Intercompany-handelsorders per interne verkoopfactuur (tfacp2538m100)

Het bedrijf waarvoor de intercompany-handelsorder is aangemaakt.

De ordersoort waarvoor de interne verkoopfactuur is aangemaakt.

Het ID-nummer van de intercompany-handelsorder.

Het positienummer van de intercompany-handelsorder.

Het volgnummer van de mutatieregel die bij de intercompany-handelsorder hoort.

Het scenario intercompany-handel waarop de intercompany-handelsorder is gebaseerd.

Het bedrijf waarvoor de verkoopfactuur wordt aangemaakt.

De mutatiesoort van de verkoopfactuur.

Het ID-nummer van de verkoopfactuur.

De interne factureren-aan relatie.

De datum waarop de factuur wordt afgedrukt.

De boekingsperiode waarin de verkoopfactuur wordt geboekt.

Het interne verkoopfactuurbedrag.

De valuta waarin het factuurbedrag wordt uitgedrukt.

Het BTW-bedrag van de verkoopfactuur.

De interne kopen-van relatie.

Het financieel bedrijf van het inkoopbureau dat is gekoppeld aan de interne kopen-van relatie.

De grondstoffen, halffabricaten, eindproducten en gereedschappen die kunnen worden ingekocht, opgeslagen, geproduceerd en verkocht.

Een artikel kan ook voor een set artikelen staan die als één kit worden verwerkt, of die aanwezig zijn in meerdere productvarianten.

U kunt ook niet-fysieke artikelen definiëren. Dit zijn artikelen die niet aanwezig zijn in de voorraad, maar die gebruikt kunnen worden om kosten te boeken of om diensten te factureren aan klanten. Dit zijn voorbeelden van niet-fysieke artikelen:

• Kostenartikelen (bijvoorbeeld elektriciteit)
• Serviceartikelen
• Onderaannemingsdiensten
• Lijstartikelen (menu's/opties)

Het aantal artikelen op de intercompany-handelsorder uitgedrukt in de voorraadeenheid.

De voorraadeenheid waarin het aantal artikelen wordt uitgedrukt.

Het bedrag dat volgens de orderregel moet worden betaald.

De valuta waarin het orderbedrag wordt uitgedrukt.

De totale orderhoeveelheid die al is toegekend aan facturen.

De orderdatum van de intercompany-handelsorder waarop de factuur is gebaseerd.

Een eigenschap van een inkooporder waarmee u het type inkoop kunt vaststellen en daarmee het soort betaling. Deze eigenschap wordt gebruikt om de inkoop op de correcte rekening in de Crediteurenadministratie te boeken als de factuur wordt aangemaakt. Bij het boeken van een inkoopfactuur wordt door LN de verzamelrekening opgehaald op basis van het type inkoop dat is gekoppeld aan de inkooporderregel.

De medewerker van uw bedrijf die de contactpersoon is voor een kopen-van relatie. Een inkoper wordt ook wel een inkoopagent genoemd.

Het project van de intercompany-handelsorder waarop de factuur is gebaseerd.

Het betalingscondities van de intercompany-handelsorder waarop de factuur is gebaseerd.

Het betalingsovereenkomst van de intercompany-handelsorder waarop de factuur is gebaseerd.

Het leveringscondities van de intercompany-handelsorder waarop de factuur is gebaseerd.

Een leverancier van eindproducten. Door de gebruiker te definiëren artikelgroeperingsgegevens voor het sorteren en selecteren.

De unieke identificatiecode die een producent gebruikt voor een artikel. Dit nummer wordt gebruikt om een artikel te identificeren in het bestelproces.

Het belastingland van de interne kopen-van relatie.

Het belastingland waaraan belasting wordt betaald.

De belastingcode die aan de orderregel is gekoppeld. Deze code geeft het belastingpercentage aan dat over het orderbedrag in rekening wordt gebracht.

Het totale aantal artikelen voor de mutatieregel van de intercompany-handelsorder waarop de factuur is gebaseerd. Het aantal artikelen wordt uitgedrukt in de voorraadeenheid.

Er vinden geen ontvangsten meer plaats. Alle artikelen zijn ontvangen voor de mutatieregel van de intercompany-handelsorder waarop de factuur is gebaseerd.

De datum waarop de meest recente ontvangst heeft plaatsgevonden voor de mutatieregel van de intercompany-handelsorder waarop de factuur is gebaseerd.