Woordenlijst

betaalwijze

De methode die wordt gebruikt voor het aanmaken van een betaling (inkoopfactuur) of een ontvangst (verkoopfactuur).

Via de betaalwijze worden bijvoorbeeld de volgende gegevens gedefinieerd:

  • Het maximumbedrag
  • De vervaldatum
  • Gegevens over het al dan niet toegestaan zijn van buitenlandse valuta's

Het gaat hier om default waarden. Indien gewenst kunnen deze op de order of op de factuur worden gewijzigd.

eigendomsklasse

Een classificatie van vaste activa die in de Verenigde Staten verplicht is in verband met fiscale wetgeving voor afschrijving van vaste activa.

register afschrijvingen

Een register met informatie over de afschrijving van vaste activa. De afschrijvingsinformatie voor vaste activa wordt gemuteerd in een extern pakket voor vaste activa. LN maakt geen gebruik van afschrijvingsregisters voor de berekening van de afschrijving.

financiële afschrijvingsmethode

De afschrijvingsmethode met behulp waarvan LN de vaste-activaresultaten doorboekt naar Grootboekadministratie. U kunt maximaal drie financiële afschrijvingsmethodes definiëren, één voor elk van de eigen valuta's.

calculatorische rente

Het rentepercentage dat wordt gebruikt voor het berekenen van de rente over het gemiddeld geïnvesteerd kapitaal.

waardetoevoegende activiteit

Een activiteit die bijdraagt aan de winst van het bedrijf. Facturering is bijvoorbeeld een activiteit die geen waarde toevoegt, terwijl productie wel waarde toevoegt.

selfbilling

Het bij goederenontvangst en - verbruik periodiek aanmaken, toekennen en goedkeuren van facturen op basis van een overeenkomst tussen relaties. De verkopen-aan relatie betaalt voor de goederen zonder te hoeven wachten op een factuur van de kopen-van relatie.

toegekende bevoegde

De persoon of afdeling die verantwoordelijk is voor het verwijderen van een blokkeerreden van een geregistreerde factuur en de vrijgave van de factuur voor verdere verwerking.

rekeningoverzicht

Een verslag met informatie over de rekeningstatus van een overeenkomst tussen relaties.

Een rekeningoverzicht kan bestaan uit:

  • Het openstaande en vervallen saldo
  • Facturen die zijn gewijzigd sinds het overzicht voor het laatst werd afgedrukt

overmakingsovereenkomst

Een document betreffende onderaanneming waarin is overeengekomen hoe de betaling voor een project zal plaatsvinden. De overmakingsovereenkomst kan bijvoorbeeld aangeven dat een deel van het factuurbedrag rechtstreeks moet worden overgemaakt naar de bedrijfsvereniging van de onderaannemer en een deel naar de belastingdienst.

ontvangen inkoopfactuur

Een ontvangen factuur waarvoor nog geen openstaande posten zijn aangemaakt. De registratie van zo'n factuur geeft aan dat de factuur is ontvangen.

financiële mutatie

De mutatie die wordt aangemaakt om een logistieke transactie in Financiële administratie te registreren. De combinatie van een herkomst van een mutatie en de financiële mutatie resulteert in een integratiedocumentsoort.

herkomst mutatie (TROR)

De definitie van de (logistieke) herkomst van een integratiemutatie. De combinatie van een herkomst van een mutatie en de financiële mutatie resulteert in een integratiedocumentsoort.

integratieschema

Een schema waarin de grootboekrekeningen en dimensies worden gedefinieerd waarop de integratiemutaties worden geboekt.

toewijzingselement

Een eigenschap van een logistieke mutatie die u kunt gebruiken om de grootboekrekening en dimensies voor een integratiemutatie te definiëren. U kunt de mutaties met specifieke waarden voor de toewijzingselementen boeken op specifieke grootboekrekeningen. Een toewijzingselement is de combinatie van een business object en een kenmerk van een business object. Het toewijzingselement ArtikelgroepArtikel staat bijvoorbeeld voor het business-objectkenmerk Artikelgroep van het business-object Artikel.

Voorbeeld

Voorbeelden van de toewijzingselementen van een mutatie voor magazijnontvangst zijn: artikel, artikelgroep, magazijn en kostencomponent.

bankrelatie

Een bankrekening van uw bedrijf. Met de bankrelatie worden detailgegevens gedefinieerd, zoals uw bankrekeningnummer, de soort rekening, het internationale bankrekeningnummer, de valuta van de bank en of andere valuta's toegestaan zijn, en of de rekening een geblokkeerde rekening is.

periodieke betalingsopdracht

Een betalingsopdracht waaraan geen factuur is gekoppeld, zoals een periodieke overschrijving.

eenmalige betaling

Een betaling die met één bedrag wordt voldaan.

betaald bedrag

Het totaalbedrag van alle deelbetalingen die daadwerkelijk voor een bepaalde order zijn gedaan.

prijsverschil

Een verschil tussen het factuurbedrag en het orderbedrag of het bedrag van de ontvangen goederen, dat wordt veroorzaakt door een verschil tussen de prijs per eenheid op de order en de prijs per eenheid op de factuur.

additionele kosten

Extra kosten die in rekening worden gebracht door de factureren-door relatie en die een verschil veroorzaken tussen het factuurbedrag en het orderbedrag of het bedrag van de ontvangen goederen. Voorbeelden zijn opslagkosten, transportkosten en verzekeringskosten.

Boekingsmethode

Een methode die aangeeft hoe de ordergegevens moeten worden geboekt.

vaste koers

De wisselkoers die contractueel is overeengekomen met uw bank of relatie (om koersverliezen te voorkomen).

buitenlandse betaling

Een betaling aan een buitenlandse relatie.

openstaande bedragen

Het totaal van alle niet-betaalde bedragen die betrekking hebben op facturen en creditnota's of debetnota's.

gemiddeld aantal dagen openstaand

Het totaal van de openstaande bedragen, elk vermenigvuldigd met het aantal dagen tussen de factuurdatum en de einddatum van een periode, gedeeld door het totale openstaande bedrag.

ontvangen of betaald bedrag

Het totaalbedrag dat daadwerkelijk is ontvangen of betaald gedurende een bepaalde periode. In het bedrag zijn geen 'bedragen onderweg' inbegrepen.

gemiddelde ontvangsttermijn of betalingstermijn

Het totaal van alle ontvangen of betaalde bedragen, elk vermenigvuldigd met het aantal dagen tussen de factuurdatum en de ontvangstdatum of betaaldatum, gedeeld door het totale ontvangen of betaalde bedrag in een bepaalde periode.

toegestaan kortingsbedrag

Het toegestane kortingsbedrag wordt bepaald voor alle openstaande bedragen van een bepaalde relatie. LN bepaalt de eerste, de tweede of de derde betalingskorting die moet worden afgetrokken volgens de betalingscondities die voor de mutatie gelden. Dit bedrag wordt gemuteerd per periode en per relatie.

werkelijk kortingsbedrag

Het totaal van alle kortingen die daadwerkelijk in een bepaalde periode in mindering zijn gebracht.

batch elektronische bankafschriften

Een batch die een sequentieel bestand met elektronische bankafschriften converteert naar Financiële administratie.

specificatiecode

Een individuele code die wordt toegekend aan elk van de overmakingsspecificaties.

betalingsbatch

Een batch met geselecteerde facturen die betaald moeten worden. Nadat u deze batch hebt gecontroleerd, kan LN de betalingsrun uitvoeren en de betaaldocumenten genereren.

vaste-activagroep

Een verzameling vaste activa met gemeenschappelijke kenmerken. Vaste-activagroepen maken deel uit van de hoofdgroepen.

hoofdgroep vaste activa

Een verzameling vaste-activagroepen. In de vaste-activastructuur moet ten minste één hoofdgroep zijn gedefinieerd.

prestatie-eenheid

Het gebruik van een vast activum uitgedrukt in een bepaalde eenheid, bijvoorbeeld het aantal machine-uren.

Voorschotfactuur

Een verzoek tot betaling van (een gedeelte van) het verkoopbedrag voordat de goederen worden toegezonden aan een verkopen-aan relatie.

vooruitbetaling

vooruitbetalingstermijn

contante koers

Een vaste koers die is gekoppeld aan een financiële mutatie.

zelfstandige betaling

Een betaling die geen verband houdt met een factuur.

periodieke betalingsopdracht

bedrijfsresultaat

Het verschil tussen de verwachte (geplande, begrote) kosten en de werkelijke kosten. Dit verschil kan zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen:

  • Efficiëntieverschil
  • Bezettingsverschil
  • Politiek prijsverschil

vooruitbetaling/-ontvangst

Een betaald of ontvangen bedrag dat niet kan worden toegekend aan een factuur of een ander document. Nadat er een factuur is aangemaakt, kan de vooruitbetaling of -ontvangst aan de factuur worden toegewezen. Anders dan over een niet-toegekende betaling of ontvangst, kan over een vooruitbetaling of vooruitontvangst wel belasting worden berekend.

balansrekening

Een overzicht van de activa, de passiva en het eigen vermogen van een onderneming op een bepaalde datum.

complementaire rekening

Een grootboekrekening die u kunt gebruiken voor de bedragen die complementair zijn aan de bedragen in de statutaire rekeningen. U kunt bijvoorbeeld een statutaire rekening en een complementaire rekening koppelen aan een parent-rekening. Als u een rapport afdrukt op basis van de parent-rekeningen, telt LN de bedragen van de complementaire rekening op bij het bedrag van de statutaire rekeningen.

boekingsperiode

Een periode (of jaar) die wordt gebruikt voor financiële doeleinden.

Er bestaan drie typen boekingsperioden:

  • Boekingsperiode, waarin alle mutaties worden geboekt (bijvoorbeeld 12 maanden).
  • Verslagperiode, die wordt gebruikt voor managementdoeleinden (bijvoorbeeld 52 weken).
  • Belastingperiode, die wordt gebruikt voor belastingaangiften (bijvoorbeeld 4 kwartalen).

niet-toegekende betaling/ontvangst

Een betaling of ontvangst op een bankafschrift die niet aan een factuur of een ander document kan worden toegewezen. Deze betaling kan als niet-toegekend worden geregistreerd. Een niet-toegekende betaling/ontvangst kan op een later tijdstip aan facturen worden toegekend.

recargo

Een bijzondere vorm van belasting, die gebruikt wordt in bijvoorbeeld Spanje. Wanneer u gebruik maakt van meervoudige belastingregels, kunt u een volgnummer koppelen aan deze speciale extra belasting. In een afgedrukt verslag wordt het volgnummer voor recargo dan gescheiden gehouden van de normale belastingbedragen.

activumnummer en -extensie

Het activumnummer en de activumextensie vormen een unieke identificatie van het activum in het geselecteerde bedrijf.

redencode

Een door de gebruiker gedefinieerde omschrijving gebaseerd op een mutatie en het bijbehorende type. Redencodes worden gebruikt bij het selecteren van gegevens voor overzichten en rapportage.

mutatieboekcode

De identificatie van het mutatieboek dat aan het activum gekoppeld is. Met mutatieboekcodes kunt u de mutatieboeken definiëren waarin voor activa mutatiegegevens worden vastgelegd. Elk activum moet aan ten minste één mutatieboek gekoppeld zijn.

frequentie afschrijving

Een manier om te bepalen hoe vaak afschrijving wordt geboekt. Hiermee wordt ook bepaald of een periode wordt opgeschort.

accelerated cost recovery system (VS)

Regels die in 1981 in de Verenigde Staten zijn vastgesteld met betrekking tot toegestane aftrek voor inkomstenbelasting, voor het gebruik van materieel eigendom dat inkomsten oplevert. ACRS (VS) is verplicht voor materieel eigendom dat in gebruik is genomen na 1980 en vóór 1987. ACRS gebruikt de kosten van het activum om de activumklasse en de afschrijvingsperiode te bepalen.

ACRS (VS)

versnelde afschrijving

Een afschrijvingsmethode waarbij de kosten van een activum aan het begin van de levensduur sneller worden afgeschreven dan aan het einde.

rekeningnummer

Bestaat uit een natuurlijke rekening (12 tekens) en maximaal twaalf dimensies (6 tekens per dimensie) in LN. De dimensies worden door de gebruiker gedefinieerd.

ACE-mutatieboek (VS)

De identificatie voor een activum in een mutatieboek voor Adjusted Current Earnings (ACE). ACE is de herberekening van inkomsten teneinde een correctie voor Alternative Minimum Tax (AMT) te berekenen. Dit is verplicht voor de federale belastingwetgeving in de Verenigde Staten voor activa die na 1989 in gebruik zijn genomen.

activering

Het activeren van een activum. Een activum wordt geactiveerd als het volledig is gefactureerd, betaald en ontvangen. Geactiveerde activa kunnen worden afgeschreven. Een geactiveerd activum is al gekapitaliseerd.

correctie activum

Een mutatie die activumwaarden wijzigt die niet meer direct gewijzigd kunnen worden nadat het activum is gekapitaliseerd. Correcties worden gebruikt bij administratieve fouten of om de levensduur, afschrijvingsmethode of kosten van een activum opnieuw te classificeren. U kunt een activum op ieder moment in de levenscyclus aanpassen, tenzij het afgestoten of verwijderd is.

alternative minimum tax (VS)

Voor de types afschrijfbare eigendom is aangegeven welke afschrijving herberekend moet worden om de Alternative Minimum Tax (AMT) voor het activum te berekenen. Hiermee worden de belastingvoordelen die onder reguliere belastingregels voor afschrijving gelden, kleiner. Het verschil tussen het afschrijvingsbedrag voor standaard belasting en voor AMT is het bedrag van de AMT-correctie. AMT-regels zijn ingesteld om te garanderen dat ten minste een minimumbedrag aan inkomstenbelasting wordt betaald door bedrijven en particulieren met een hoog inkomen.

afschrijving

Het systematisch afboeken of afschrijven van een bedrag, bijvoorbeeld een rekeningsaldo, over een bepaald aantal perioden. Het is een vorm van afschrijving. Het is het afschrijven van bepaalde kapitaaluitgaven, zoals goodwill en andere immateriële activa. Deze vorm van afschrijving is niet mogelijk bij uitgaven waarvoor een zakelijke aftrek kan worden opgegeven of die zijn gekapitaliseerd en worden afgeschreven.

activum

De eigenlijke stukken onroerend goed, installaties, machines of inventaris die gedurende een bepaalde tijd worden gebruikt door een organisatie.

mutatieboek/activum

Een mutatieboek dat aan een activum is gekoppeld. U gebruikt mutatieboeken om afschrijving en andere mutatiegegevens voor de activa van uw bedrijf vast te leggen. Voor elk mutatieboek dat u definieert, geeft u aan of de activa die aan dat mutatieboek worden gekoppeld, zullen worden afgeschreven of niet. Een activum kan aan meerdere mutatieboeken gekoppeld worden en in elk boek anders, of helemaal niet, worden afgeschreven.

