Ordergegevens betalingen aan relaties per betaling (tfacp6502m100)
Deze sessie kunt u gebruiken om factuur/orderdetails voor betalingen van relaties te bekijken.
- ID origineel document (betaling)
-
Het mutatie-ID:
- Voor betalingen met een cheque en cheque- anticipated payments, is dat het chequenummer.
- Voor trade notes payable (TNP), is dat het wisselnummer.
NBDe waarden op de velden Origineel document (betaling) en Betaaldocument komen overeen, tenzij er een stap van betaling onderweg of een vooruitbetaling/niet-toegekende betaling wordt teruggeboekt. In dat geval komt het originele betalingsdocument overeen met het teruggeboekte document.
De waarde op het veld Betaaldocument komt overeen met het document van de werkelijke betaling en wordt gebruikt om naar de juiste Grootboekadministratie mutaties te zoomen.
- Bankrelatie
-
De bank relation van de betaling onderweg of wissel.
- Betaalwijze
-
De payment method die is toegepast bij het aanmaken van de ontvangst onderweg of de wissel.
- Bedrijf origineel document (betaling)
-
Het bedrijf waarin de mutatie is aangemaakt.
- Origineel document (betaling)
-
De mutatiesoort, het document nummer en het regelnummer van de originele betaling.
- Betalen-aan relatie
-
De relatie waaraan u facturen betaalt. Meestal is dit de debiteurenadministratie bij de crediteur. De definitie omvat de default valuta en de valutakoers, de bankrelatie van de crediteur, het aantal dagen waarbinnen de facturen betaald moeten worden en of de relatie een factormaatschappij gebruikt.
- Status betaling onderweg
-
De huidige status van de betaling: Onderweg, Geweigerd of Betaald.
- Geplande betaaldatum
-
De documentdatum, de chequedatum of, in het geval van een wissel, de vervaldatum.
- Betalingsbedrag
-
Het betalingsbedrag.
- Valuta
-
De betalingsvaluta.
- Factuur
-
- Volgnummer
-
Een gegenereerd nummer dat wordt verhoogd voor iedere verbruiksregel.
- Factuurbedrijf
-
Het bedrijf waar de factuur is aangemaakt.
- Factuurdocument
-
De mutatiesoort, het document nummer en het regelnummer van het factuurdocument.
- Factuurdocument
-
De mutatiesoort, het document nummer en het regelnummer van het factuurdocument.
- Schemanummer
-
Het nummer van het betalingsschema.
- Factuurnummer crediteur
-
Het factuurnummer dat door de relatie wordt gebruikt.
- Ontvangstprocedurestap
-
De ontvangststap van het betalingsdocument dat overeenkomt met het huidige document. Alleen van toepassing op betalingen onderweg, normale betalingen, toekenningen en wissels.
- Betalingsbatch
-
De payment batch van het automatische betalingsproces of het wisselproces.
- Factureren-door relatie
-
De relatie die facturen stuurt naar uw organisatie. Meestal is dit de debiteurenadministratie bij de crediteur. De definitie omvat de default valuta en wisselkoers, de factureermethode en frequentie, informatie over de kredietlimiet van uw organisatie, de betalingsvoorwaarden en de wijze van betalen en de gerelateerde betalen-aan relatie.
- Parent-rel. hoogste niveau
-
De parent-relatie op het hoogste niveau van de huidige structuur. Dit kan de hoogste parent-relatie zijn van het veld Betalen-aan relatie.
- Documentsoort
-
Het type van het originele document, bijvoorbeeld Inkoopfactuur, Creditnota verkoop of Periodieke betalingsopdracht.
- Factuurdatum
-
De datum waarop de factuur wordt afgedrukt.
- Financiële relatiegroep
-
Een groep relaties met gemeenschappelijke kenmerken, waarvoor u de crediteurenrekening of de debiteurenrekening kunt vastleggen en een aantal extra verzamelrekeningen, zoals een verzamelrekening voor dubieuze facturen, vooruitbetalingen en betalingen onderweg, vooruitontvangsten en ontvangsten onderweg en gerealiseerde en niet-gerealiseerde koerswinsten en -verliezen. LN gebruikt deze verzamelrekeningen automatisch in bedrijfsprocessen zoals de registratie van verkoopfacturen en het betalingsproces.
- Bedrijf order
-
Het bedrijf waarvan de order afkomstig is.
- Order
-
Het nummer van de inkooporder.
- Orderpositie
-
Het nummer dat gebruikt wordt om de positie van de orderregel op de verkoop- of inkooporder te identificeren.
- Ordervolgnummer
-
Het nummer dat gebruikt wordt om het positienummer van een leveringsregel voor een verkooporder of een detailregel voor een inkooporder exact te identificeren.
