schrijft u het volgende masker: ^...[13]*5$

Dimensie

Gebruik dit veld als u een reeks opeenvolgende dimensies wilt koppelen. Als u dimensies wilt koppelen die niet in de opeenvolgende reeks zijn opgenomen, moet u een nieuw volgnummer aanmaken om de dimensies aan de rapportrekening te koppelen.

NB

Zelfs als u alleen een reeks grootboekrekeningen wilt invoeren, moet u ook de reeks dimensies met totalen opgeven. Anders probeert LN de waarden op dimensieniveau te controleren, maar worden die waarden niet gevonden. Als gevolg hiervan worden er geen waarden gevonden voor de rapportrekening.

Masker voor dimensies

Als de reeksen dimensies eenmaal zijn ingevoerd, kunt u ook een kleinere selectie van dimensies opgeven door maskers te gebruiken.

Maskers gebruiken

Gebruik maskers om te bepalen welke codes moeten worden geselecteerd. Voor de maskers kunt u de volgende tekens gebruiken:

$ Het te selecteren nummer moet eindigen met het teken dat voorafgaat aan het $-teken
^ De selectie moet beginnen met het eerste teken
* Het voorafgaande teken moet een of meer keren voorkomen
[5-9] Het te selecteren teken moet tussen 5 en 9 liggen
[579] De waarde van het te selecteren teken moet 5, 7 of 9 zijn
... De punten geven het aantal tekens aan

VoorbeeldDe volgende dimensies zijn gedefinieerd:

  • 899011
  • 899027
  • 899031
  • 899042
  • 899135
  • 899168
  • 899281
  • 899292
  • 899315

Als u de dimensies 899031 en 899281 wilt selecteren, schrijft u het volgende masker: ^...[3-8]1$

Als u de dimensies 899135 en 899315 wilt selecteren, schrijft u het volgende masker: ^...[13]*5$