ADR-voorschriften (VS)

Een aantal afschrijvingsregels die zijn gedefinieerd door de IRS (VS) en van toepassing zijn op bepaalde activa die in gebruik zijn genomen na 1970 en vóór 1981. De ADR (VS) geldt niet voor activa die voor het eerst in gebruik zijn genomen vóór 1971, of voor eigendom dat in gebruik is genomen na 1980 indien wordt afgeschreven via ACRS of MACRS, of in een jaar waarin geen "ADR election (VS)" heeft plaatsgevonden. ADR is een van de verschillende soorten elkaar uitsluitende regels die voor een activum kunnen gelden. Een belangrijk kenmerk is dat de boven- en ondergrens voor de levensduur van een activum wordt vastgesteld door de IRS. Een afschrijvingsperiode die voor het eerst wordt gebruikt in het jaar van de "election", kan niet worden veranderd door de IRS in de Verenigde Staten of door de belastingbetaler gedurende de resterende gebruiksperiode van het activum.

uitsplitsing activa

De uitsplitsing van een activum geeft aan hoe de kosten van afschrijving worden verdeeld over de verschillende bedrijven, kostenrekeningen en bijbehorende dimensies. De uitsplitsingsgegevens bevatten ook de bijbehorende locatie(s) en rekeningen, die worden gedefinieerd via het integratieschema of de mutatiesjabloon, alsmede de kosten in hoeveelheden of percentages per uitsplitsingsregel.

cumulatieve afschrijving

De totale afschrijving die is toegerekend aan en geboekt voor een activum sinds de aanschaf. De nettoboekwaarde wordt berekend door de cumulatieve afschrijving af te trekken van de oorspronkelijke aanschafwaarde van het activum.

activering activa

Een manier om te zien dat een activum in gebruik is en in aanmerking komt om afgeschreven te worden. Om geactiveerd te kunnen worden, dient een activum eerst aangeschaft te worden.

afstoting

Een mutatie die wordt toegepast om de waarden te verwijderen die zijn opgeslagen in de mutatieboeken die aan het activum gekoppeld zijn. Een afgestoten activum blijft aanwezig in Vaste activa voor de opgegeven tijdsduur van bewaring, maar zal niet worden afgeschreven. Er zijn verschillende soorten afstoting die voor een activum kunnen worden vastgelegd (zoals verkoop, schenking, etc.) De gevolgen voor de verslaglegging zijn afhankelijk van het type afstoting.

activagroep

Een breder niveau van groeperen dan een activumcategorie. Wordt gebruikt om de activa van uw organisatie te classificeren voor rapporten en overzichten.

middelingsmethode

Een manier om te bepalen wanneer de afschrijvingsperiode van een activum begint en eindigt. De afschrijvingsperiode bepaalt hoeveel een activum mag worden afgeschreven in het eerste en het laatste jaar dat het in gebruik is, en hoeveel belastingaftrek daarvoor geldt.

mutatieboek

Een instance van een activum. Mutatieboeken zijn gekoppeld aan activa. Hierin worden de waarden voor elk activum vastgelegd. Aan elk activum kunnen meerdere mutatieboeken gekoppeld worden voor rapportage of berekeningen. Mutatieboeken van een bepaalde soort (Calculatorisch, Financial (US), enzovoort) zijn gericht op speciale berekeningen.

mutatieboek voor calculatorische afschrijving

Een type mutatieboek dat is bedoeld voor Europese afschrijvingsmethoden (zoals de annuïteitenmethode).

categorie

Wordt gebruikt om een activum te classificeren en standaardwaarden voor gegevensinvoer aan te bieden tijdens de invoer van een activum. Aan categorieën zijn subcategorieën gekoppeld, die standaard worden toegekend.

geactiveerde rente

Het bedrag dat u hebt bespaard door een groot materieelproject zelf te financieren, in plaats van te lenen van de bank. Het wordt credit geboekt als rente-inkomsten en debet op de activarekening. Het is een boeking buiten de kasmiddelen om.

uitgestelde belastingen

Een geschat bedrag aan toekomstige inkomstenbelasting dat verschuldigd zou kunnen worden vanwege inkomsten die al verdiend zijn, maar nog niet in aanmerking zijn gekomen voor belastingrapportage. Het is geen werkelijke verplichting maar een poging om de tijdsverschillen in de verantwoording voor bepaalde inkomsten en uitgaven te compenseren ten behoeve van fiscale en financiële rapportage.

af te schrijven kosten

In het algemeen zijn afschrijvingskosten de kosten van het activum minus de restwaarde minus de cumulatieve afschrijving.

afschrijving

De mogelijkheid om de uitgaven of kosten voor een activum dat in gebruik is, in de tijd af te schrijven. Via de afschrijving kunt u de uitgaven met de opbrengsten vergelijken of belastingverplichtingen verminderen door middel van een wiskundige formule, gedefinieerd als een afschrijvingsmethode. Een activum kan worden afgeschreven op activum- of mutatieboekniveau. Bij de afschrijving van het activum schrijft LN het opgegeven activum of mutatieboek voor het activum af volgens de rekeningen die zijn aangegeven in de activumuitsplitsing. Afschrijving van activa vindt plaats per mutatieboek of per activum. Enkelvoudige afschrijving heeft betrekking op één activum of één mutatieboek per keer, terwijl collectieve afschrijving betrekking heeft op een groep activa of mutatieboeken/activa in een mutatieboek of bedrijf.

afschrijvingskosten

Een bedrag dat wordt afgetrokken van de opbrengst om inkomsten te bepalen op basis van een doorbelasting van de oorspronkelijke kosten van een vast activum over de levensduur.

ingangsdatum

Het tijdstip in de levensduur van een activum waarop de mutatie plaatsvindt. De ingangsdatum van een mutatie mag elk moment zijn tussen de datum van ingebruikstelling en de datum waarop het activum volledig is afgestoten in alle gerelateerde mutatieboeken.

bedrag investment tax credit (US)

Ingesteld door de Verenigde Staten (belastingwetgeving) om investering in de economie te stimuleren door belastingvermindering toe te staan voor de aankoop van onroerend goed.

ITC-methode (VS)

Geeft aan of een activum in aanmerking komt voor investment tax credit (ITC), en hoe deze dan toegepast moet worden.

locatie

Een locatie geeft de fysieke plaats van een activum aan. Een locatie bestaat uit maximaal acht segmenten, die elk de plaats van een activum verder definiëren.

onderhoud

Een monetair veld met daarin de onkosten als gevolg van het onderhoud van een activum. Dit veld wordt bijgewerkt naar aanleiding van mutaties in Crediteurenadministratie of Grootboekadministratie op basis van rekeningdefinities.

modified accelerated cost recovery system (VS)

Een herziene versie van de richtlijnen voor "accelerated cost recovery system" (ACRS). Deze classificeert afschrijfbare activa in een van de verschillende afschrijvingsperioden, afhankelijk van de geselecteerde afschrijvingsmethode.

MACRS (VS)

nettoboekwaarde

De waarde van een activum, die wordt berekend door de cumulatieve afschrijving af te trekken van de huidige waarde, zoals vastgelegd in de mutatieboeken die zijn gekoppeld aan het activum. De nettoboekwaarde verandert in elk van de aan het activum gerelateerde mutatieboeken tijdens het berekenen en bijwerken van de afschrijving, of wanneer een correctie plaatsvindt op de waarde of de cumulatieve afschrijving. Als het type mutatieboek Federal Tax (US) is, wordt ook de waarde voor Section 179 afgetrokken tijdens bovenstaande berekening.

totale afschrijvingsperiode

De tijd waarin een activum wordt afgeschreven. De periode waarin u momenteel afschrijft, is de huidige afschrijvingsperiode.

verkoopfactuur

Een documentmutatie die is ingevoerd in Facturering. Wanneer deze gevolgen heeft voor een activumrekening, wordt er vanuit Facturering een afstotingsmutatie aangemaakt in Vaste activa om deze gebeurtenis te verwerken op basis van de gedefinieerde grootboekrekeningen.

segment

Een van maximaal acht componenten waarmee de locatie van een activum wordt gedefinieerd.

subcategorie

Subcategorieën bieden een aanvullende classificatie voor activa binnen een categorie. Voor iedere categorie voert u één of meerdere subcategorieën in.

opgeschorte perioden

Het proces waarbij het afschrijven van een activum wordt stopgezet gedurende een bepaalde periode.

overboeking activum

Een mutatie die betrekking heeft op het verplaatsen van (een gedeelte van de) waarden uit de aan een activum gerelateerde mutatieboeken naar een ander activum als gevolg van een wijziging van eigenaar, locatie of verantwoordelijkheid.

vintage- of group-rekening

Met vintage- of group-rekeningen kan in de Verenigde Staten de belastingaftrek voor ADR-activa en MACRS group-afschrijving gemaximaliseerd worden. U kunt een group-rekening voor MACRS aanmaken, voor MACRS-activa die na 1994 in gebruik zijn genomen, of een vintage-rekening voor ADR voor activa die vóór 1980 in gebruik zijn genomen. Activa in een vintage-/group-rekening worden afgeschreven als groep. Verder vallen deze activa onder andere regels voor afstoting dan activa die niet zijn gekoppeld aan een dergelijke rekening.

activummutatie

Een record dat wordt gegenereerd om een transactie op een activum, de bijbehorende mutatieboeken en de verdeling vast te leggen. Er worden mutaties vastgelegd voor activa die zijn gecorrigeerd, geactiveerd, afgeschreven, afgestoten en overgeboekt.

afschrijvingsmethode

De afschrijvingsmethode van een activum bepaalt de formule waarmee het bedrag van afschrijving van een activum wordt berekend. Afschrijvingsmethoden zijn hoofdlettergevoelig.

Deze afschrijvingsmethoden zijn beschikbaar:

  • lineaire afschrijving
  • vast percentage van de boekwaarde
  • afschrijving op basis van sum-of-the-years'-digits
  • directe afschrijving
  • annuïteitenafschrijving
  • eigen methode
  • afschrijving op basis van prestatie-eenheden
  • afschrijving op basis van een vast bedrag
  • afschrijving op basis van nettoboekwaarde

uitsplitsingsrekening

Elk activum kan worden toegekend aan een rekening of worden verdeeld over één of meerdere uitsplitsingsrekeningen. De afschrijving van activa kan worden geboekt op elke uitsplitsingsrekening op basis van een vastgesteld percentage of een bedrag. De uitsplitsingsrekeningen worden bepaald door de mutatiesjabloon of het integratieschema dat voor elke uitsplitsingsregel is opgesteld.

uitsplitsingsregel

Op de uitsplitsingsregel wordt de mutatiesjabloon of het integratieschema gedefinieerd waarmee de uitsplitsingsrekening bepaald wordt voor dat deel van het activum, de fysieke locatie van het activum en de hoeveelheid of het percentage van het activum dat uitgesplitst dient te worden naar de aangegeven locatie en uitsplitsingsrekening. Ook het bedrijf waarin de afschrijvingskosten geboekt moeten worden, moet gedefinieerd worden.

half-year convention (VS)

Een code die aangeeft dat de helft van de afschrijving in het eerste jaar van de afschrijvingsperiode van het activum wordt geboekt in het belastingjaar waarin het activum in gebruik is genomen, ongeacht wanneer het activum daadwerkelijk in gebruik is genomen.

Federal tax (VS) Mutatieboek

Wordt gebruikt om gegevens vast te leggen die moeten voldoen aan de regels voor IRS-belastingrapportage in de Verenigde Staten. De regels van de IRS schrijven bepaalde afschrijvingsmethoden voor die worden gebruikt in verschillende omstandigheden, zoals bijvoorbeeld: adjusted current earnings (ACE) en alternative minimum tax (AMT). U kunt opgeven of in het mutatieboek gegevens voor de rapportage van alternative minimum tax (AMT) en adjusted current earnings (ACE) worden vastgelegd. U kunt drie aparte mutatieboeken voor federale belastingen definiëren: Standaard, ACE of AMT. Dit zijn afzonderlijke mutatieboeken, dus één, twee of alle drie kunnen worden gekoppeld aan hetzelfde activum en onafhankelijk van elkaar worden afgeschreven.

Financial (VS) Mutatieboek

Wordt gebruikt om gegevens vast te leggen die niet vallen onder regelgeving voor belastingrapportage, zoals gegevens voor het grootboek.

Other tax (VS) Mutatieboek

Wordt gebruikt om gegevens vast te leggen voor belastingrapportage anders dan voor Federal Tax (VS), zoals State tax (VS) of Insurance replacement (VS).

overzicht

De belangrijkste methode om informatie op te vragen in Vaste activa.

investment tax credit (VS)

Een creditering van of een korting op de federale belastingverplichting van een belastingbetaler die gelijk is aan een vastgesteld percentage van de kosten van bepaalde machines en materieel die in gebruik genomen zijn in het huidige jaar.

ITC

journaalpost

Het medium waarmee de gegevens van een mutatie of transactie worden ingevoerd in een systeem voor financiële administratie.

levensduur activum

De vermoedelijke levensduur van een activum. Deze bepaalt hoe lang het activum afgeschreven zal worden.

periodeafsluiting

Bij de periodeafsluiting wordt de boekingsperiode voor de geselecteerde bedrijven afgesloten, het periodenummer opgehoogd en de historie opgeschoond volgens de aangegeven regels voor het bewaren van de historie. Bij het uitvoeren van de periodeafsluiting tijdens de jaarafsluiting worden de jaarafsluitingsgegevens opgeschoond en wordt de afschrijving van het huidige jaar op nul gesteld.

geraamde afschrijving

Wordt gebruikt om toekomstige afschrijving voor een activum te berekenen zonder de afschrijvingskosten vast te leggen.

eigendomsklasse

Een classificatie van vaste activa die in de Verenigde Staten verplicht is in verband met fiscale wetgeving voor afschrijving van vaste activa.

midmonth convention (VS)

Een code die bepaalt dat een afschrijving van een halve maand is toegestaan voor de maand waarin een activum in gebruik is gesteld en voor de maand van afstoting als het eigendom wordt afgestoten voor het eind van de afschrijvingsperiode. Dit geldt voor gehuurd verblijfseigendom, onroerend eigendom (niet voor verblijf) en spoorweg- en tunnelaanleg. Dit wordt gebruikt bij belastingmethoden in de Verenigde Staten.

historie opschonen

Een manier om historische gegevens voor de activa van een bedrijf op te schonen.

restwaarde

Het bedrag dat u verwacht terug te ontvangen als een vast activum wordt afgestoten aan het eind van de levensduur.

waarde section 179 (US)

Een korting voor bepaalde soorten eigendom, zoals vastgelegd door de Internal Revenue Service. Hiermee kunnen bepaalde belastingbetalers aanspraak maken op aftrek voor een vastgesteld bedrag van de kosten van bepaald eigendom dat in gebruik is genomen in het belastingjaar.

werktijdfactor

De factor die het gebruik van een activum buiten een geplande periode weergeeft. De werktijdfactor mag niet lager dan 1 zijn.

SIC-code

Een standaard industriële classificatiecode die wordt gebruikt in het Amerikaanse belastingstelsel.

SIC

mutatieboek bijzondere afschrijving

Een type mutatieboek voor landen buiten de VS waarmee een specifieke afschrijvingsmethode (eigen afschrijving of afschrijving groter dan normaal) kan worden geboekt. Het is een aanvulling op commerciële of fiscale afschrijving.

mutatieboek fiscale afschrijving

Een mutatieboek voor belastingen voor landen buiten de Verenigde Staten waarmee afschrijving kan worden vastgelegd ten behoeve van belastingrapportage met behulp van mutatieboeken voor afschrijvingen van de typen CalculatorischCommercieel en Bijzonder.

identificatienummer

Een identificatienummer voor een activum.

afschrijving op basis van sum-of-the-years'-digits

Het bedrag van de afschrijving wordt berekend met behulp van een breuk. Het is een vorm van versnelde afschrijving, waarbij in elk jaar een deel van de afschrijvingskosten van een activum worden afgeschreven van de balanswaarde. De breuk bestaat uit het huidige jaar (jaren worden in aflopende volgorde genummerd) gedeeld door de som van het aantal jaren dat het activum in gebruik is.

afschrijving op basis van prestatie-eenheden

Een manier om de periodieke afschrijvingskosten te bepalen op basis van het geschatte aantal eenheden die door een activum worden geproduceerd, in plaats van op basis van de levensduur van een activum. De berekening bestaat uit het vermenigvuldigen van het totaal af te schrijven bedrag (oorspronkelijke waarde - restwaarde) met het percentage van het totale rendement van het activum gedurende deze periode.

mutatieboek commerciële afschrijving

Wordt gebruikt in landen buiten de Verenigde Staten voor het opslaan van gegevens waarvoor geen regels voor belastingrapportage bestaan, zoals grootboekgegevens.

afstemming

Het vergelijken van gerelateerde financiële gegevens uit verschillende bronnen om verschillen op te sporen. Meestal leidt afstemming tot een rapport waarin de vergeleken gegevens, de totalen en de gevonden verschillen staan.

