Niet-toegekende/vooruitontvangsten toekennen aan facturen (tfcmg2105s000)
Deze sessie kunt u gebruiken om het bedrag van de vooruitontvangsten of niet-toegekende ontvangsten toe te kennen aan verkoopfacturen.
In Infor LN kunt u regels met verschillende redencodes aanmaken om het restbedrag (verschillen tussen de factuursaldi en de totale niet-toegekende ontvangst) te boeken naar een nieuw niet-toegekend ontvangstdocument met behulp van de sessie Toe te kennen bedragen intoetsen (tfcmg2107s000).
Wanneer u een niet-toegekende ontvangst of vooruitontvangst toekent aan een ontvangstschemaregel:
- Als niet-gerealiseerde koersverschillen worden berekend en geboekt op het schemaregelniveau of niet is berekend, wordt het niet-gerealiseerde koersverschil voor de schemaregel tegengeboekt en wordt het gerealiseerde koersverschil berekend en geboekt. In geval van toekenning van een gedeeltelijke toekenning voor de schemaregel wordt het bedrag proportioneel verwerkt voor de specifieke schemaregel.
- Als niet-gerealiseerde koersverschillen worden berekend en geboekt op factuurniveau, wordt het niet-gerealiseerde koersverschil tegengeboekt op factuurniveau en wordt het gerealiseerde koersverschil geboekt op factuurniveau.
U kunt ook en niet-toegekende ontvangst toekennen aan een vooruitontvangst of een niet-toegekende ontvangst of vooruitontvangst toekennen aan andere niet-toegekende ontvangsten of vooruitontvangsten. Zo kunt u om een vooruitontvangst te verrekenen, een vooruitontvangst met een negatief bedrag aanmaken en die toekennen aan de vooruitontvangst. In de documenten moeten dezelfde valuta en dezelfde valutakoers worden gebruikt.
U kunt een aantal facturen selecteren en daaraan het bedrag van de vooruitontvangst toekennen. Als u gebruik maakt van de functionaliteit voor kasstroomoverzichten, moet aan alle geselecteerde facturen of aan geen enkele factuur een reden voor de kasstroom zijn gekoppeld.
Als u het selectievakje Ontvangsten voor zendingen in de sessie Parameters CMG (tfcmg0100s000) hebt ingeschakeld, geeft LN de gegevens weer van de zending waaraan de factuur is gekoppeld. U hebt deze informatie nodig als u maandelijkse facturen gebruikt.
Als de factureren-aan relatie een factor is, worden alle overgedragen facturen geselecteerd voor vooruitontvangsten.
- Restbedrag
-
Het ontvangstbedrag dat u nog kunt toekennen.
LN geeft het saldo weer dat nog moet worden toegekend.
-
De valuta van de vooruitontvangst/niet-toegekende ontvangst.
- Toekennen
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, wordt het bedrag geselecteerd voor toekenning.
- Type toekenning
-
Hiermee wordt aangegeven op welke manier het niet-toegekende bedrag/vooruitbetalingsbedrag wordt afgeboekt.
- Bedrijf
-
Het bedrijf waarin u de verkooporders hebt aangemaakt.
- Factureren-aan relatie
-
De relatie waarnaar u facturen stuurt. Meestal is dit de crediteurenadministratie bij de debiteur. De definitie omvat de default valuta en wisselkoers, de factureermethode en frequentie, informatie over de kredietlimiet van de debiteur, de betalingsvoorwaarden en de wijze van betalen, en de gerelateerde betalen-door relatie.
- Document
-
De mutatiesoort die een onderdeel is van het factuurdocument.
- Document
-
De serie en het documentnummer voor het factuurdocument.
- Regel
-
Het regelnummer van het factuurdocument.
- Schemanummer
-
Het regelnummer van het betalingsschema.
Als u ontvangsten voor zendingen gebruikt, geeft dit nummer de zending aan.
- Documentdatum
-
De datum waarop de factuur is aangemaakt. Deze datum wordt gebruikt voor het berekenen van kredietvoorwaarden, vervaldatums en kortingen.
