Afschrijving resterende levensduur berekenen

Bij lineaire afschrijving wordt in elk van de perioden van de levensduur van een activum een gelijk gedeelte van de kostprijs afgeschreven. Bij deze methode wordt door LN tijdens de berekening van de afschrijving voor een bepaalde periode de kostprijs van het activum verminderd met de restwaarde en de cumulatieve afschrijving. De uitkomst daarvan wordt gedeeld door het aantal resterende perioden van de levensduur van het activum. Het resultaat is de afschrijving voor de desbetreffende periode.

NB

De lineaire methode gaat bij het berekenen van de afschrijving altijd uit van de resterende levensduur en de restwaarde. Indien u de levensduur niet hebt aangepast, levert de berekening hetzelfde resultaat op als de standaard lineaire afschrijving. Wanneer u echter de levensduur aanpast, berekent LN de afschrijving daarna op basis van de nieuwe levensduur.

Voorbeeld

Een bestelauto heeft een kostprijs van EUR 20.000, een restwaarde van EUR 1.500 en een geschatte levensduur van 60 perioden. Hieronder ziet u de berekening van de afschrijvingskosten op jaarbasis voor dit activum voor het eerste jaar:

(kostprijs - restwaarde - cumulatieve afschrijvingen)
________________________________________________ = afschrijvingskosten op jaarbasis per 
 resterend levensjaar

of

(EUR 20.000 - EUR 1.500)
__________________ = EUR 3.700 
   5 

NB

Als voor het activum waarvoor u afschrijving berekent, een middelingsmethode is gedefinieerd, corrigeert LN de afschrijvingskosten bij de berekening voor het eerste halfjaar, het eerste kwartaal of de eerste maand. Zie voor meer informatie het onderwerp Berekeningen en middelingsmethoden.

De lineaire methode kent twee varianten die afhankelijk zijn van de wijze van berekening:

Lineair (dagelijks)

U kunt de formule Lineair (dagelijks) gebruiken als voor het geselecteerde mutatieboek de afschrijving dagelijks wordt berekend. LN berekent de afschrijving voor elke periode op basis van het exacte aantal dagen dat de periode heeft. LN houdt rekening met de resterende kostprijs en de restwaarde bij deze berekening.

De formule voor Lineair (dagelijks):

(kostprijs - restwaarde - cumulatieve afschrijvingen) *
		  (aantal dagen in periode / resterende levensduur in dagen) 

Voorbeeld

Een transportband heeft een kostprijs van EUR 10.000, een restwaarde van EUR 1.000 en een geschatte levensduur van 3 jaar of 36 perioden. De datum van ingebruikstelling van het activum is 12 januari 2002. In de eerste periode van de levensduur van het activum was het activum slechts 20 dagen in gebruik. Hieronder ziet u de berekeningen voor de eerste periode:

(EUR 10.000 - EUR 1.000) * (20 / 1095) = EUR 164,38  (EUR 10.000 - EUR 1.000 - EUR 164,38) * [ 28 / (1095 - 20) ] = EUR 230,14. De
			 cumulatieve afschrijving na twee perioden bedraagt EUR 394,52. 

De tweede periode van de levensduur van het activum had 28 dagen. Hieronder ziet u de berekeningen voor de tweede periode:

(USD 10.000 - USD 1.000 - USD 164,38) * [ 28 / (1095 - 20) ] = USD 230,14

De cumulatieve afschrijving na twee perioden bedraagt EUR 394,52.

Lineair (periodiek)

U kunt de formule Lineair (periodiek) gebruiken als voor het geselecteerde mutatieboek de afschrijving periodiek wordt berekend. LN verdeelt het jaar evenredig in het aantal perioden dat is gedefinieerd in de kalender en berekent vervolgens de afschrijving voor elk van de perioden. LN houdt rekening met de resterende kostprijs en de restwaarde bij deze berekening.

De formule voor Lineair (periodiek):

(kostprijs - restwaarde - cumulatieve afschrijving) /
			 resterende levensduur in perioden 

Voorbeeld

Een activum heeft een kostprijs van EUR 300.000, een restwaarde van EUR 45.000 en een geschatte levensduur van 10 jaar of 120 perioden. Voor de eerste periode van de levensduur van het activum wordt de afschrijving als volgt berekend:

(EUR 300.000 - EUR 45.000) * ( 1 / 120) = EUR 255.000 * ,0083333 =
			 EUR 2.125,00 

De afschrijving voor de eerste periode bedraagt EUR 2.125,00. In elke volgende periode wordt door LN de cumulatieve afschrijving afgetrokken van de kostprijs en de restwaarde en wordt de resterende levensduur verlaagd. Zo wordt de afschrijving voor de tweede periode als volgt door LN berekend:

(EUR 300.000 - EUR 45.000 - EUR 2.124,99) * (1 / 119) = EUR 2125,00
		  

De cumulatieve afschrijving na twee perioden bedraagt EUR 4250,00.

Een activum heeft een kostprijs van EUR 300.000, een restwaarde van EUR 45.000 en een geschatte levensduur van 10 jaar of 120 perioden. Voor de eerste periode van de levensduur van het activum wordt de afschrijving als volgt berekend:

(EUR 300.000 - EUR 45.000) * ( 1 / 120) = EUR 255.000 * ,0083333 = EUR 2.125,00 

De afschrijving voor de eerste periode bedraagt EUR 2.125,00.

In elke volgende periode wordt door LN de cumulatieve afschrijving afgetrokken van de kostprijs en de restwaarde en wordt de resterende levensduur verlaagd. Zo wordt de afschrijving voor de tweede periode als volgt door LN berekend:

(EUR 300.000 - EUR 45.000 - EUR 2.124,99) * (1 / 119) = EUR 2125,00
			 

De cumulatieve afschrijving na twee perioden bedraagt EUR 4250,00.