Bijvoorbeeld:

  • Het banksaldo zoals opgegeven door de bank vergelijken met het banksaldo in de boekhouding van het bedrijf.
  • De logistieke mutaties vergelijken met de overeenkomstige boekingen in Financiële administratie.

afgevoerd

Een type afstoting waarbij een activum is weggedaan.

correctie

Een wijziging in een werkelijk budget met de status Definitief. Correcties zijn gekoppeld aan het gehele budget en niet aan een afzonderlijke budgetregel. In tegenstelling tot verrekenposten, waarbij additionele kosten kunnen worden doorberekend aan de opdrachtgever van het project, worden correctiekosten gedragen door het projectbedrijf en hebben deze geen invloed op facturering van klanten.

voorschotten aan medewerkers

Een rekening waarop debet-voorschotten worden bijgehouden en waarbij creditering plaatsvindt op de salarissen waarvan de voorschotten moeten worden afgetrokken.

doorbelastingssleutel

Een sleutel waarmee een set dimensies en percentages wordt opgegeven en die dient als bestemming voor doorbelastingsrelaties op percentage. De sleutel kan op een gedefinieerde doorbelastingsbron worden toegepast voor het aanmaken van doorbelastingsrelaties.

set doorbelastingsregels

Een set waarmee op verschillende manieren doorbelastingsrelaties kunnen worden gemaakt. U kunt doorbelastingsrelaties opbouwen met behulp van doorbelastingssleutels, default doorbelastingsrelaties of verbruiksregels.

annuïteit

Een speciale afschrijvingsmethode gebaseerd op jaarlijkse termijnen. De annuïteitenmethode geldt alleen voor mutatieboeken voor calculatorische afschrijving (de methode heeft gevolgen voor de waarde van het activum).

cheque

Een schriftelijke order aan een bank om een betaling te doen zoals opgegeven.

afboekingsrekeningen

Een tijdelijke rekening waarop kosten of bedragen staan die moeten worden overgemaakt op een andere rekening.

verbruiksregels

Regels waarmee u uitgaande budgetrelaties en werkelijke doorbelastingsrelaties kunt genereren op basis van een retrograde bron.

kostendoorbelasting

Budgetbedragen en werkelijke bedragen kunnen tussen dimensies worden doorbelast.

kostenverdeelstaat

Een overzicht per dimensie of per prestatie-eenheid van de kosten per kostensoort.

NB

De manier waarop dit wordt weergegeven lijkt op de weergave in flexibel budgetteren.

eigen methode

Een vrij definieerbare methode voor afschrijving op basis van afschrijvingspercentages. Er kunnen percentages worden gedefinieerd voor elk van de jaren dat een activum in gebruik is, of voor elk van de perioden gedurende de jaren dat een activum in gebruik is. Tijdens de eerste periode waarin wordt afgeschreven wordt het betreffende percentage geselecteerd en dat percentage wordt gedurende de gehele levensduur van het activum gebruikt voor de berekening van de afschrijving.

rekeningoverzicht debiteur

Een document met openstaande posten dat aan de debiteur wordt gestuurd.

vast percentage

Een vast percentage van de boekwaarde dat in een formule wordt gebruikt om het afschrijvingsbedrag te berekenen als percentage van de nettoboekwaarde van een activum.

vast percentage van de boekwaarde

Bij deze methode berekent het systeem voor elk jaar de totale afschrijving door een vast percentage toe te passen op de nettoboekwaarde van het activum. Dit resulteert in telkens afnemende afschrijvingsbedragen. Bij een vast percentage wordt het activum niet afgeschreven tot de restwaarde. Als u een activum tot de restwaarde wilt afschrijven, dan moet u de formule gebruiken met een vast percentage van de boekwaarde en overgaan op de lineaire methode.

default doorbelastingsrelatie

Sjablonen voor doorbelastingsrelaties met dimensies van en naar in verschillende doorbelastingsmodellen.

bedrag van de afschrijving

Een bedrag dat is berekend op basis van een afschrijvingsmethode.

type afstoting

Geeft de reden voor het afstoten van een activum aan

schenking

Een type afstoting waarbij wordt geregistreerd dat een activum is weggegeven aan een liefdadigheidsinstelling.

economic recapture

Hierbij wordt toegestaan dat afschrijving doorgaat nadat een vast activum geheel is afgeschreven. De afschrijving wordt geboekt op een 'economic recapture'-rekening (VS).

uitzonderingentabel

Een tabel met de uitzonderingen die zijn opgetreden tijdens een betalingsrun.

journaliseren

Het proces waarmee batches die mutaties bevatten, worden toegewezen aan werkelijke gegevens en grootboekrekeningen en dimensies. Na het journaliseren kunt u batches niet meer wijzigen. Onder journaliseren wordt ook verstaan het bijwerken van de historie van de grootboekrekening en dimensies.

directe afschrijving

In sommige landen kunnen activa met een lage waarde (netto-inkoopprijs onder een bepaalde grens) direct volledig worden afgeschreven, zelfs als het activum voor een aantal jaren moet worden vastgelegd.

vast bedrag

Vast bedrag dat wordt gebruikt als afschrijvingsbedrag bij de afschrijving.

groepsbedrag

Een rekening waarop tijdelijke voorschotten binnen bedrijven in dezelfde groep worden geboekt.

resultaat structuur

De werkelijke en toegestane kosten en afwijkingen die zijn berekend voor dimensie worden getoond voor iedere combinatie van grootboekrekening en dimensie. De resultaten moeten eerst beschikbaar gemaakt worden door het genereren van resultaten voor een structuur die is gedefinieerd in de kostencalculatiemethode.

tussenrekening

Een rekening tussen twee acties of events waarop kosten of bedragen staan die moeten worden overgemaakt op een andere rekening.

rekening voor interne overboekingen

Afboekingsrekening die wordt gebruikt voor praktische en gecontroleerde boekhoudkundige bewerkingen, zoals het overboeken van contant geld naar een bankrekening. Daarnaast worden dergelijke rekeningen gebruikt voor bewerkingen met verschillende journalen. Deze rekeningen mogen niet op de balans voorkomen.

referentie voor afletteren

Een referentie die wordt gebruikt om rekeningseries te koppelen.

statisch budget

Een statisch budget is een methode die is gebaseerd op de grootboekrekening waar kosten aan meerdere dimensies tegelijk kunnen worden gekoppeld.

multidimensie-budget

openstaande post

Een niet-betaalde mutatie, bijvoorbeeld een verkoop- of inkoopfactuur.

prestatiebudget

Een flexibel budget waarbij een of meer prestatie-eenheden aan de dimensie zijn gekoppeld. Prestatiebudgetten worden tegelijk met de bedragbudgetten gemaakt.

afsluiting periode

Een bijwerkproces waarmee een boekingsperiode wordt gesloten of definitief wordt afgesloten. Dit proces wordt uitgevoerd nadat alle mutaties voor de huidige periode zijn gejournaliseerd. Een periode die definitief is afgesloten kan niet opnieuw worden geopend.

periodieke boekingen

Een boeking die wordt ingevoerd voor een bepaald aantal perioden en die automatisch een journaalmutatie aanmaakt. Bovendien moeten periodieke boekingen voor de huidige periode worden gegenereerd voordat u de periode kunt sluiten.

verkoop

Een type afstoting waarbij een activum is verkocht.

bijzondere afschrijving

Afschrijving anders dan vanwege de gebruikelijke waardevermindering. U kunt deze vorm van afschrijving bijvoorbeeld gebruiken om een milieuheffing te boeken.

fiscale afschrijving

Afschrijving die voorkomt in een fiscaal mutatieboek en die wordt gebruikt in landen buiten de Verenigde Staten om afschrijving te boeken voor fiscale doeleinden.

lineaire afschrijving

Een methode om afschrijving te berekenen waarbij wordt aangenomen dat de waarde van het activum afneemt met een gelijk bedrag per jaar. Het bedrag wordt berekend met behulp van de volgende formule:

100/jaren = percentage

overige debiteuren- en crediteurenrekening

De rekening die wordt gebruikt om debet en credit bij te houden die niet direct gekoppeld zijn aan het normale bedrijfsproces.

Bijvoorbeeld:

  • Om toegewezen kosten te registreren voor restitutie waarbij de boeking onzeker is op het moment van vastlegging.
  • Om inkopen voor derden te registreren die niet naar de winst- en verliesrekening mogen worden geboekt.

voorlopige rekening

Een rekening waarop bewerkingen worden bijgehouden die niet definitief op een rekening kunnen worden geboekt.

Deze rekeningen mogen echter niet voorkomen op de balans. Bijvoorbeeld:

  • Wanneer bij bankafstemmingen het saldo van de rekening van het bedrijf in overeenstemming wordt gebracht met dat van de bank, worden niet-gespecificeerde mutaties op bankafschriften geboekt naar een voorlopige rekening.

NB: niet-gespecificeerde mutaties kunnen bijvoorbeeld debiteurenontvangsten zijn.

belastingland

Het land waarin de belasting moet worden betaald.

diefstal

Een type afstoting waarbij een activum is ontvreemd.

inruil

Een type afstoting, waarbij wordt aangegeven dat een activum is ingeruild voor een nieuwer model.

nog niet in rekening gebrachte kosten

Alle kosten die nog niet in rekening zijn gebracht op kostendragers, kosteenheden of kostenplaatsen door middel van tarieven en toeslagen. De kostendelen zijn vaste kosten, bezettingsverschil, efficiëntieverschil, politiek prijsverschil, alle overige kosten.

toekennen

Een techniek voor rekeninganalyse waarmee u voor een bepaalde rekening via dezelfde referentie een reeks mutaties aan elkaar koppelt die elkaar opheffen in de balans.

mutatiecategorie

Een manier om mutatiesoorten in categorieën onder te brengen, bijvoorbeeld journaalposten, periodieke boekingen/tegenboekingen, inkoopfacturen en verkoopfacturen. De categorie bepaalt de verwerking van een mutatie die aan de geselecteerde mutatiesoort is gekoppeld.

mutatiereferentie

Een door de gebruiker gedefinieerde omschrijving van de mutatie.

integratiemutatie

Een financiële mutatie die is gegenereerd met behulp van andere pakketten van LN dan Financiële administratie. Voor elke logistieke mutatie die in Financiële administratie moet zijn geregistreerd, wordt door LN een integratiemutatie gegenereerd, bijvoorbeeld Inkoop/Ontvangst, Productie/OHW-overboeking en Project/Kostprijs verkopen. LN boekt de integratiemutatie op de grootboekrekeningen en dimensies die in het integratieschema zijn gedefinieerd.

tegenboeking

Een mutatie die de oorspronkelijke post terugboekt op een bepaalde datum of datums die zijn gebaseerd op door de gebruiker gedefinieerde instellingen.

Deze typen tegenboekingen bestaan:

  • Verplichting
  • Tegenboeking
  • Geen tegenboeking

periodieke mutatie

Een mutatie die terugkeert op een bepaalde datum of op datums die zijn gebaseerd op door de gebruiker gedefinieerde instellingen.

afletterserie

Een serie van maximaal 4 cijfers die wordt gebruikt om de mutatie aan te duiden die wordt gegenereerd tijdens het afletterproces van het grootboek.

volgnummer voor toekennen

Een automatisch gegenereerd volgnummer waarmee de mutaties worden aangeduid die zijn gegenereerd tijdens het toekenningsproces. Dit is het volgnummer dat is verbonden aan het nummer van de serie voor toekennen.

toekennen van inkoopfacturen

Procedure die ervoor zorgt dat de inkoopfactuur correct is, door de factuur te koppelen aan de inkooporder en de inkoopontvangst.

afschrijving op basis van een vast bedrag

Een afschrijvingsmethode waarbij een vast bedrag wordt afgeschreven. Voor het activum wordt dit bedrag in de gerelateerde boeken afgeschreven tot het eind van de levensduur of totdat de restwaarde van het activum is bereikt.

geen afschrijving

Er is geen afschrijvingsmethode gedefinieerd. U kunt deze methode gebruiken als een activum niet kan worden afgeschreven, zoals: onroerend goed.

cumulatieve afschrijving huidig jaar

De cumulatieve afschrijving voor het huidige jaar. De doorlooptijd voor dit type afschrijving ligt tussen het begin van het huidige jaar en de huidige datum. De bedragen voor het huidige jaar worden opgeslagen in de mutatieboeken die horen bij de activa (Vaste activa).

parent-budget

Het budget dat verschillende onderliggende child-budgetten (bijvoorbeeld budgetten van bedrijfsonderdelen) samenvoegt in een budget op hoger niveau (bijvoorbeeld het algemene bedrijfsbudget).

rekening-courant

Een rekening-courant die door LN wordt gebruikt bij het genereren van rekening-courantmutaties.

kasmutatie afletteren

Betaling of ontvangst die (gedeeltelijk) is gekoppeld aan een factuur.

afletteren van mutaties van grootboekrekeningen

De credit- en debetposten van meerdere mutaties voor dezelfde grootboekrekening op elkaar afstemmen. Een mutatie voor afletteren kan worden gegenereerd om verschillen op te lossen die binnen de opgegeven grenzen liggen.

overige kosten

De indirecte kosten die gemaakt zijn bij de aankoop van een activum. Als u bijvoorbeeld een auto koopt, dan zijn de prijs van de auto en de verzekering directe kosten. De kosten die gemaakt zijn tijdens het kopen van de auto en de tijd die u vrij heeft moeten nemen om de auto op te halen, zijn indirecte kosten. In sommige gevallen verplicht de overheid u tot het activeren van deze indirecte kosten voor belastingdoeleinden.

alternative depreciation life (VS)

Het aantal jaren dat activa in de group-rekeningen voor het modified accelerated cost recovery system (MACRS) afgeschreven kunnen worden met behulp van andere afschrijvingsmethoden zoals de Alternative Minimum Tax (AMT) preference berekening. Voor sommige belastingdiensten bent u verplicht de levensduur van de alternatieve afschrijving te gebruiken, die alleen beschikbaar is bij group-rekeningen van het type MACRS-rekening.

activumklasse

Een unieke identificatie voor de belastingcodeklasse voor de activa in de vintage- of group-rekening. De klasse bepaalt de beschikbare levensduur voor ADR-activa of de werkelijke levensduur voor MACRS group-activa. De levensduur die in het ADR-mutatieboek is vastgelegd voor alle activa op de rekening, moet overeenkomen met de levensduur die is gedefinieerd voor de rekening.

basisjaar

Het jaar waarop de indexwaarden van alle andere jaren zijn gebaseerd. De indexwaarde van het basisjaar is altijd 100.

percentage zakelijk gebruik

Het percentage van het activum dat wordt gebruikt voor zakelijke doeleinden. Voor belastingmutatieboeken geldt dat als het percentage van het zakelijk gebruik minder is dan 50, het activum niet in aanmerking komt voor afschrijving op basis van investment tax credit (ITC), asset-depreciation range (ADR) of modified accelerated cost recovery system (MACRS). In andere boeken wordt de afschrijving niet gewijzigd als gevolg van het percentage voor zakelijk gebruik. De default waarde is 100%. U kunt ook onderscheid maken tussen zakelijk gebruik en privégebruik.

