Budgetsaldi (tfbgc3500m100)

Het budgetjaar.

De budgetcode.

Het budgetniveau. U kunt voor een budgetstructuur maximaal negen overzichtsniveaus definiëren.

• Niveau 1 van een oprolstructuur bepaalt altijd hoe de rekeningen op uw grootboekrekeningschema (grootboekrekeningen) naar het eerste overzichtsniveau van de budgetrekeningen worden opgerold.
• Niveaus 2 tot en met 9 zijn extra overzichtsniveaus binnen de budgettaire oprolstructuur. Toekenning, reservering, verplichting, uitgaven, betalingen en beschikbare saldi op niveaus 2 tot en met 9 zijn altijd de som van de saldi van het voorgaande niveau ( Voorbeeld, het saldo op niveau 2 is altijd gelijk aan de som van de saldi van de budgetrekeningen op niveau 1).

De budgetrekening code.

De omschrijving van de budgetrekening.

De tweede omschrijving van de budgetrekening.

Rekening voor uitsplitsing van bedragen die worden geboekt op grootboekrekeningen. Deze uitsplitsing geeft verticaal inzicht in de informatie op de grootboekrekeningen.

Het jaarlijkse budgetbedrag dat is gedefinieerd voor het budgetjaar.

De valuta waarin het budgetbedrag wordt uitgedrukt.

Het totale budgetbedrag dat is vrijgegeven voor de budgetperiode.

Het jaarlijkse budgetbedrag dat wordt gedefinieerd voor de reserveringen.

Het jaarlijkse budgetbedrag dat wordt gedefinieerd voor de verplichtingen.

Het jaarlijkse budgetbedrag dat wordt gedefinieerd voor uitgaven ontvangsten.

Het jaarlijkse budgetbedrag dat wordt gedefinieerd voor de overige uitgaven.

Het totale budgetbedrag dat is vrijgegeven voor de budgetperiode.

Het budgetsaldo dat naar het volgende budgetjaar kan worden getransporteerd.

Beschikbaar budgetbedrag = Toekenning – Reservering – Verplichting – Totale uitgaven