- Valuta
-
De valuta waarin het toegekende bedrag wordt uitgedrukt.
- Matched Amount
-
The amount on the invoice that was already matched to purchase orders or receipts.
- Toegekende hoeveelheid
-
De gefactureerde hoeveelheid.
- Eenheid
-
De eenheid waarin de toegekende hoeveelheid wordt uitgedrukt.
- Betalingscondities
-
De betalingscondities die zijn gedefinieerd op de factuur.
- Betalingscondities
-
De betalingscondities die zijn gedefinieerd op de factuur.
- Kortingsbedrag in betalingsvaluta
-
De korting die wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de betalingsvaluta.
- Toeslagbedrag kredietbeperking in betal.valuta
-
De kredietbeperking die wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de betalingsvaluta.
- Bedrag betalingsverschil in betal.valuta
-
Het betalingsverschil dat wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de betalingsvaluta.
- Bedrag belastinginhouding in betal.valuta
-
De belastinginhouding die wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de betalingsvaluta.
- Kortingsbedrag in factuurvaluta
-
De korting die wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de factuurvaluta.
- Bedrag betalingsverschil in factuurvaluta
-
Het betalingsverschil dat wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de factuurvaluta.
- Bedrag betalingsverschil in factuurvaluta
-
Het betalingsverschil dat wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de factuurvaluta.
- Bedrag belastinginhouding in fact.valuta
-
De belastinginhouding die wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de factuurvaluta.
- Factuurvaluta
-
De factuurvaluta of de valuta van het originele document.
- Kortingsbedrag in lokale valuta
-
De korting die wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de lokale valuta van het betalingsbedrijf.
- Toeslagbedrag kredietbeperking in lok. valuta
-
De kredietbeperking die wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de lokale valuta van het betalingsbedrijf.
- Bedrag betalingsverschil in lokale valuta
-
Het betalingsverschil dat wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de lokale valuta van het betalingsbedrijf.
- Bedrag belast.inhouding in lokale val.
-
De belastinginhouding die wordt toegepast op de huidige betaling van de factuur in de lokale valuta van het betalingsbedrijf.
- Journaliseringsrunnummer
-
Het journaalnummer, toegekend tijdens het journaliseren van mutaties, waarnaar de batch met mutaties is gejournaliseerd.
- Datum journalisering
-
De datum waarop de batch in de sessie Journaliseringsrunnummer (tfgld1609m000) wordt gejournaliseerd.
- Factuur-/schemabedrag
-
Het bedrag van de factuur of het schema.
- Factuurvaluta
-
De factuurvaluta of de valuta van het originele document.
- Bedrag
-
Het bedrag in de valuta van het gerelateerde document.
- Valuta
-
De mutatievaluta van het gerelateerde document.
- Bedrag infactuurvaluta
-
Bedrag in factuurvaluta of de valuta van het oorspronkelijke document.
- Bedrag in lokale valuta
-
Het bedrag in de lokale valuta van het betalingsbedrijf.
- Valuta
-
De valuta van het land waarin het bedrijf is gevestigd. Anders is het de valuta waarin u verslag uitbrengt aan de lokale belastingdiensten.
In een multi-currency situatie kunt u drie eigen valuta's gebruiken. De drie eigen valuta's die u kunt definiëren voor een bedrijf zijn:
- De lokale valuta van het bedrijf
- Valuta
- Valuta
- Order
-
- Orderhoeveelheid in voorraadeenheid
-
Het aantal gekochte artikelen.
- Orderdatum
-
De datum waarop de order handmatig wordt opgegeven of automatisch wordt gegenereerd.
- Ordersoort
-
Een groep orders die worden verwerkt volgens dezelfde procedure (serie orderstappen = sessies). Bovendien delen deze orders een aantal andere kenmerken (retourorder j/n, haalorder j/n, uitbestedingsorder j/n, enz.).
- Leveringscondities
-
De overeenkomsten met de relatie ten aanzien van de manier waarop de goederen geleverd worden. Relevante informatie wordt op verschillende orderdocumenten afgedrukt.
- Geplande leverdatum
-
De datum waarop de artikelen op de orderregel/afroepschemaregel volgens plan geleverd moeten worden. De geplande leverdatum mag niet vóór de orderdatum of de genereerdatum van het afroepschema liggen.
- Statistiekgroep inkoop
-
Een groep artikelen waarvoor statistische informatie is verzameld en weergegeven.
- Inkoopeenheid
-
De eenheid waarin u een artikel inkoopt, ook wel de eenheid voor de inkoophoeveelheid genoemd.