activering

Een mutatie die ervoor zorgt dat mutatieboeken die aan een activum gekoppeld zijn, kunnen worden afgeschreven. Activering is het moment waarop een activum in gebruik wordt genomen. De activering wordt geboekt op specifieke balansrekeningen en de status wordt gewijzigd van Geregistreerd in Geactiveerd.

bijdrage aan liefdadigheidsinstelling

Een activum dat aan anderen is geschonken. Bijvoorbeeld computers die aan scholen zijn gegeven.

levensduur klasse (VS)

Het aantal jaren dat de activa in de group-rekeningen voor modified accelerated cost recovery system (MACRS) kunnen worden afgeschreven. De levensduur van een klasse is alleen beschikbaar voor MACRS group-rekeningen.

huidige hoeveelheid

De resterende activumhoeveelheid. Gedurende de levensduur van een activum neemt de hoeveelheid af, afhankelijk van het soort activum.

af te schrijven mutatieboeken

Geeft aan of de activa die zijn verbonden aan een nieuw aangemaakt mutatieboek, worden afgeschreven.

general depreciation life (VS)

Het aantal jaren dat de activa in de group-rekening voor modified accelerated cost recovery (MACRS) kunnen worden afgeschreven met behulp van de standaard afschrijvingskosten die toegestaan zijn door belastingdiensten. Deze afschrijvingsmethode is alleen beschikbaar voor MACRS group-rekeningen.

lower class life (VS)

De minimale levensduur voor de activa in een vintage-rekening voor de asset depreciation range (ADR). Gewoonlijk ligt deze levensduur 20% lager dan het Class midpoint (VS). Lower class life (VS) is alleen beschikbaar bij ADR vintage-rekeningen.

midpoint class life (VS)

Het punt waarop Lower class life en Upper class life zijn gebaseerd. In sommige gevallen is Midpoint life (VS) alleen toegestaan voor een ADR-rekening (Asset-Depreciation Range). Midpoint life (VS) is alleen beschikbaar voor ADR vintage-rekeningen.

code eigenaar

De code die aangeeft of een activum:

  • Bezit is van het bedrijf
  • Bezit is van derden
  • Gebruikt wordt onder een financial lease of operational lease

mutatieboek voor grootboekmutaties

Het mutatieboek waaruit de journaalposten worden verzonden naar de module Grootboekadministratie van het bedrijf.

premie

Het periodieke tarief dat wordt betaald voor verzekering.

Opbrengst

Contant geld of andere opbrengsten die ontvangen zijn als gevolg van afstoting van een activum.

verwijdering

Een mutatie die wordt toegepast om activering te verwijderen die is opgeslagen in de mutatieboeken die aan het activum gekoppeld zijn.

herwaarderingsindex

Aanpassing van de waarde van een activum aan de actuele marktwaarde. U kunt een index voor herwaardering gebruiken om een nieuwe waarde voor de aanschafwaarde in te stellen die verband houdt met de toe- of afname van de index voor een bepaald jaar. De index voor herwaardering is uniek en is gekoppeld aan een combinatie van mutatieboek en activum.

afval

Een buiten gebruik gesteld activum, dat een buitengewone winst of verlies tot gevolg kan hebben.

serienummer

Het identificatienummer van het geselecteerde activum waarmee het wordt onderscheiden van soortgelijke producten.

datum ingebruikstelling

De datum waarop het activum gereed is om in gebruik te worden genomen. Activa kunnen vanaf hun datum van ingebruikstelling worden afgeschreven. De datum van ingebruikstelling kan gelijk zijn aan de aanschafdatum. Als er voor het gebruik van een activum voorbereidingen nodig zijn, kan de datum van ingebruikstelling later zijn. Een activum kan niet worden geactiveerd vóór de datum van ingebruikstelling.

verzameldimensie

De standaard door de gebruiker gedefinieerde rekeningdimensie waarop gegevens voor verkorte overzichten worden opgeslagen.

aantal jaren verkorte historie bewaren

Het aantal jaren dat de overzichtsgegevens van het activum worden bewaard.

mutatie

Een record dat wordt aangemaakt om een transactie op een activum, de bijbehorende mutatieboeken en de verdeling vast te leggen. U kunt mutaties boeken voor activa die worden geactiveerd, gecorrigeerd, overgeboekt of afgestoten.

aanschafwaarde

De prijs die u hebt betaald voor een activum, uitgedrukt in de inkoopvaluta.

overboeking

Een mutatie die betrekking heeft op het verplaatsen van waarden uit de aan een activum gerelateerde mutatieboeken naar een ander activum als gevolg van een wijziging van eigenaar, locatie of verantwoordelijkheid.

maximumbedrag per eenheid

Het hoogst mogelijke bedrag per eenheid dat op een activum in het eerste jaar mag worden afgeschreven.

prestatie-eenheden

Het periodiek bepalen van de afschrijvingskosten voor een activum waarvan de levensduur is vastgelegd in eenheden in plaats van perioden.

upper class life (VS)

Het maximumaantal jaren dat een activum op een ADR vintage-rekening (Asset-Depreciation Range) kan worden afgeschreven. Gewoonlijk ligt de Upper class life (VS) 20% hoger dan het Class midpoint (VS). Upper class life (VS) is alleen beschikbaar voor ADR vintage-rekeningen.

general depreciation life (VS)

Het aantal jaren dat activa op group-rekeningen voor het modified accelerated cost recovery system (MACRS) afgeschreven kunnen worden met behulp van andere afschrijvingsmethoden (zoals Alternative Minimum Tax preference calculation). Dit is verplicht voor sommige federale belastingregels van de Internal Revenue Service (IRS) en is alleen beschikbaar voor group-rekeningen van het rekeningtype MACRS.

alternative depreciation life (VS)

Het aantal jaren dat de activa in de group-rekening voor het modified accelerated cost recovery system (MACRS) kunnen worden afgeschreven met behulp van de standaard afschrijvingskosten die toegestaan zijn onder de fiscale regels van de Internal Revenue Service (IRS). Alternative depreciation life is beschikbaar voor group-rekeningen van het type MACRS.

afschrijvingsjaren levensduur klasse (VS)

De Asset Depreciation Range voor een klasse ligt tussen 20% onder en 20% boven de levensduur van de klasse, naar boven afgerond op het hele of halve jaar.

methode rekeningoverzicht

De methode die door LN wordt gebruikt voor het aanmaken van rekeningoverzichten. De methode bepaalt wanneer, met welke interval en naar welke relatie het rekeningoverzicht wordt gezonden.

DTAZV (Duitsland)

Datentraeger Auslandszahlungsverkehr, Duits voor internationale afboeking van betalingen op schijf. Dit zijn betalingen van Duitse bankrelaties aan ontvangers buiten Duitsland. Elk DTAZV-bestand bestaat uit een betalingsadvies en, als het bedrag een bepaalde grens overschrijdt, Z1-rapportgegevens.

Z1-rapport

Een rapport dat is vereist voor de Bundesbank, de Duitse centrale bank. In een Z1-rapport staan betalingen aan buitenlandse ontvangers.

Periodieke inkoopfactuur

Een periodieke inkoopfactuur die wordt gegenereerd op basis van een andere inkoopfactuur. U kunt met deze factuursoort identieke, periodieke facturen aanmaken.

periodieke verkoopfactuur

Een periodieke verkoopfactuur die wordt aangemaakt op basis van een andere verkoopfactuur die oorspronkelijk is geregistreerd in Debiteurenadministratie. U kunt met deze factuursoort identieke, periodieke facturen aanmaken.

parent-budget

Een geaggregeerd bedrijfsbudget dat meerdere child-budgetten kan bevatten voor verschillende zelfstandige bedrijfsonderdelen.

onderaannemer

Een relatie van wie u diensten koopt waarmee een gedeelte van een project of productieorder wordt uitgevoerd.

child-budget

Deel van een parent-budget: het budget voor een zelfstandig bedrijfsonderdeel.

Z4-rapport

Een rapport dat is vereist voor de Bundesbank, de Duitse centrale bank. In een Z4-rapport staan binnenkomende en uitgaande buitenlandse betalingen.

NB

Als uw organisatie gebruikmaakt van SEPA-registratie voor betalingen en incasso's, dan zijn Z4-verslagen verplicht.

toewijzingsprioriteit

De prioriteit van een toewijzing. Een lage waarde geeft een hoge prioriteit aan. Om de grootboekrekening en dimensies waarop een integratiemutatie moet worden geboekt, te kunnen bepalen, wordt door LN gecontroleerd of u specifieke grootboekrekeningen of dimensies voor de waarde van het toewijzingselement hebt opgegeven in de volgorde van prioriteit.

Als bijvoorbeeld bepaalde waarden van het toewijzingselement Artikelgroep zijn toegewezen met prioriteit één en bepaalde waarden van het toewijzingselement Relatie zijn toegewezen met prioriteit twee, controleert LN, voordat de integratiemutatie wordt toegewezen, eerst wat de waarde van de artikelgroep is en vervolgens controleert LN wat de waarde van de relatie is.

internationaal bankrekeningnummer

International Bank Account Number (IBAN). Een internationale standaardidentificatie voor rekeningen bij een financiële instelling, waardoor de automatische verwerking van internationale betalingen wordt vereenvoudigd. De IBAN wordt afgegeven door de bank of het filiaal dat de rekening beheert.

IBAN

bankidentificatie

Een alfanumerieke code van elf tekens waarmee een bank wordt aangeduid. In verschillende landen wordt een bankidentificatie gebruikt om de bank aan te duiden waar de rekening loopt. Voor betalingen wordt de bankidentificatie bijvoorbeeld gebruikt op een overmakingsformulier om een bankrelatie of een betalen-aan relatie aan te duiden.

aanvraag-/trace-nummer

Een referentienummer waarmee u inkoopaanvragen kunt identificeren op de overzichten die u ontvangt van een procurement-cardbedrijf.

BLWI

Belgisch-Luxemburgs Wisselinstituut.

Intracom-Code

De intracomcode voor een relatie.

Belgische betalingsbalans

Bedrijven in België en Luxemburg zijn verplicht hun financiële transacties (betalingen) met buitenlandse relaties op te geven. U kunt de opgave doen op een speciaal formulier waarop informatie wordt gegeven over de activa en passiva als gevolg van verkopen en inkopen met buitenlandse bedrijven.

EU-land

Het land is een lid van de Europese Unie.

leveringsconditiegroep

De leveringsconditiegroep die vermeld staat op het Belgische betalingsbalans.

Belgische bankbestanden

De bankvoorwaarden die zijn opgesteld door de organisatie van Belgische banken voor elektronische betalingen en overmakingen van orders en kredietadviezen tussen financiële instanties en klanten. Er zijn verschillende voorwaarden voor buitenlandse betalingen in BEF (Belgische franken), binnenlandse betalingen in EUR (Euro) en overige buitenlandse betalingen.

Belgische BTW-aangifte

BTW-aangifte in België vereist een andere manier van het presenteren van de belastingbedragen. U moet de landengroepen gebruiken om de relaties per belastingpositie in te kunnen stellen. Bovendien kunt u de landengroepen gebruiken voor de belastingrapportage (zowel voor de aangifte als de jaarlijks fiscale overzichten) en het belastingjournaal.

Accon-interface

Bedrijven in België maken gebruik van specifieke software om hun jaarbalans op te geven aan de Nationale Bank van België. Dit programma van een externe leverancier heet Accon of Accon-interface.

koptekst overmaking

De overmaking die is ontvangen van de betalen-door relatie in de vorm van een cheque, fax of e-mail.

code overmaking

De code waarmee de overmakingsspecificatie wordt aangeduid.

koers overmaking

De koers die wordt gebruikt om overmakingsspecificaties toe te passen en te boeken.

overmakingsbedrijf

Het bedrijf dat wordt gebruikt voor het verwerken en boeken van de overmakingsspecificaties.

recht van regres

Een type korting bij factoring of wissels waarbij het risico van niet-betalen door de debiteur wordt gedragen door het bedrijf Als de debiteur van het bedrijf niet in staat is het vervallen bedrag te betalen, heeft de factormaatschappij of bank recht van regres tegen het bedrijf voor het betreffende bedrag.

factoring

Een soort van debiteurenfinanciering waarbij de uitstaande vorderingen van een bedrijf aan een derde worden verkocht (de factormaatschappij) om financiering rond te krijgen. De verkoop vindt plaats tegen een lager bedrag dan de waarde van de rekening.

Debiteuren maken het bedrag ofwel direct over aan de factormaatschappij of indirect via de verkoper. Factoring kan met of zonder recht van regres plaatsvinden. Voor factoring met recht van regres blijft het risico van niet-betalen door debiteuren bij het bedrijf liggen.

factor

De herkomst van de financiering voor het bedrijf. De factormaatschappij is meestal een bank of een commercieel financieel bedrijf dat de uitstaande vorderingen (verkoopfacturen) koopt van het bedrijf.

vooruitbetaling van factormaatschappij

Het geld dat de factormaatschappij aan het bedrijf voorschiet, nadat het verificatieproces is afgerond en voordat de factormaatschappij de betaling ontvangt van de debiteur van het bedrijf.

provisie voor factormaatschappij

Het honorarium dat aan de factormaatschappij is verschuldigd voor de incasso van de uitstaande vorderingen van het bedrijf. In dit honorarium kan ook de rente op het voorschot dat aan het bedrijf is betaald, zijn opgenomen.

type verkoop

Een eigenschap van een verkooporder waarmee u het type verkoop kunt vaststellen en het soort vordering. Deze eigenschap wordt gebruikt om de verkopen op de correcte rekening in de Debiteurenadministratie te boeken als de factuur wordt aangemaakt. Bij het boeken van een verkoopfactuur wordt door LN de verzamelrekening opgehaald op basis van het type verkoop dat is gekoppeld aan de verkooporderregel, het projectcontract, enzovoort.

type inkoop

Een eigenschap van een inkooporder waarmee u het type inkoop kunt vaststellen en daarmee het soort betaling. Deze eigenschap wordt gebruikt om de inkoop op de correcte Crediteurenadministratie-rekening te boeken wanneer de factuur wordt aangemaakt. Bij het boeken van een inkoopfactuur wordt door LN de verzamelrekening opgehaald op basis van het type inkoop dat is gekoppeld aan de inkooporderregel.

bankreferentie

Een uniek nummer dat door banken wordt gebruikt voor het aanduiden van elke factuur. Het bankreferentienummer is een string die uit 20 of meer cijfers bestaat en zodanig is samengesteld dat hierop een nummercontrole kan worden uitgevoerd om de geldigheid te controleren.

In sommige landen is het bankreferentienummer een belangrijk onderdeel van debiteuren- en crediteurenmutaties, met name als betalingsbewijzen worden gebruikt. Als bankreferentienummers worden gebruikt, moet het bankreferentienummer voorkomen op het factuurdocument, op het betalingsbewijs (indien van toepassing) en op het betaaldocument.

originele betalen-door relatie

De betalen-door relatie die is gekoppeld aan de factureren-aan relatie van de order.

wissel

Generieke term voor betaalwijzen zoals bankcheques, cheques, promessen en wissels. Wissels kunnen worden gebruikt in plaats van contante betaling als de debiteur als kredietwaardig wordt beschouwd. Een wissel kan de plaats innemen van de factuur. Aangezien wissels verhandelbaar zijn, kunnen ze ook worden gebruikt als kredietmiddel, bijvoorbeeld voor verdisconteren en endosseren.

