Gebruik van activacategorieën

Categorieën zijn verplicht voor de invoer van activa. Categorieën classificeren de activa en leveren default gegevens die bij de invoer van activa worden gebruikt. Wanneer u een categorie aanmaakt, moet u default afschrijvingsgegevens opgeven, zoals levensduur en afschrijvingsmethode. De afschrijvingsgegevens die zijn vastgelegd voor een bepaalde categorie, worden automatisch toegepast voor elk mutatieboek dat aan een activum wordt gekoppeld. U kunt sommige van deze default gegevens aanpassen wanneer deze niet gelden voor een bepaald activum of mutatieboek dat is gekoppeld aan een activum.

U maakt bijvoorbeeld een categorie met de naam COMPUTERS aan voor alle computerapparatuur die in uw organisatie gebruikt wordt. Voor deze categorie definieert u de meest algemeen gebruikte afschrijvingsmethode en eigendomsklasse. LN koppelt vervolgens deze default gegevens aan elk computer-activum dat u wilt aanmaken.

Wanneer u een activum aanmaakt, kunt u daaraan een voorgedefinieerde categorie koppelen. De categorie levert default gegevens voor elk van de mutatieboeken die u koppelt aan een activum. U kiest een subcategorie voor de geselecteerde categorie waarmee u het activum nader kunt classificeren met het oog op het opvragen en afdrukken van gegevensoverzichten.

Een boekhouder binnen uw bedrijf definieert bijvoorbeeld een activum om de aankoop van een droogmachine ten behoeve van de productie van krantenpapier te kunnen registreren. De boekhouder kiest voor dit activum de categorie DROOGMACHINES en de subcategorie KRANTENPAPIER. Als de boekhouder op een later moment informatie wil opvragen over de totale afschrijving van droogmachines ten behoeve van de productie van krantenpapier, kan hij alle activa in de categorie Droogmachines en de subcategorie Krantenpapier selecteren.