- Prijs per eenheid
-
De default prijs per eenheid die is berekend door de basisprijs uit het meest recente prijsboek van de prijsmatrix te vermenigvuldigen met de prijsfactor.
- Valuta
-
De valuta waarin de inkoopprijs wordt uitgedrukt.
- Inkoopprijsper eenheid
-
De artikeleenheid waarin de inkoopprijs van het artikel wordt uitgedrukt. Deze eenheid kan afwijken van de voorraadeenheid van het artikel.
- Prijsherkomst
-
...
- Korting aanwezig
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is er een korting van toepassing.
- Inkoopordersoort
-
De ordersoort die bepaalt welke sessies deel uitmaken van de orderprocedure en hoe en in welke volgorde deze procedure wordt uitgevoerd.
- Order inkoper
-
De medewerker van uw bedrijf die de contactpersoon is voor een kopen-van relatie. Een inkoper wordt ook wel een inkoopagent genoemd.
- Order inkoper
-
De naam van de inkoper.
- Goederenontvangst
-
- Pakbon
-
Het pakbon nummer van de ontvangstvolgorde die is gekoppeld aan de factuur.
- Ontvangst
-
Het ontvangstnummer dat is gekoppeld aan de inkoopfactuur.
- Ontvangstregel
-
Het volgnummer van de ontvangst dat is gekoppeld aan de inkoopfactuur.
- Inspectievolgnummer verbruik
-
Het inspectievolgnummer van het verbruik dat is gekoppeld aan de factuur.
- Verbruiksvolgnummer
-
Het volgnummer van het verbruik dat is gekoppeld aan de inkoopfactuur.
- Vervaldatum
-
In LN is dit de datum waarop een betaling of ontvangst is vereist.
- Eerste kortingsbedrag
-
De eerste kortingsdatum. (tfacp2500m000)
- Verzenddatum
-
De datum waarop een artikel is verzonden.
- Datum ontvangst
-
De datum waarop de artikelen in het bestemmingsmagazijn zijn ontvangen.
- Selfbillingorder
-
Indien dit selectievakje is ingeschakeld, is de order aangemaakt door selfbilling.
- Contract
-
- Positienummer contract
-
Het nummer dat gebruikt wordt om de positie van de orderregel op de verkoop- of inkooporder te identificeren.
- Inkoopbureau contract
-
Een bedrijfsonderdeel in uw organisatie dat verantwoordelijk is voor het inkopen van benodigde materialen en diensten voor uw organisatie. U wijst nummergroepen toe aan het inkoopbureau.
- Vervaldatum
-
De eerste datum waarop een record of een instelling niet meer geldig is. Bij de vervaldatum wordt vaak ook de vervaltijd vermeld.
- Ingangsdatum
-
De eerste dag waarop een record of een instelling geldig is. De ingangsdatum bevat vaak ook de ingangstijd.
- Inkoper-contract
-
De medewerker van uw bedrijf die de contactpersoon is voor een kopen-van relatie. Een inkoper wordt ook wel een inkoopagent genoemd.
- Naam
-
De naam van de inkoper.
- Prijs-contract
-
De contractprijs.
- Valuta
-
De contractvaluta.
- Inkoopprijs pereenheid - contract
-
De artikeleenheid waarin de inkoopprijs van het artikel wordt uitgedrukt. Deze eenheid kan afwijken van de voorraadeenheid van het artikel.
- Ingangsdatumcontractprijs
-
De eerste datum waarop de contractprijs van kracht is.
- Mutatiedatumcontractprijs
-
De mutatiedatum voor de contractprijs.
- Revisieprijscontract
-
De prijs die is overeengekomen in een verkoopcontract, een inkoopcontract of een offerteaanvraag.
- Prijsboek
-
- Prijsboek
-
Een entiteit waarin u prijsgegevens kunt opslaan die gedurende een bepaalde periode gelden.
Een prijsboek bevat de volgende elementen:
- De koptekst van een prijsboek, met de code, de soort en het gebruik van het prijsboek.
- Een of meerdere prijsboekregels met de artikelen.
Aan een prijsboek kan een kortingsschema met staffels voor hoeveelheden of waarden worden gekoppeld.
- Staffeltype prijsboek
-
Een entiteit die wordt gebruikt om op te geven hoe de overgangspunten (breaks) tussen bereiken van entiteiten (zoals afstanden, bedragen of orderhoeveelheden voor artikelen) worden gedefinieerd. Een break is in dit geval het eerste of het laatste getal van een bereik. Voor het break-type kan een van de volgende waarden worden opgegeven:
Minimum De break is het laagste getal van een bereik.