Wissels kunnen op papier voorkomen en op magnetische dragers, al naar gelang de plaatselijke zakenpraktijken en bankstandaarden.

te betalen wissel (TNP)

Een promesse die u stuurt aan een crediteur of een wissel die u ontvangt van een crediteur met de verplichting het te betalen bedrag te voldoen nadat een bepaalde periode is verstreken.

TNP

wisselverdeling

Soms wordt het totale te betalen bedrag opgesplitst in meerdere wissels met kleinere bedragen zodat de wissels verdisconteerd of geëndosseerd kunnen worden. Het vermelde bedrag op zulke wissels is afhankelijk van de overeenkomst tussen het bedrijf en de relatie.

Om de hoogte van het bedrag dat aan inkomstenbelasting moet worden betaald te verminderen, wordt het te betalen bedrag vaak opgesplitst in wissels. In plaats van het uitgeven van een enkele wissel voor het gehele bedrag, worden meerdere wissels uitgegeven die tezamen het bedrag vormen.

een wissel verdisconteren

Een soort van debiteurenfinanciering waarbij de uitstaande wissels van een bedrijf worden verkocht aan een derde (meestal een bank) om financiering te verkrijgen. De aankoop wordt gedaan voor een lagere prijs dan de waarde van de wissel en het nettobedrag aan discontotoeslagen en provisie wordt aan het bedrijf overgemaakt.

Debiteuren maken het bedrag ofwel direct over aan de discontomaatschappij of indirect via het bedrijf. Disconto kan met of zonder recht van regres plaatsvinden. Voor disconto met recht van regres blijft het risico van niet-betalen door debiteuren bij het bedrijf liggen.

onderpand

Een garantie waarmee u een lening kunt verkrijgen bij een bank.

een wissel endosseren

Een te ontvangen wissel overmaken aan uw crediteur om inkoopfacturen te voldoen. De overmaking wordt uitgevoerd door de ondertekening van de bevoegde ondertekenaar en de bedrijfsstempel op de wissel te zetten.

te ontvangen wissel

Een promesse die u ontvangt van een debiteur of een wissel die is geaccepteerd door een debiteur met de verplichting het te betalen bedrag te voldoen nadat een bepaalde periode is verstreken.

TNR

vervallen

Zodra een wissel is vervallen, is de betaling invorderbaar.

grootboekrekeningen (schema)

Een schema met grootboekrekeningen waarop de resultaten van bepaalde gebeurtenissen worden geboekt. Een schema heeft een parent-/child-structuur.

calculatiemethode

De basis voor het berekenen van toeslagen. In Cost accounting kunnen zowel de totale kosten als de variabele kosten worden doorbelast.

activity-based costing (ABC)

  • Een kostendoorbelastingsprocedure die met behulp van verschillende cost drivers kosten voorspelt en deze toerekent aan producten en diensten.
  • Een administratief systeem dat financiële en operationele gegevens verzamelt op basis van de aard en de omvang van bedrijfsactiviteiten.

activiteit

Het uitvoeren van een bepaalde taak binnen een bedrijf. Met behulp van activiteiten worden kostenbedragen, hoeveelheden of percentages toegerekend aan een kostendrager. In LN zijn activiteiten de dimensies die tot één bepaalde dimensiesoort behoren.

werkelijke kosten

De werkelijke kostenbedragen die worden geboekt in Grootboekadministratie. In het kader van de beheersing van de werkelijke kosten kunt u deze vergelijken met de gebudgetteerde kosten.

ouderdomsanalyse

Een classificatie van openstaande posten op basis van ouderdomsperioden en periodesoorten.

doorbelastingsrelatie

Een relatie op basis waarvan een gebudgetteerd of werkelijk bedrag wordt doorberekend aan bijvoorbeeld een ander bedrijfsonderdeel.

toegestane kosten

Een flexibel kostenbudget per kostenplaats en prestatie-eenheid, dat afhankelijk is van de werkelijke prestaties van de prestatie-eenheid. Dit heeft betrekking op prestatie-afhankelijke budgettering: Bij prestatie-onafhankelijke budgettering zonder prestatie-eenheden zijn de toegestane kosten gelijk aan de gebudgetteerde vaste kosten.

betaling onderweg

Een betaling die nog niet volledig is uitgevoerd of die op het punt staat uitgevoerd te worden.

Betalingen onderweg worden op de volgende manieren aangemaakt:

  • Automatisch, bijvoorbeeld bij het genereren van een cheque in de automatische betaalprocedure
  • Handmatig, bijvoorbeeld bij het uitschrijven van een cheque

ontvangst onderweg

Een ontvangst die nog niet volledig is uitgevoerd.

Ontvangsten onderweg worden op de volgende manieren aangemaakt:

  • Automatisch, bijvoorbeeld bij een incasso.
  • Handmatig, bijvoorbeeld wanneer een cheque wordt ingevoerd.

controle

Het uitvoeren van een aantal controles.

batch

Een groep financiële mutaties die tegelijk worden verwerkt. Als u een batch journaliseert, worden alle mutaties verwerkt. Als zich een fout voordoet, wordt geen van de mutaties verwerkt.

bill of activities (BOA)

Een lijst van activiteiten die wordt gebruikt in activity-based costing (ABC).

G-rekening

Een speciale rekening die wordt gebruikt voor het overboeken van bedragen naar belastingdiensten. Deze g-rekening wordt gebruikt wanneer activiteiten worden uitbesteed aan onderaannemers. Zij moeten een gedeelte van het factuurbedrag storten op de g-rekening.

blokkeringsreden

Een code die is gekoppeld aan een inkoopfactuur en de betaling van die factuur blokkeert.

boekwaarde

De inkoopwaarde van een activum, vermeerderd met alle herwaarderingen en verminderd met alle afschrijvingen en correcties op die inkoopwaarde. De boekwaarde kan worden gebruikt als basis voor de berekening van afschrijvingen.

budget

Een plan met eenheden (hoeveelheden) of bedragen die mogen worden besteed aan of door bepaalde objecten, zoals bedrijfsonderdelen, afdelingen, kostenplaatsen, artikelen of artikelgroepen.

Dit plan kan achteraf worden vergeleken met de werkelijke cijfers. Het kan ook worden vergeleken met andere budgetten. Bovendien kunt u verschillende scenario's simuleren.

budgetniveau

Het niveau van een budget binnen een bedrijf of binnen een groep van bedrijven.

kas/bank

Al het geld dat wordt verwerkt via bankrekeningen, geldkistjes enz., alsmede documenten die een monetaire waarde vertegenwoordigen, zoals cheques en wissels, die worden gebruikt in de betaal- en ontvangstprocedure.

liquiditeitsprognose

De verwachte liquiditeitspositie op een bepaalde datum in de toekomst. Het huidige bedrag aan liquide middelen wordt vermeerderd met de in alle tussenliggende perioden te ontvangen bedragen en verminderd met de in alle tussenliggende perioden te betalen bedragen.

rekeningschema

Een hiërarchische structuur van rekeningen en dimensies.

Om het gebruik van een dubbel grootboek te ondersteunen, kan het rekeningschema bestaan uit een structuur van statutaire rekeningen voor de fiscale verslagen en complementaire rekeningen die worden gebruikt voor verslagen voor het management.

chequeregister

Een functie met behulp waarvan cheques vooraf kunnen worden genummerd. De voorgenummerde cheques kunnen later worden gebruikt in de betaalprocedure.

verdichting

Een methode waarmee de hoeveelheid cijfermateriaal wordt verminderd, door op basis van een aantal gemeenschappelijke eigenschappen alleen een totaalbedrag op te slaan.

Verdichting is bijvoorbeeld mogelijk voor:

  • Grootboekrekeningen
  • Integratiemutaties

efficiëntieverschil

Het verschil tussen de werkelijke en de toegestane kosten.

verzamelrekening

Een grootboekrekening die wordt gebruikt om het saldo aan te geven van een aantal gerelateerde rekeningen.

In LN verwijst de term verzamelrekening doorgaans naar de crediteurenrekening of debiteurenrekening die in Crediteurenadministratie en Debiteurenadministratie is gedefinieerd voor de financiële relatiegroepen.

Naast de crediteurenrekening en de debiteurenrekening kunt u een aantal specifieke verzamelrekeningen definiëren voor een relatiegroep, zoals een verzamelrekening voor dubieuze facturen, vooruitbetalingen en betalingen onderweg, vooruitontvangsten en ontvangsten onderweg en gerealiseerde en niet-gerealiseerde koerswinsten en -verliezen.

kostencalculatie

Een systeem voor het registreren en rapporteren van geaggregeerde en gedetailleerde gegevens over kosten van kostenplaatsen.

kostenverdeelstaat

Een overzicht per kostenplaats of per prestatie-eenheid van de kosten per kostensoort.

kostencategorie

Een verzameling kostensoorten, die worden weergegeven als grootboekrekeningen. In kosten- en budgetverdelingen kunt u de bedragen beperken die worden toegekend aan een kostencategorie, een subset van alle kostensoorten.

kostenplaats

Een organisatorische eenheid waaraan kosten kunnen worden toegerekend. Kostenplaatsen worden voorgesteld als dimensies.

cost driver

Een activiteit die kosten veroorzaakt, zoals een machine. Cost drivers worden voorgesteld als prestatie-eenheden.

kostendrager

Een eenheid waaraan kosten kunnen worden gekoppeld.

kostendeel

Een gedeelte van de totale kosten. In Cost accounting kunnen verschillende kostendelen worden onderscheiden, die op verschillende kostenplaatsen (dimensies) en kostensoorten (rekeningen) kunnen worden geboekt.

kostentarief

De gebudgetteerde of werkelijke prijs per prestatie-eenheid. Bijvoorbeeld de kostprijs van een machine per uur.

kostensoort

Classificatie van gebudgetteerde of werkelijke kosten. Kostensoorten worden voorgesteld als grootboekrekeningen.

creditnota

De correctiefactuur voor een (gedeeltelijk) retour ontvangen inkoop- of verkooporder. De creditnota geeft de hoeveelheid en de waarde van de geretourneerde goederen aan, alsmede de reden voor de creditering.

koersverschillen

Koersresultaat als gevolg van fluctuaties in de wisselkoers, bijvoorbeeld wanneer de wisselkoers tussen de factuurvaluta en uw eigen valuta op de factuurdatum verschilt van de wisselkoers op de betaaldatum.

bestemmingskoerswinst en -koersverlies

Koersresultaat als gevolg van verschillende uitkomsten wanneer de mutatievaluta wordt omgezet in de verschillende eigen valuta's. Koerswinsten en -verliezen kunnen alleen optreden in een independent valutasysteem.

koerswinst en koersverlies

Koersresultaat als gevolg van het gebruik van verschillende soorten wisselkoersen, bijvoorbeeld de koerssoort Verkoop en de koerssoort Intern, of wanneer u de wisselkoers door middel van de koersbepaling hebt gewijzigd voor een mutatie tijdens de orderverwerkingsprocedure.

debiteurenafstemming

Het toewijzen van de werkelijk ontvangen bedragen op een bankafschrift aan de ontvangsten onderweg. Bij het verzenden naar de bank van ontvangen cheques, incasso-opdrachten of andere overboekingsopdrachten, worden deze ontvangsten geregistreerd als ontvangsten onderweg.

afschrijvingscorrecties

Een correctie op de afschrijving van een extra investering ten behoeve van een bepaald activum. Deze correctie wordt uitgevoerd voor de periode die is verlopen tussen het begin van de afschrijving en het moment waarop de extra investering is gedaan.

afschrijvingskosten

De kosten van de afschrijving, welke worden geboekt op de verlies- en winstrekening. Deze kosten zijn in feite de prijs van het gebruik van een activum gedurende een bepaalde periode.

afschrijvingsmethode

De wijze waarop de afschrijving van een vast activum wordt verdeeld over een aantal jaren.

afschrijving

De waardevermindering van vaste activa. Het bedrag aan afschrijving dat wordt berekend, is afhankelijk van de gehanteerde afschrijvingsmethode en van de afschrijvingsbasis (boekwaarde of inkoopwaarde van het activum). Het afschrijvingsbedrag is het bedrag dat wordt afgetrokken van de inkoopwaarde van een activum om de boekwaarde van dat activum te bepalen.

dimensiesoort

Een van maximaal twaalf beschikbare bases voor uitsplitsing van bedragen die worden geboekt op grootboekrekeningen.

dimensie

Rekening voor uitsplitsing van bedragen die worden geboekt op grootboekrekeningen. Deze uitsplitsing geeft verticaal inzicht in de informatie op de grootboekrekeningen.

incasso

Het initiëren van ontvangsten van betalen-door relaties via het verzoek aan de bank om het vervallen bedrag over te boeken van de bankrekening van de klant naar de rekening van uw bedrijf.

desinvestering

Het ongedaan maken van een investering.

afstoting

  • De verkoop van een activum.
  • Desinvestering, dat wil zeggen het ongedaan maken van de investering in een activum door dit activum te verkopen en het verkoopbedrag te boeken in Grootboekadministratie.

De verkoopopbrengst wordt geregistreerd om boekwinsten of -verliezen te journaliseren.

verdeling

Een methode voor het verdelen van gebudgetteerde of werkelijke jaartotalen over een aantal perioden. Zowel hoeveelheden als bedragen kunnen worden verdeeld.

document

De identificatie van een mutatie.

De documentcode is een combinatie van de volgende onderdelen:

  • Mutatiesoortcode
  • Serienummer
  • Volgnummer

dubieuze factuur

Een factuur die waarschijnlijk niet kan worden geïnd.

werkelijk tarief

Een vergelijkingstarief dat de prijs uitdrukt die:

  • U verwacht van uw eigen investeringen
  • U zou kunnen verdienen met alternatieve investeringen

voorgeschreven prijs

elektronische bankafschriften

  • Een systeem voor automatische verwerking van elektronische bankafschriften die van een bank worden ontvangen op een schijf, tape, via internet of een modem.
  • De bestanden met elektronische bankafschriften.

boeking

Een geregistreerde mutatie.

FASB 52

Een richtlijn betreffende valuta-omrekening die is opgesteld door de Financial Accounting Standards Board (FASB).

journaliseren van mutaties

Het 'bevriezen' van geboekte mutaties na alle mutatieregels gecontroleerd te hebben op volledigheid en juistheid. Hierna kunnen deze mutaties alleen worden gewijzigd via correctiemutaties.

Financial Accounting Standards Board (FASB)

Amerikaans instituut dat normen op het gebied van financiële administratie opstelt.

financieel bedrijf

Een bedrijf waarin financiële gegevens worden geboekt in Financiële administratie. Aan één financieel bedrijf kunnen één of meer enterprise-eenheden van meerdere logistieke bedrijven worden gekoppeld.

financiële relatiegroep

Een groep relaties met gemeenschappelijke kenmerken, waarvoor u de crediteurenrekening of de debiteurenrekening kunt vastleggen en een aantal extra verzamelrekeningen, zoals een verzamelrekening voor dubieuze facturen, vooruitbetalingen en betalingen onderweg, vooruitontvangsten en ontvangsten onderweg en gerealiseerde en niet-gerealiseerde koerswinsten en -verliezen. LN gebruikt deze verzamelrekeningen automatisch in bedrijfsprocessen zoals de registratie van verkoopfacturen en het betalingsproces.

financiële integratie

De integratie tussen de logistieke en financiële modules bestaat uit de volgende elementen:

  • Activiteiten in de logistieke modules die leiden tot financiële mutaties.
  • Kosten die zijn geboekt in het pakket Financiële administratie, maar die gerelateerd zijn aan een logistieke bron.

vast activum

Een productiemiddel voor de langere termijn (langer dan een jaar) dat als activum op de balans staat, zodat daarover afschrijvingen kunnen worden berekend. Een voorbeeld van een vast activum is een productiefabriek.

vaste kosten

Kosten die niet gerelateerd zijn aan de prestaties van een kostenplaats gedurende een bepaalde periode.

totale-kostencalculatie

Een methode voor het berekenen van toeslagen op zowel vaste als variabele kosten.

groepsbedrijf

Een financieel bedrijf waaraan een aantal andere financiële bedrijven is gekoppeld.

