Rekeningschema en dimensieschema

In Financiële administratie worden activa, passiva, vermogen, winsten en verliezen bijgehouden met behulp van grootboekrekeningen en dimensies. Er zijn afzonderlijke grootboekrekeningen nodig voor het vastleggen van de dagelijkse mutaties van bedrijven en de daaruit voortvloeiende wijzigingen op de balans of verlies- en winstrekeningen. Dimensies zijn optioneel. U kunt dimensies gebruiken om de mutaties binnen een grootboekrekening verder te classificeren.

Voor de rekeningen en dimensies kunt u parent/child-relaties definiëren voor het berekenen van subtotalen en het consolideren van de bedragen in verslagen en overzichten. In een financieel verslag is het bedrag op een parent-rekening de som van de saldi van de child-rekeningen.

Voor grootboekrekeningen kunt u 99 niveaus van subtotalen gebruiken. Voor dimensies kunt u 10 niveaus van subtotalen gebruiken.

Het telniveau van een grootboekrekening wordt gedefinieerd in de sessie Rekeningschema (tfgld0508m000). Rekeningen met telniveau nul zijn rekeningen op boekingsniveau. Rekeningen met een telniveau hoger dan nul zijn parent-rekeningen. Zodra de saldi van child-rekeningen zijn bijgewerkt, worden de parent-rekeningen automatisch bijgewerkt. U kunt overzichten opvragen of afdrukken per child-rekening of per parent-grootboekrekening.

Als u de structuur definieert, zijn deze velden belangrijk:In de sessie Rekeningschema (tfgld0508m000):

  • Statutaire parent-rekening
  • Complementaire parent-rekening
  • Telniveau
  • Afdrukvolgorde

In de sessie Dimensies (tfgld0510m000):

  • Parent-dimensie
  • Telniveau
  • Afdrukvolgorde

Hieronder wordt beschreven hoe u de totalen voor grootboekrekeningen definieert. Dezelfde procedure geldt voor elk van de dimensies.

U definieert de structuur voor het bijwerken van de totalen met behulp van de velden Complementaire parent-rekening en Statutaire parent-rekening in de sessie Rekeningschema (tfgld0508m000). Op deze velden kunt u de parent-rekening in de parent/child-structuur opgeven.

De bedragen die naar de lagere rekeningen worden geboekt, worden getotaliseerd in de hogere parent-rekening. Parent-rekeningen moeten een telniveau hebben dat groter is dan nul.

Voorbeeld

Grootboekrekening Statutaire parent-rekening Telniveau
4 Totaal kosten - 5
400 Totaal salarissen 4 1
400101 Maandsalarissen 400 0
400102 4-wekelijkse salarissen 400 0
400103 Weeksalarissen 400 0
411 Totaal sociale lasten 4 1
411101 Sociale lasten (maandelijks) 411 0
411102 Sociale lasten (4 weken) 411 0
411103 Sociale lasten (wekelijks) 411 0

U kunt alleen mutaties invoeren in grootboekrekeningen en dimensies met telniveau nul. U kunt 99 niveaus definiëren voor grootboekrekeningen en 10 niveaus voor dimensies.

Het telniveau van de grootboekrekening wordt niet gebruikt voor het totaliseren van de bedragen. De parent/child-structuur van het grootboek definieert in welke rekeningen de bedragen van andere rekeningen worden getotaliseerd. Het telniveau wordt alleen gebruikt voor het afdrukken van balansen en proefbalansen met bijvoorbeeld de volgende sessies:

  • Saldibalans afdrukken (tfgld3402m000)
  • Saldibalans afdrukken - dimensies/grootboekrekeningen (tfgld3406m000)

Als u mutaties invoert en verwerkt in grootboekrekeningen waaraan u een of meer dimensies koppelt, kunt u de historie van de grootboekrekening bekijken, geclassificeerd per dimensie. De grootboekrekening met telniveau nul wordt weergegeven, die is geclassificeerd op de dimensies met niveau nul.

NB
  • Voor grootboekrekeningen met een telniveau groter dan nul kunt u de classificatie in dimensies niet bekijken.
  • Wanneer u de historie van een willekeurig telniveau bekijkt, kunt u dit telniveau ook bekijken volgens de classificatie in grootboekrekeningen. Alleen de grootboekrekeningen met telniveau nul worden weergegeven.