- Vervaldatum
-
In LN is dit de datum waarop een betaling of ontvangst is vereist.
- Factuurbedrag
-
Het totaalbedrag van de factuur.
- Valuta
-
De valuta van het factuurbedrag.
- Saldo in factuurvaluta
-
Het bedrag van een factuur dat nog moet worden betaald.
- Bedrag
-
Het bedrag dat u wilt toekennen.
- Bedrag in FV
-
Het bedrag in de factuurvaluta.
- Toe te kennenbedrag ineigen valuta
-
Het bedrag dat u wilt toekennen in de eigen valuta.
-
Een van de basisvaluta's van een bedrijf waarin LN bedragen registreert en rapporteert.
In een multi-currency systeem kunnen drie eigen valuta's worden gedefinieerd:
- De lokale valuta
- Twee rapporteringsvaluta's
- Kortingsbedrag
-
Het kortingsbedrag van de factuur.
Als het selectievakje Parameters CMG (tfcmg0100s000) is ingeschakeld, kunt u geen korting invoeren of accepteren die groter is dan de kortingspercentages die zijn gedefinieerd in de sessie Betalingscondities (tcmcs0113s000).
in de sessie - Betalingskorting ineigen valuta
-
Het kortingsbedrag van de factuur in de eigen valuta.
- Kortingsdatum
-
De kortingsdatum van de factuur.
- Kredietbeperking in factuurvaluta
-
Het bedrag van de kredietbeperking.
- Kredietbeperkingin eigen valuta
-
Het bedrag van de kredietbeperking uitgedrukt in de eigen valuta.
- Datum kredietbeperking
-
De datum van de kredietbeperking.
- Betalingsverschil in factuurvaluta
-
Het betalingsverschil.
Het bedrag en het percentage van het betalingsverschil moeten beide vallen binnen de marges die zijn gedefinieerd in de sessie Parameters CMG (tfcmg0100s000) of de marges die specifiek voor u zijn gedefinieerd in de sessie Betalingsbevoegdheden (tfcmg1100m000).
- Betalingsverschil ineigen valuta
-
Het betalingsverschil uitgedrukt in de eigen valuta.
- Bedrag factorprovisie
-
Het bedrag van de factorprovisie.
De default factorprovisie hangt af van de waarden die zijn ingevoerd op het veld Provisie over gedeeltelijke betalingen in de sessie Parameters CMG (tfcmg0100s000). U kunt het bedrag wijzigen.
- Bedrag factorprovisie ineigen valuta
-
Het bedrag van de factorprovisie in de eigen valuta.
- Reden kasstroom
-
De reden voor de kasstroom van de mutatie.
- Referentie mutatie
-
De referentie tekst.
- Kwestie
-
De kwestiecode.
- Dubieus
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de factuur dubieus.
- Zendinggegevens
-
- Levering
-
De zending waaraan de factuur is gekoppeld.
- Logistiek bedrijf
-
Het logistiek bedrijf waarin de zending is aangemaakt.
- Order
-
De verkooporder waaraan de factuur is gekoppeld.
- Positie
-
De verkooporderregel waaraan de factuur is gekoppeld.
- Volgnummer
-
De verkooporderregel bestaat uit meerdere posten. Dit is het volgnummer van de post waaraan de factuur is gekoppeld.
- Herkomst order
-
Het type van de goederen of diensten waarvoor de factuur is aangemaakt.
- Artikelgegevens
-
- Project
-
Voor een projectfactuur wordt op dit veld het project weergegeven waaraan de factuur is gekoppeld.
- Artikel
-
Het artikel waaraan de factuur is gekoppeld.
- Geleverde hoeveelheid
-
De hoeveelheid waaraan de factuur is gekoppeld.
- Eenheid
-
De eenheid waarin de hoeveelheid wordt uitgedrukt.
- Klantorder
-
Het nummer van de klantorder.
- Klantorderpositie
-
Het regelnummer van de klantorder.
- Klantordervolgnummer
-
Het volgnummer op de klantorder.