Een groepsbedrijf wordt gebruikt om centraal:

  • De bedrijfsboekhouding en administratieve boekhouding te verwerken
  • Gegevens te verzamelen voor geconsolideerde financiële verslagen van de financiële bedrijven van de groep
  • Taken met betrekking tot liquiditeitenbeheer uit te voeren, zoals betalingen en incasso

structuur

Een parent/child-structuur voor grootboekrekeningen en dimensies, onafhankelijk van de standaard parent/child-structuur die is gedefinieerd in Grootboekadministratie. Bedragen kunnen worden uitgesplitst op basis van het accumulatieniveau in structuur.

IRS 1099-misc

De Internal Revenue Service (IRS) is de Amerikaanse overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Amerikaanse belastingwetgeving. "1099-MISC income" is een van de soorten inkomsten die moeten worden opgegeven. De aangifte van bepaalde crediteurenbetalingen valt onder de richtlijnen van deze wetgeving.

indexcijfer

De waarde van de ene periode ten opzichte van een andere. Eén periode is de basisindex (100) en de waarden van de andere perioden kunnen worden weergegeven als een percentage van deze indexwaarde.

Binnen Financiële administratie worden indexwaarden gebruikt bij herwaardering van vaste activa.

bedrijfsvereniging

Een instantie die verantwoordelijk is voor het innen, administreren en uitbetalen van bedragen in het kader van de sociale verzekeringswetten. Bij onderaannemingsfacturen moet u een gedeelte van het factuurbedrag overmaken naar een bedrijfsvereniging.

rekening-courant

Een balansrekening met mutaties tussen verschillende bedrijven die deel uitmaken van hetzelfde groepsbedrijf. Het gaat hier om transacties tussen bedrijven binnen dezelfde groep of tussen bedrijven die horen bij verschillende groepen.

rekening-courantmutaties

Mutaties tussen financiële bedrijven die behoren tot dezelfde financiële groep.

Internal Revenue Service (IRS)

De Amerikaanse overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Amerikaanse belastingwetgeving.

investering

Een som geld geïnvesteerd in een vast activum. Een investering kan betrekking hebben op een nieuw vast activum of op een waardestijging van een bestaand activum. LN berekent de inkoopwaarde van de vaste activa op basis van de investeringsbedragen.

journaalposten

Een mutatie waarvoor geen subgrootboekdocument (factuur) aanwezig is. Journaalposten kunnen worden geboekt in het Grootboekadministratie.

grootboekrekeningbudget

Een budget dat is gebaseerd op relaties tussen grootboekrekeningen en dimensies.

statisch budget

multidimensie-budget

grootboekrekening

Een register dat wordt gebruikt om financiële mutaties vast te leggen en de waarden van de mutaties te accumuleren voor verslaglegging en analyse. Met de grootboekrekeningen worden de mutaties geclassificeerd in categorieën, zoals opbrengsten, onkosten, activa en passiva.

rekening

marginale-kostencalculatie

Methode voor het berekenen van toeslagen op variabele kosten.

toekennen

Heeft betrekking op de volgende controles:

  • Controle op welke betaling of ontvangst bij welke factuur hoort (al dan niet gedeeltelijk).
  • Controle op welke inkoop- of verkooporder bij welke factuur hoort (al dan niet gedeeltelijk).

Het automatisch toekennen van batches versnelt de procedure. De rest moet handmatig worden toegekend aan de facturen.

multi-currency boekhouding

Boekhouding in meerdere valuta. In Financiële administratie betekent multi-currency dat de saldi op de grootboekrekeningen tegelijkertijd in meerdere eigen valuta's worden bijgehouden.

multi-valuta

meerdere bedrijven

Structuur van verschillende fysieke of logische bedrijven tussen welke transacties kunnen plaatsvinden.

bezettingsverschil

Het verschil tussen de gebudgetteerde vaste kosten en de werkelijke dekking van de vaste kosten. Dit verschil is alleen relevant bij kostencalculatiemethoden die de totale kosten in aanmerking nemen.

openstaande factuur

Onbetaalde facturen.

openstaande post

openstaande factuur

overheadkosten

Kosten die niet gerelateerd zijn aan kostendragers, maar die gebudgetteerd en bewaakt worden via kostenplaatsen.

politiek prijsverschil

Dit verschil ontstaat alleen wanneer de werkelijke tarieven/toeslagen afwijken van de berekende waarden. Het is het verschil tussen de beide tarieven/toeslagen, vermenigvuldigd met de werkelijke prestatie.

PAYE

Belastingdienst (PAYE).

parent-/child-structuren

Een hiërarchische structuur voor rekeningen en dimensies. Er kunnen meerdere child-elementen gekoppeld worden aan een parent-element. Deze structuur wordt gebruikt voor het berekenen van subtotalen in verslagen en overzichten. Om het niveau in de hiërarchie te bepalen, hebben rekeningen en dimensies een telniveau.

selfbilling

De inkoopfactuur wordt aangemaakt bij de ontvangst van de goederen. De procedure voor het goedkeuren en toekennen van facturen kan dan helemaal worden overgeslagen, omdat de inkooporder door het ontvangende bedrijf zelf is aangemaakt en als zodanig wordt geboekt.

betalingsverschil

Een verschil tussen het factuurbedrag en het betalingsbedrag. Als het betalingsverschil binnen de door de gebruiker gedefinieerde marges valt, kan het automatisch worden geaccepteerd en afgeschreven.

doorbelastingsproces

Een nauwkeurige, iteratieve methode waarmee de waarde van een doorbelastingsrelatie wordt bepaald.

primaire kosten

Kosten die zijn gerelateerd aan kostenplaatsen (dimensies).

variabele kosten

verlies en winst

Een rekening waarop aan het eind van een boekingsperiode de saldi van de winst- en verliesrekeningen worden verzameld, zodat het nettoresultaat (winst of verlies) duidelijk wordt.

proforma factuur

Een verkoopfactuur die kan worden gewijzigd voordat de definitieve factuur wordt afgedrukt.

protocolnummer

Een uniek volgnummer voor elk document.

In bepaalde landen, zoals Italië, moeten bedrijven hun financiële rapportage in een vaste volgorde doen.

Voorgedefinieerde protocolnummers kunnen automatisch aan gejournaliseerde mutaties worden toegewezen.

aanschafwaarde

De waarde waarvoor het activum is aangeschaft. Met behulp van deze waarde kan de afschrijving worden berekend.

tarieven

Een tarief bepaald in Cost accounting (CAT) dat de prijs aangeeft van één prestatie-eenheid (bewerkingseenheid) in een bepaalde kostenplaats (afdeling, taak).

reden voor betaling

  • Een code die wordt gekoppeld aan de inkoopfactuur van een buitenlandse kopen-van relatie, om aan te geven waarom de betaling wordt gedaan.
  • Een code die wordt gebruikt voor IRS 1099-MISC rapportage.

ontvangst

Een ontvangen betaling.

prestatie-eenheid

Een eenheid voor het meten van de prestaties van een kostenplaats en een basis voor het berekenen van tarieven en toeslagen.

referentie

Een informatief veld waarop bijvoorbeeld verwezen kan worden naar:

  • De persoon of afdeling met de autorisatie om een bepaalde taak uit te voeren.
  • De contactpersoon van de relatie.
  • Het nummer van de oorspronkelijke factuur

aanmaning

Een brief aan de debiteur waarmee deze wordt aangespoord tot het betalen van openstaande facturen.

overmakingsspecificatiebericht (RAM)

Een bericht van de relatie waarin deze een specificatie geeft van de bedragen die zijn overgemaakt per bank. Deze berichten kunnen elektronisch worden ontvangen, via EDI of op diskette, in standaard EDI-formaat.

RAM

inhaalafschrijving

De aanpassing van het afschrijvingsbedrag als gevolg van de herwaardering van een activum. Deze aanpassing zorgt voor een correctie van de niet-afgeschreven bedragen in de achterliggende perioden, vanaf de eerste afschrijvingsdatum.

herwaardering

Aanpassing van de huidige waarde van een activum aan de actuele marktwaarde. In Financiële administratie kunt u een vast activum herwaarderen op basis van een indexwaarde of handmatig een bedrag intoetsen.

secundaire kosten

Kosten die niet zijn gerelateerd aan een kostenplaats (dimensie), maar die het resultaat zijn van doorbelastingen van en naar dimensies op basis van prestatierelaties.

overheadkosten

flexibel budget

Een budget dat is gebaseerd op de prestaties van een kostenplaats (dimensie).

overzicht bedrijfsresultaat

Een tijdgeoriënteerd overzicht van de opbrengsten, kosten en bijbehorende verschillen van kostenplaatsen.

statutaire rekening

Een grootboekrekening die wordt gebruikt voor officiële rapportage, volgens de geldende wetgeving.

telniveau

Een getal dat het niveau aangeeft van een grootboekrekening of een dimensie in de hiërarchische structuur van rekeningen en dimensies. Een laag nummer staat voor een laag subniveau. Grootboekrekeningen kunnen niveaus hebben van 0 tot en met 99. Dimensies kunnen niveaus hebben van 0 tot en met 9.

Alleen op rekeningen en dimensies met telniveau 0 kunnen mutaties worden geboekt. Alle bedragen en hoeveelheden op de niveaus 1 t/m 99 worden geaggregeerd van de lagere subniveaus.

crediteurenafstemming

Het toewijzen van de betalingen die vermeld staan op een bankafschrift aan betalingen onderweg. Wanneer cheques, automatische betalingsopdrachten of andere overboekingsopdrachten naar de bank worden gestuurd, worden de betalingen geregistreerd als betalingen onderweg.

toegestaan prijsverschil

De hoogte van de prijsverschillen die zijn toegestaan per medewerker (gebruiker van LN) bij het toekennen van inkoopfacturen aan ontvangsten.

mutatiesoort

Een door de gebruiker gedefinieerde code van drie tekens die wordt gebruikt om documenten mee aan te duiden. Het volgnummer van de documenten is afkomstig van de serie die aan de mutatiesoort is gekoppeld.

omrekeningscorrecties

Voordat kan worden gerapporteerd in een andere valuta dan de rapporteringsvaluta, moeten de bedragen in de lokale valuta worden omgerekend met de juiste valutakoers volgens de Amerikaanse FASB52-richtlijnen.

omrekeningskoerswinst en -koersverlies

Koersresultaat als gevolg van het gebruik van verschillende valuta's tijdens de orderverwerking, bijvoorbeeld als de valuta van de order of de betaling verschilt van de valuta van de factuur.

variabele kosten

Kosten die direct gerelateerd zijn aan de prestaties van een kostenplaats. Een verbetering van de prestaties leidt tot een evenredige stijging van de totale variabele kosten.

Grootboekcode

Code die staat voor een grootboekrekening met de bijbehorende dimensies. Grootboekcodes worden gebruikt om de grootboekrekening weer te geven voor gebruikers die niet bekend zijn met de structuur van het rekeningschema.

U kunt een grootboekcode koppelen aan specifieke logistieke mutaties. Zulke integratiemutaties worden direct toegewezen aan de grootboekrekening en dimensies van de grootboekcode. Ze worden niet opgenomen in het integratieproces.

integratiedocumentsoort

Een soort mutatie voor logistieke afstemming met het doel integratiemutaties in Financiële administratie toe te wijzen en te boeken, en voor financiële afstemming.

Aan elke integratiedocumentsoort die wordt geleverd door LN is een bijbehorend business-object gekoppeld. Zo is aan de integratiedocumentsoorten voor de diverse verkoopordermutaties het business-object Verkooporder gekoppeld.

logistiek beheer

Een verzamelnaam voor de niet-financiële pakketten in LN. Logistiek beheer omvat alle logistieke pakketten in LN.

business-object

In de context van de verwerking van financiële integratiemutaties is een business object een logistieke entiteit of event, zoals een artikel, een inkooporder, een relatie of een magazijnafgifte.

kenmerk business-object

Een eigenschap van het business-object die gebruikt kan worden voor het toewijzen van de integratiemutatie aan bepaalde grootboekrekeningen en dimensies. Het business object Verkooporder heeft bijvoorbeeld de kenmerken Serie en Verkoopordersoort.

ID business-object

De unieke code waarmee een specifiek business-object wordt aangeduid. De code van het business-object Inkooporder is bijvoorbeeld het inkoopordernummer.

elementgroep

Een verzameling toewijzingselementen waarmee een toewijzing wordt gedefinieerd. Om de integratiedocumentsoorten toe te wijzen moet u een of meer elementgroepen koppelen aan de integratiedocumentsoorten. Een elementgroep moet ten minste één toewijzingselement bevatten en mag maximaal 15 toewijzingselementen bevatten.

toewijzingsvolgorde

De volgorde waarin LN de waarden van de toewijzingselementen doorzoekt om de toewijzing van een integratiemutatie te vinden. Het doorzoeken gaat sneller als de meest specifieke toewijzing volgnummer één heeft.

afstemmingselement

Een eigenschap van een logistieke mutatie die u kunt gebruiken om een mutatie te traceren bij het afstemmen. De afstemmingselementen komen overeen met de toewijzingselementen van de business-objects.

afstemmingsgroep

Een groep integratiegrootboekrekeningen die u kunt afstemmen. Een afstemmingsgroep bestaat uit de combinatie van een afstemmingsgebied en een subgebied, bijvoorbeeld Tussenrekening facturen/ OHW inkooporder.

integratierekening

Grootboekrekening die wordt gebruikt voor integratiemutaties. U kunt de rekening alleen gebruiken voor andere mutatiesoorten, zoals handmatige mutaties, als u uitzonderingen opgeeft.

Om gegevensintegriteit te kunnen waarborgen voor afstemmingsdoeleinden is het niet mogelijk om mutaties handmatig op een integratierekening te boeken.

Voor het corrigeren van boekingen op integratierekeningen zijn twee methoden beschikbaar:

  • Als u handmatige boekingen mogelijk wilt maken voor diverse domeinspecifieke sessies, gebruikt u de sessie Handmatige boeking uitzonderingen (tfgld0148m000).
  • Voer de correctieboekingen in op een andere grootboekrekening met dezelfde parent als de integratiegrootboekrekening. De resultaten worden dan weergegeven in de parent-rekening.

integratiedocumentsoortgroep

Een manier om integratiedocumentsoorten te groeperen voor rapportagedoeleinden.

gebruikersgroep integratie

Een manier om gebruikers te groeperen die financiële integratiemutaties aanmaken en gebruikers die financiële integratiemutaties boeken.

Een gebruikersgroep voor integratie kan voor het volgende worden gebruikt:

  • Om medewerkers toe te staan de financiële integratiemutaties te boeken.
  • Om de medewerkers die logistieke mutaties aanmaken, eventueel te groeperen. Voor het toewijzen en boeken kunt u de integratiemutaties van een groot aantal integratiegebruikersgroepen selecteren.

referentie business-object

Een aanduiding van een mutatie die nauwkeuriger is dan het business-object, bijvoorbeeld een ontvangstnummer of een ordernummer. U kunt de referentie van het business-object gebruiken om mutaties toe te wijzen als het business-object zelf niet genoeg informatie biedt, bijvoorbeeld tijdens de afstemming van nog te ontvangen facturen.

