Afschrijving op basis van nettoboekwaarde

De nettoboekwaardemethode is een variant op de afschrijving op basis van een vast percentage van de boekwaarde. Bij deze methode wordt het vaste percentage van de boekwaarde vastgesteld voor de periode van een jaar. De afschrijving wordt als volgt berekend:

afschrijvingsbedrag = nettoboekwaarde * (vast percentage van boekwaarde/100)

waarbij het volgende geldt:

NBW = nettoboekwaarde

CA = cumulatieve afschrijving

Mutatieboek belastingen (VS)

NBW = (kostprijs - restwaarde - section 179) * (perc. zakelijk gebruik / 100) - CA

Other (US) mutatieboeken

NBW = kostprijs - restwaarde - CA
periodieke afschrijving = NBW * (vast percentage boekwaarde / 100) * (aantal perioden afgeschreven / aantal perioden in boekjaar)
dagelijkse afschrijving = NBW * (vast percentage boekwaarde / 100) * (aantal dagen afgeschreven / aantal dagen in boekjaar)

Bij MACRS en ACRS wordt bij afschrijving in mutatieboeken van het type Tax (US) en Commercieel geen rekening gehouden met de restwaarde.

Lineaire berekening

Als u een afschrijvingsmethode gebruikt en het selectievakje Overgaan op lineaire methode is ingeschakeld in de detailsessie Afschrijvingsmethoden (tffam7510m000), past LN een van de volgende berekeningen toe:

  • Normale lineaire methode

    dagelijkse afschrijving = NBW * (aantal dagen afgeschreven / aantal dagen in boekjaar)
    periodieke afschrijving = NBW * (aantal perioden afgeschreven / aantal perioden in boekjaar)
  • Lineaire berekening met gebruikmaking van resterende levensduur/restwaarde

    dagelijkse afschrijving = NBW * (aantal dagen afgeschreven / resterende levensduur in dagen)
    periodieke afschrijving = NBW * (aantal perioden afgeschreven / resterende levensduur in perioden)

    Als de nettoboekwaarde van een mutatieboek/activum in de laatste periode van de levensduur groter is dan nul, wordt deze waarde in de laatste periode volledig afgeschreven.

LN past deze berekeningen toe op basis van de Overgangscriteria die in de sessie Parameters FAM (tffam0500m000) zijn gedefinieerd. De overgang vindt plaats in de eerste periode waarin de lineaire methode een hogere afschrijving oplevert dan de nettoboekwaardemethode.