Voorbeeld
Break-type Minimum 10 3% 50 5% In dit geval zijn de breaks 10 en 50. Voor orderhoeveelheden >= 10 en < 50 geldt een korting van 3%. Voor orderhoeveelheden van 50 en meer geldt een korting van 5%.
Maximum De break is het hoogste getal van een bereik.
Voorbeeld
Break-type Maximum 100 10 1000 50 In dit geval zijn de breaks 100 en 1000. Voor afstanden <= 100 is het tarief 10. Voor afstanden > 100 en <= 1000 is het tarief 50.
- Ingangsdatum
-
De eerste datum waarop het prijsboek van kracht is.
- Vervaldatum prijsboek
-
De eerste datum waarop het prijsboek niet meer van toepassing is.
- Min./max. hoeveelheid
-
De minimum- of maximumhoeveelheid die in het prijsboek zijn gedefinieerd.
- Hoeveelheidseenheid
-
De eenheid waarin de hoeveelheid wordt uitgedrukt.
- Prijs
-
De prijs die in het prijsboek is gedefinieerd.
- Valuta
-
De valuta waarin de prijs wordt uitgedrukt.
- Prijseenheid
-
De eenheid waarop de verkoop- of inkoopprijs van toepassing is.
- Artikel/BTW
-
- Artikel
-
Het artikel op de orderregel.
- Belastingcode orderregel
-
Het land waarin de belasting moet worden betaald of gerapporteerd. Het belastingland kan een ander land zijn dan het land waar de goederen worden afgegeven of geleverd.
- Belastingcode orderregel
-
Een code die wordt gebruikt om algemene belastingpercentages aan te duiden en die bepaalt hoe LN de belastingbedragen berekent en registreert.
- Factuurvaluta
-
De valuta waarin het factuurbedrag wordt uitgedrukt.
- Redencode vrijstelling
-
Een door de gebruiker gedefinieerde omschrijving gebaseerd op een mutatie en het bijbehorende type. Redencodes worden gebruikt bij het selecteren van gegevens voor overzichten en rapportage.
- Certificaatnummer vrijstelling
-
Een certificaat dat afgegeven wordt door een belastingdienst aan een bepaald bedrijf, waarmee vrijstelling van verkoopbelasting wordt gegeven binnen de jurisdictie van die belastingdienst. Wanneer u goederen of diensten inkoopt, moet u het certificaatnummer verstrekken aan uw leverancier, zodat deze bevoegdheid heeft om geen belasting te heffen. Het certificaat voor belastingvrijstelling moet uit 24 tekens bestaan.
- Verzenden-aan adres
-
- Verzenden-aan adres
-
Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.
- Naam
-
De naam van het adres.
- Naam 2
-
Het tweede gedeelte of andere additionele tekst voor het veld Naam.
- Adres
-
Regel 1 van het adres.
- Adres
-
Regel 2 van het adres.
- Plaats
-
De plaats van het adres.
- Staat/provincie
-
De staat of provincie van het adres.
- Postcode
-
Een nummer waarmee elk post-aflevergebied wordt aangeduid.
Postcodes worden gebruikt om:
- Klantgegevens per adres/gebied te sorteren.
- Te bepalen in welke belastingjurisdictie het adres gevestigd is.
- De afstanden tussen afleveradressen te berekenen.
Postcodes worden afgedrukt op expeditiedocumenten waarop geen andere adresgegevens worden afgedrukt. De postcode verschijnt niet in de adresregels op orderdocumenten.
- Verzenden-aan land
-
Het land waarnaar goederen worden verzonden.
- Verzenden-van adres
-
- Verzenden-van adres
-
Een volledige set adresgerelateerde gegevens, waaronder het correspondentieadres, toegang tot telefoon, fax, telex, e-mail en internetadres, identificatie voor belastingdoeleinden en routinginformatie.
- Naam
-
De naam van het adres.
- Naam 2
-
Het tweede gedeelte of andere additionele tekst voor het veld Naam.
- Adres
-
Regel 1 van het adres.
- Adres
-
Regel 2 van het adres.
- Plaats
-
De plaats van het adres.
- Staat/provincie
-
De staat of provincie van het adres.
- Postcode
-
Een nummer waarmee elk post-aflevergebied wordt aangeduid.
Postcodes worden gebruikt om:
- Klantgegevens per adres/gebied te sorteren.
- Te bepalen in welke belastingjurisdictie het adres gevestigd is.
- De afstanden tussen afleveradressen te berekenen.
Postcodes worden afgedrukt op expeditiedocumenten waarop geen andere adresgegevens worden afgedrukt. De postcode verschijnt niet in de adresregels op orderdocumenten.
- Verzenden-van land
-
Het land waaruit goederen worden verzonden.