NB

De referentie van een business-object is niet hetzelfde als een referentiekoppeling.

referentiekoppeling

Een gegenereerde code die is verbonden met de debetboeking en de creditboeking van een integratiemutatie. U kunt de referentiekoppeling gebruiken om voor het toewijzen van boekingen op tijdelijke rekeningen die u niet kunt toewijzen met behulp van de business-objectcode, omdat ze tot verschillende business-objects behoren, bijvoorbeeld een inkoopontvangst en een voorraadmutatie.

NB

De referentiekoppeling is niet hetzelfde als een referentie van een business-object.

afstemmingsgebied

Een algemeen gebied waarin u de afstemming kunt uitvoeren, bijvoorbeeld VoorraadOHW productieorderTussentijdse kosten en Tussenrekening facturen. Het afstemmingsgebied en het subgebied vormen samen een afstemmingsgroep waarmee een groep integratiegrootboekrekeningen wordt aangeduid.

subgebied afstemming

Een verdere verdeling van een afstemmingsgebied op basis van de soorten herkomsten van de mutaties. De afstemmingsgebieden Tussentijdse kosten en Tussenrekening facturen zijn bijvoorbeeld verdeeld in veel subgebieden, zoals VerkooporderInkooporder en Serviceorder. Het afstemmingsgebied en het subgebied vormen samen een afstemmingsgroep waarmee een groep integratiegrootboekrekeningen wordt aangeduid.

sorteerpositie

De waarde waarop de financiële mutaties worden gesorteerd binnen een business-object. Voor elk business-object genereert LN de sorteerpositie op basis van de waarden van bepaalde kenmerken van de business-objects. Zo is voor een transportordercluster de clusterregel de sorteerpositie en is voor een voorraadmutatie het volgnummer de sorteerpositie..

rapport

Een rekeningenstructuur die kan bestaan uit child-rapportrekeningen en parent-rapportrekeningen. Op child-niveau zijn de rapportrekeningen gekoppeld aan grootboekrekeningen en dimensies. Met een rapport kunt u de gewenste financiële waarden uit de modules Grootboekadministratie en Financieel budgetteringssysteem opvragen en deze gegevens vervolgens gebruiken voor interne en externe financiële rapportage en analyse.

DAS 2

Déclaration annuelle des salaries (jaarlijkse aangifte van salarissen). Een rapport van alle betalingen aan derden gedurende een boekjaar. Dit rapport moet jaarlijks worden ingediend bij de Franse overheid.

SIREN

Système Information et Répertoire des Entreprises (bedrijfsinformatie en bedrijfsregister). Een identificatie van een organisatie die in Frankrijk vooral wordt gebruikt voor de officiële registratie in het handelsregister en in communicatie met overheidsinstanties over het bedrijf.

type onkosten

Een aanduiding van het type van de betalingen, zoals vergoedingen, courtage of een korting, in het DAS 2-rapport.

reden kasstroom

Een aanduiding van de aard van de kasmutatie. Mutaties waaraan u een redencode van het type Kasstroom koppelt, worden opgenomen in het kasstroomoverzicht, gesorteerd op de kasstroomreden.

kasstroomoverzicht

Een verslag van de historie van kasmutaties gedurende een boekingsperiode. Het verslag geeft een overzicht van de herkomst en bestemming van de kasstromen. In sommige landen moet periodiek een kasstroomoverzicht worden ingediend bij overheidsinstanties.

maandelijkse factuur

Een maandelijks overzicht van de openstaande verkoopfacturen dat u toestuurt aan een factureren-aan relatie. De relatie genereert selfbilling-facturen en gebruikt de maandelijkse factuur daarbij als referentie.

afsluitingsmethode

Een schema voor het genereren van maandelijkse facturen. U kunt bijvoorbeeld een afsluitingsmethode definiëren waarmee elke maand twee maandelijkse facturen worden gegenereerd: één op de 15e dag van de maand en één op de laatste dag van de maand.

betalingsovereenkomst

Een manier om te definiëren hoe factuurbedragen moeten worden betaald. Hierbij inbegrepen zijn de betaalwijzen die van toepassing zijn op verschillende delen van het factuurbedrag en de valuta voor de betaling.

Bijvoorbeeld: u kunt een betalingsovereenkomst definiëren op basis waarvan het eerste deel van het factuurbedrag via de bank wordt betaald volgens betaalwijze PM1, 40 procent van het resterende bedrag volgens betaalwijze PM2 en de overige 60 procent volgens betaalwijze PM3, die kan bestaan uit een te betalen wissel.

bankkosten

De kosten die een bank in rekening brengt voor de verwerking van de mutaties. De bankkosten kunnen afhankelijk zijn van het type mutatie. Zo kunnen voor een overboeking tussen verschillende banken andere kosten in rekening worden gebracht dan voor een overboeking tussen filialen van dezelfde bank. Daarnaast kunnen de bankkosten ook nog variëren op basis van het mutatiebedrag.

aftrekbare kredietbeperkingen

Het totaal van de kredietbeperkingstoeslagen die niet zijn vervallen omdat de facturen tijdig zijn betaald.

werkelijke kredietbeperkingen

Het totaal van de kredietbeperkingstoeslagen die daadwerkelijk in mindering zijn gebracht.

gemiddeld aantal dagen te laat

Het totaal van alle ontvangen of betaalde bedragen, elk vermenigvuldigd met het aantal dagen tussen de vervaldatum en de ontvangstdatum of betalingsdatum, gedeeld door het totale ontvangen of betaalde bedrag in een bepaalde periode.

invoer kas-/bankmutaties

De toewijzing van ontvangen betalingen aan openstaande posten.

afrondingsverschil

Kleine verschillen tussen gerelateerde debet- en creditboekingen die het gevolg zijn van de afronding van berekende bedragen.

versnelde afschrijving

Het afschrijven van een extra bedrag voor een activum in een specifiek jaar. Bij versnelde afschrijving wordt de afschrijvingstermijn verkort.

betalingsbewijs

Optisch leesbaar document dat aan een factuur is gekoppeld en naar de bank kan worden verzonden om de betalingen voor de factuur te verrichten. Op het betalingsbewijs zijn het bankrekeningnummer van de crediteur, het factuurbedrag en een factuurreferentienummer voorgedrukt. Als een betalingsbewijs aan een factuur is gekoppeld, wordt het betalingsbewijs samen met de factuur aangemaakt en afgedrukt.

journaalboek

Een verslag van alle financiële mutaties gesorteerd op datum, dat in sommige landen periodiek bij overheidsinstanties moet worden ingediend. Het journaalboek wordt gebruikt voor interne en externe controles, bijvoorbeeld in het kader van gerechtelijke procedures. Er moet zowel een gedetailleerd als een verkort overzicht worden bijgehouden. De pagina's en mutatieregels in het journaalboek moeten opeenvolgend zijn genummerd.

journaalboeksectie

Een gedeelte van het journaalboek dat een of meer specifieke mutatiecategorieën bevat. Zo kunt u bijvoorbeeld een gedeelte van het journaalboek reserveren voor verkoopfacturen, voor bankmutaties, of voor alle mutaties van een specifieke vestiging.

BTW-boek

Een wettelijk overzicht van alle BTW-mutaties van een bedrijf, gesorteerd op datum. De mutaties kunnen worden ingedeeld naar belastingcodegroep, zodat alle mutaties met hetzelfde belastingpercentage bij elkaar staan.

overzicht BTW-vereffening

Een overzicht waarin het netto aan de belastingdienst te betalen BTW-bedrag staat vermeld voor de verslagperiode.

Het te vereffenen BTW-bedrag is gelijk aan de BTW op inkopen minus de BTW op verkopen. Als dit een negatief bedrag is, moet het bedrag aan de belastingdienst worden betaald. Als het een positief bedrag is, wordt dit bedrag als een creditbedrag overgedragen naar de volgende BTW-periode.

In sommige landen wordt in plaats van de BTW-aangifte een overzicht van de BTW-vereffening gebruikt.

invoerdatum mutatie

De datum die u invoert wanneer u de batch aanmaakt. Gewoonlijk is de invoerdatum van de mutatie de huidige datum. Alleen bij geantidateerde mutaties komt de invoerdatum niet overeen met de huidige datum. Intern wordt de invoerdatum van de mutatie in de plaatselijke tijd vastgelegd.

mutatiedatum

De datum die u invoert bij het aanmaken van de mutatie, zoals een verkooporder of een magazijnontvangst. Gewoonlijk is de mutatiedatum de huidige datum. Alleen bij geantidateerde mutaties komt de mutatiedatum niet overeen met de huidige datum. Intern wordt de mutatiedatum in de UTC-tijd vastgelegd.

documentdatum

De mutatiedatum in Financiële administratie. De documentdatum wordt altijd in de lokale tijd vastgelegd. Meestal komt de documentdatum overeen met de mutatiedatum, behalve als u handmatig een andere mutatiedatum in Financiële administratie invoert of als er een dag verschil bestaat tussen de UTC-tijd en de lokale tijd.

bedrijfs-ID

Het identificatienummer dat de bank aan uw organisatie toewijst voor de elektronische verwerking van bankbestanden.

ontvangsten voor zendingen

Een methode om afzonderlijke betalingen of ontvangsten te verrichten voor de goedgekeurde hoeveelheid van elke zending, en niet voor de factuur die de gehele order dekt.

Z5-verslag

Een Duits verslag van claims op en verplichtingen tegenover niet-ingezetenen die voortkomen uit mutaties met betrekking tot goederen en services. Het verslag bevat ook claims op en verplichtingen tegenover in het buitenland gevestigde gelieerde ondernemingen en in het buitenland gevestigde bedrijven anders dan banken, waaraan u via gedeelde belangen bent gekoppeld.

NB

Voor elk van de vier secties van het verslag moet u een CSV-bestand genereren en naar de Deutsche Bundesbank uploaden.

externe factuur

Een factuur die automatisch wordt aangemaakt in LN, getriggerd door en gebaseerd op gegevens van een geïntegreerde externe applicatie, zoals E-Procurement.

mutatiesjabloon

Een set boekingen (gegenereerd en herhaald) waarmee een mutatie over een aantal grootboekrekeningen en dimensies kan worden uitgesplitst. U kunt bijvoorbeeld periodieke inkoopfacturen voor algemene leveringen uitsplitsen over een aantal afdelingen. De set mutaties wordt automatisch aan het document gekoppeld.

boekingsschema

mutatieschema

mutatieschema

redengroep kasstroom

Een manier om redenen voor kasstromen te groeperen op het kasstroomoverzicht. Op het kasstroomoverzicht drukt LN de subtotalen af voor elke redengroep voor kasstromen.

rapporteringsvalutagroep

Een code die in een omgeving met meerdere financiële bedrijven definieert hoe de algemene eigen valuta moet worden gebruikt voor rapportering en weergave van gegevens voor bedrijven die aan deze code zijn gekoppeld.

BIRT

BIRT is een open source-rapporteringsysteem voor webapplicaties, vooral voor applicaties op basis van Java en J2EE.

rapportlayout

Met een rapport-layout wordt de algemene weergave van een rapport bepaald. Het gaat hierbij om marges, kopgegevens van kolommen en rekeningen, kop- en voetteksten, enzovoort. Deze gegevens wordt gebruikt bij het aanmaken van rapporten. LN rangschikt de rapportgegevens aan de hand van de parameters die zijn gedefinieerd voor de geselecteerde layoutcode.

correctiemutaties

Correctieboekingen die moeten worden aangebracht in rapportwaarden.

100%-rekening

De rapportrekening die als noemer is gedefinieerd bij het berekenen van percentages.

kolom-layout

Met een kolom-layout wordt de algemene weergave van kolommen in een rapport bepaald. Het gaat hierbij om het aantal kolommen en de positie, het formaat en de uitlijning van kolommen. Deze gegevens worden gebruikt om de rapportkolommen in een rapport te definiëren. LN rangschikt de kolomgegevens aan de hand van de parameters die zijn gedefinieerd voor de geselecteerde layoutcode.

calculatiegroep

Een reeks financiële bedrijven die de valuta aangeeft die voor elk bedrijf in rapporten moet worden gebruikt.

Eén van deze valuta kan worden gebruikt:

  • De lokale valuta van het bedrijf
  • Valuta
  • Valuta

kengetal

Een kengetal geeft het evenredige gedeelte van twee waarden weer, op basis van een opgegeven formule die op de gegevens in een rapport wordt toegepast. Voorbeelden zijn het huidige kengetal en het versnelde kengetal dat de liquiditeitspositie van het bedrijf weergeeft.

Kengetallen worden voor het volgende gebruikt:

  • Berekenen van waarden voor rapportrekeningen, geconsolideerde rapportrekeningen en bijlagen.
  • Definiëren van formulevariabelen waarmee kengetalwaarden worden berekend.

kengetal-variabelen

De elementen in de formule waarmee rapportkolomwaarden worden berekend. Deze komen overeen met de rapportrekeningwaarden.

formule

Een formule geeft aan hoe de waarden van de rapportkolom moeten worden berekend. De formule bevat variabelen die zijn gekoppeld aan de rapportrekeningwaarden.

Voorbeeld

a + b - c

Hierbij geldt het volgende:

a = Beginsaldo
b = Debetbedrag
c = Creditbedrag

eliminatiemutaties

Mutaties die worden gebruikt voor het verwijderen van dubbele posten die het gevolg zijn van rekening-courantmutaties (rekening-courantholdings, rekening-courantsaldi), zodat deze waarden niet worden afgedrukt in het consolidatierapport.

kolomreferenties

De gegevens die zijn gekoppeld aan een rapportkolom en waarmee de kolomwaarden kunnen worden berekend.

alternatieve rekening

Een rekening waarnaar u bedragen kunt overboeken met een ander teken (debet/creditwaarde) dan de gekoppelde rapportrekening.

Voorbeeld

De rapportrekening Korte-termijnschulden (creditrekening) is ingesteld als alternatieve rekening voor Kas (debetrekening). De totale waarde van de grootboekrekeningen die aan de rapportrekening Korte-termijnschulden zijn gekoppeld, is 10000.

Waarde grootboekrekeningen van Kas Afgedrukt op rapport voor Kas Afgedrukt op rapport voor Korte-termijnschulden
1000 (debet) 1000 10000
3000 (credit)   13000

factor

Absoluut getal waarmee de waarden van een bepaalde kolom in een consolidatierapport worden vermenigvuldigd. Dit geeft bijvoorbeeld inzicht in de verwachte financiële cijfers. Factoren kunnen ook worden gebruikt om rapportwaarden in andere valuta uit te drukken.

rapportagevaluta

In de module Rapporten is dit de valuta waarin de rapportwaarden worden uitgedrukt.

SEPA

Single Euro Payments Area (SEPA) is een initiatief voor de financiële infrastructuur in Europa dat betrekking heeft op de totstandkoming van een eurozone waarin alle elektronische betalingen als binnenlandse betalingen worden beschouwd en waarin geen verschil meer bestaat tussen nationale en internationale betalingen binnen Europa. SEPA maakt het mogelijk om betalingen uit te voeren naar iedereen op een willekeurige locatie in de zone waarbij alleen één bankrekening en één set betaalmiddelen nodig zijn.

type gegevens

Hiermee wordt een reeks waarden gedefinieerd, evenals de bewerkingen die voor deze waarden zijn toegestaan.

Voor het toewijzen van XML-elementen aan LN-records zijn deze gegevenstypen beschikbaar:

  • Kenmerk
  • Boolean
  • Datum
  • Decimaal getal
  • Knooppunt
  • String
  • UTC-datum

IFRS

International Financial Reporting Standards, voorheen International Accounting Standards (IAS)

AGL

Advanced General Ledger

gesimuleerd activum

Een niet-bestaand activum dat kan worden gebruikt om een schatting van de afschrijvingskosten te maken.

NB
  • Gesimuleerde activa kunnen niet worden gebruikt voor het uitvoeren van FAM-mutaties zoals activeringen, afschrijvingen en overboekingen.
  • Als u wilt controleren hoe de afschrijving op basis van de gegeven parameters zal worden berekend, selecteert u Alleen gesimuleerde activa in de sessie Raming afschrijvingskosten afdrukken (tffam1401m000).

aflettercode

Een gegenereerde code die wordt gebruikt om afgeletterde mutaties te groeperen.

fiatteringsschema rekeningen afletteren

Een bedrijfsspecifieke set met fiatteringsbeperkingen die aan gebruikers kan worden gekoppeld voor het afletteren van rekeningen.

afletterschema grootboekrekeningen

Een set met grootboekrekeningen waarvoor een gebruiker rekeningen kan afletteren.

aflettereigenschappen rekeningen

Een bedrijfsspecifieke eigenschappenset met aflettergegevens die aan een grootboekrekening kan worden gekoppeld.

criteriacode rekeningen automatisch afletteren

Een lijst met velden op basis waarvan de toekenningscriteria worden bepaald, waaronder een prioriteitsvolgorde waarmee verschillende combinaties met velden kunnen worden afgeletterd.

criteriaset rekeningen automatisch afletteren

Een bedrijfsspecifieke prioriteitenset met aflettercriteria die kan worden gekoppeld aan een prioriteit voor het afletteren van rekeningen zodat automatische aflettering kan worden geactiveerd.

consolidatierapport

In consolidatierapporten worden de cumulatieve financiële cijfers van verschillende financiële bedrijven (binnen of buiten de financiële-bedrijvengroep) voor een specifieke periode weergegeven. U kunt de cijfers accumuleren van dochtermaatschappijen die onder dezelfde holding vallen, op basis van een percentage van eigendom (volledig eigendom of meerderheids-/minderheidsbelang).

U kunt de consolidatie uitvoeren door afzonderlijke rapporten samen te voegen. Als in deze rapporten een valuta wordt gebruikt die afwijkt van de consolidatievaluta, kunt u in de sessie Rapporten (tffst1600m000) de koers tussen de rapportvaluta en de consolidatievaluta definiëren.

Daarnaast is ook consolidatie op een hoger niveau mogelijk door afzonderlijke consolidatierapporten samen te voegen.

bank identifier code (BIC)

De SWIFT-code waarmee financiële instellingen worden geïdentificeerd. De BIC bestaat uit acht of elf opeenvolgende tekens.

BIC

business entity identifier (BEI)

De SWIFT-code waarmee niet-bancaire instellingen en handelsrelaties worden geïdentificeerd. De BEI bestaat uit acht of elf opeenvolgende tekens en heeft dezelfde structuur als een Bank Identifier Code.

BEI

crediteur-ID (CI)

Een landspecifieke code waarmee debiteuren en debiteurenbanken kunnen teruggaan naar de crediteur voor restitutie of klachten en kunnen controleren of de crediteur een machtiging heeft om een inning uit te voeren. Een crediteur-ID verwijst altijd naar één crediteur. Eén crediteur mag echter meer dan één CI gebruiken om inningen te initiëren in alle SEPA-landen.

De crediteur-ID bestaat uit maximaal 35 tekens in deze notatie:

  • Posities 1 en 2 bevatten de ISO-landcode van de crediteur.
  • Posities 3 en 4 bevatten de controlecijfers die zijn gebaseerd op controlealgoritme 97-MOD ISO.
  • Positie 5-7 bevatten de bedrijfscode van de crediteur die door de gebruiker kan worden gedefinieerd. Als deze code niet wordt gebruikt, is de waarde ingesteld op 'ZZZ'.
  • Posities 8 t/m 35 bevatten de landspecifieke code die kan zijn gebaseerd op het belastingnummer, SIRET (Frankrijk), KvK-nummer (Nederland), enzovoort.

CI

flexibele rapportagecode

Een code die een veldenlijst aangeeft die moet worden opgenomen in een aangepast integratie- of belastingverslag. De code bepaalt welke velden moeten worden geselecteerd en in welke volgorde zij in het uitvoerbestand moeten verschijnen.

budgetbewaking

Budgetbewaking is een geïntegreerd informatiesysteem dat budgettaire mutaties traceert en bewaakt. De financiële gezondheid wordt continu in de gaten gehouden aan de hand van de bronnen en toepassingen van budgetten zoals deze worden toegekend en gerealiseerd.

reserveringen

Vertegenwoordigt het begin van een uitgaveproces door het genereren van een inkoopaanvraag. Met een reservering wordt een geschat bedrag van het budget opzij gezet. Zo wordt voorkomen dat andere reserveringen voor een budgetoverschrijding kunnen zorgen. Een reservering is geen wettelijke verplichting.

verplichting

Een verplichting in de vorm van een inkooporder, contract of salaris, die ten laste kan worden gebracht van een toegewezen bedrag en waarvoor een deel dit bedrag is gereserveerd.

budgetstructuur

De hiërarchie die alle oprolstructuren en budgetrekeningen bevat.

fonds

Een financiële resource van waaruit gebudgetteerde activiteiten in projecten/programma's/organisaties worden bekostigd. Een fonds kan onder andere een subsidie, een toelage, een schenking, etc. zijn.

budgetrekening

Met een budgetrekening wordt meestal een georganiseerde reeks activiteiten, programma's of diensten gedekt, die een gezamenlijk doel gemeen hebben. Budgetrekeningen zijn de bouwstenen van de budgetniveaus in de budgethiërarchie.

budgetjaar

Het boekjaar waarvoor het beleid geldt.

beleidsdatum

De datum waarop het beleid werd gewijzigd.

budgetcorrectie

Het budget wijzigen door fondsen van de ene categorie of regel naar de andere te verplaatsen.

budgetwijziging

budgetoverboeking

Een budgetwijzigingsproces. Met een overboeking worden zowel het budget als de toekenning voor de rekening bijgewerkt. Het oorspronkelijke budget is nog altijd terug te vinden door alle budgettaire wijzigingen af te trekken van of op te tellen bij het werkelijke budget.

budgetboomstructuur

Een grafische weergave van alle niveaus in de budgetstructuur. Door op een tak te klikken maakt u alle onderliggende niveaus zichtbaar tot het onderste niveau (niveau 1) is bereikt. Als u een tak selecteert, worden alle andere deelvensters aangepast zodat de relevante bedragen, saldi en uitzonderingen worden weergegeven.

soort budgetsaldo

De budgetsaldi die moeten bijgewerkt voor een mutatie zoals budgetcontrole, vrijgave, wijziging en budgetoverboeking.

De soorten budgetsaldi zijn:

  • Budget
  • Toekenning
  • Reservering
  • Verplichting
  • Uitgaven vanwege ontv.
  • Uitgaven

audittrails

Een chronologische volgorde van auditrecords. Elk van deze records bevat bewijs dat er een bedrijfsproces of systeemfunctie is uitgevoerd en wat het resultaat hiervan is.

budgetbewaker

Een persoon die verantwoordelijk is voor alle functies met betrekking tot budgetbeheer in het bedrijf.

budgetbeleid

Het beleid dat is gedefinieerd voor een budget en waarmee wordt aangegeven wat van een budget wordt verwacht.

budgetstatus

De status van het budget.

Toegestane waarden

  • Concept

    Het budget is aangemaakt.
  • In afwachting van goedkeuring

    De gegevens zijn opgegeven en wachten op fiattering door de budgetbeheerder.
  • Goedgekeurd

    De budgetbeheerder heeft het budget gefiatteerd.
  • Wijzigen

    De budgetbeheerder wijzigt de budgetgegevens nadat het budget is gefiatteerd.

budgetperiode

Een periode waarin het budget wordt toegepast of actief is.

kostenfactuur

Een inkoopfactuur waarvoor geen gerelateerde inkooporders bestaan.

budgetentiteit

De organisatorische eenheid van een bedrijf waarvoor het toegekende budget via het budgetbewakingsproces in de gaten wordt gehouden.

Een budgetentiteit kan een van deze soorten zijn:

  • Inkoopbureau
  • Serviceafdeling
  • Afdeling
  • Magazijn
  • Financiële afdeling

cumulatieve afschrijving huidig jaar

Het budgetbedrag van eerdere perioden tot heden dat is geaccumuleerd in een budgetrekening en dat voor gebruik naar de volgende budgetperiode kan worden getransporteerd. Een budgetbeheerder is verantwoordelijk voor zijn eigen budget(ten) als onderdeel van het bedrijfsbudget.

budgetbeheerder

Een persoon die verantwoordelijk is voor zijn eigen budget als onderdeel van het bedrijfsbudget.

protocol-factuur

Een factuur die is gerelateerd aan een inkoop in een EU-land (uitgezonderd Bulgarije) en waarvoor protocolrapportage geldt.

standaardcontrolebestand

Het "Standaardcontrolebestand voor controle op naleving van belastingvoorschriften" (SAF-T) is een bestand met betrouwbare gegevens die zijn geëxporteerd uit een origineel boekhoudsysteem, voor een specifieke tijdsperiode, dat eenvoudig is te lezen vanwege de standaardisatie van de indeling, en dat naar wens kan worden uitgebreid.

NB

Zie voor meer informatieOECD, SAF-T versie V1.42 van mei 2005

SAF-T

reden voor betalingsgroep

De methode die wordt gebruikt om betalingsredenen te groeperen in het Z4-rapport. Per reden voor betalingsgroep wordt een subtotaal afgedrukt.

correctie

Een correctie van een inkoopfactuurmutatie die naar Grootboekadministratie werd geboekt. Een correctie wordt opgenomen in een correctiedocument.

correctiedocument

Het document met correcties voor de originele inkoopfactuur.

origineel document

Het document met de mutaties voor de gejournaliseerde en gefiatteerde inkoopfactuur. Het originele document heeft de correcties niet.

XBRL

Afkorting van eXtensible Business Report Language. XBRL is een op XML gebaseerde computertaal voor de elektronische overdracht van zakelijke en financiële gegevens.

controlebestand cheques

Een bestand in de Verenigde Staten met uitgegeven en ongeldig verklaarde cheques dat ter controle naar de bank wordt verzonden.

geëvalueerde verrekening van ontvangst (ERS)

Een proces waarbij er geen factuur is tussen de crediteur en de debiteur. Betalingen worden geïnitieerd door de klant en zijn gebaseerd op de leveringen van de crediteur. De uit te voeren betalingen worden door de klant vooraf vastgelegd in een EDI-bericht met overmakingsspecificaties en worden naar de crediteur verzonden die de desbetreffende openstaande posten dan kan afstemmen.

overmakingsreferentie

De zendingsreferentie, het pakbonnummer, externe pakbonnummer of klantordernummer dat in het EDI-bericht is vastgelegd dat van de klant is ontvangen.

kruisvalidatieregel

Met een door de gebruiker gedefinieerde regel kunt u aangeven welke combinaties van grootboekrekeningen en dimensiewaarden geldig zijn. Een kruisvalidatieregel vereist ten minste één regelelement. Kruisvalidatieregels worden toegepast op alle mutaties die zijn geregistreerd in Grootboekadministratie. In geval van meerdere financiële bedrijven kunnen validatieregels bedrijfsspecifiek zijn of voor alle bedrijven gelden.

Regelelement

In een kruisvalidatieregel kan een reeks grootboekrekeningen en dimensiewaarden worden opgenomen of uitgesloten.

monetaire rekening

Een grootboekrekening die wordt gebruikt om een hoeveelheid geld vast te leggen als een vaste som, bijvoorbeeld een kasrekening, debiteurenrekening of crediteurenrekening.

niet-monetaire rekening

Een grootboekrekening die wordt gewaardeerd tegen historische koersen, bijvoorbeeld een voorraadrekening, vaste-activarekening of OHW-rekening.

segmentrapportage

Voor IFRS vereiste informatie over de verschillende soorten producten en services van een bedrijf en de activiteiten in verschillende geografische gebieden.

GAF-bestand

Afkorting van GST Audit File. Dit bestand wordt in Maleisië gebruikt als controle van de officiële GST-03 belastingaangifte.

GST

Afkorting van Goods and Services Tax. In Maleisië is dit het equivalent van BTW.

Taxonomie

Taxonomie is een classificatiewetenschap op basis van een voorgedefinieerd systeem. In de taxonomische classificatie worden elementen van een groep gescheiden en onderverdeeld in subgroepen die elkaar uitsluiten en eenduidig zijn. Als u in LN extra rapportagestructuur (taxonomieën) wilt toevoegen, kunt u verschillende taxonomieën definiëren zoals IFRS, GAAP of een bedrijfsspecifieke taxonomie.

Verzamelactivum

Een verzamelactivum wordt gebruikt om de facturen en kortingen van meerdere facturen te verzamelen in één vast activum. Bijvoorbeeld: Als meerdere kleine factuurbedragen worden gegenereerd voor een activum, kunnen de facturen worden verzameld in één activum en is het niet nodig een nieuw activum aan te maken voor elke nieuwe factuur.

kasstroominformatiecode

Een alfanumerieke door de gebruiker gedefinieerde code van zes tekens. Met deze code kan een bedrijf de kasstroom rapporteren op detailniveau, bijvoorbeeld voor elk type onkosten.

parent-kasstroominformatiecode

De parent-code waarmee een hiërarchische parent/child-structuur wordt aangemaakt.

Toegestane waarden

  • Een telniveau dat hoger is dan nul (0)

Status debetnota

Het volgende geldt voor de verschillende afdrukstatussen:

  1. Niet afgedrukt--> Concept, als de debetnota voor de eerste keer wordt afgedrukt.
  2. Concept--> Concept, als Oorspronkelijke debetnota afdrukken niet is geselecteerd bij het afdrukken.
  3. Concept--> Origineel, als Oorspronkelijke debetnota afdrukken is geselecteerd bij het afdrukken.
  4. Origineel--> Kopie, als een kopie van de debetnota voor de eerste keer wordt afgedrukt.
  5. Kopie--> Kopie, als nog een kopie van de debetnota wordt afgedrukt.
NB

De oorspronkelijke debetnota kan slechts één keer worden afgedrukt.

tegenrekening

Een algemene grootboekrekening waarmee de waarde van een gerelateerde rekening wordt verlaagd of gecompenseerd. Het saldo van een tegenrekening is het tegenovergestelde van de gerelateerde rekening. Als een debetpost wordt vastgelegd op een gerelateerde rekening, wordt een creditpost vastgelegd voor de tegenrekening.

kasmutatie

Een kasmutatie is:

  • Een mutatie die is gedefinieerd in de sessie Mutatiesoorten (tfgld0511m000) en waarvoor Mutatiecategorie is ingesteld op Kas/bank en Subcategorie mutaties is ingesteld op Bankmutatie, Vooruit-/Niet-toegekende betaling toek. of Vooruit-/Niet-toegekende ontv. toekennen.
  • Een 'niet-kasmutatie' die is geboekt op een kasrekening.
  • Een intercompany-mutatie die is gegenereerd vanwege een intercompany-kasmutatie.

kasrekening

De grootboekrekeningen die zijn ingesteld als kasrekeningen in de sessie Mutatiesoorten (tfgld0511m000) en waarvoor Mutatiecategorie is ingesteld op Kas/bank en Subcategorie mutaties is ingesteld op BankmutatieVooruit-/Niet-toegekende betaling toek. of Vooruit-/Niet-toegekende ontv. toekennen.

onderliggende document

Het document waarvoor de contanten zijn ontvangen of betaald.